Door Henk Wolf
Kortgeleden zag ik in Groningen een vrouw met een groepje kinderen lopen. Zo te zien deden ze mee aan een speurtocht. De vrouw bestudeerde een velletje papier en zei toen tegen de kinderen:
- We moeten daarheen, waar we heenreis ook langs gingen.
Het bijwoordelijke gebruik van heenreis viel me op. Ik ken heenreis alleen als zelfstandig naamwoord en zou om de bedoeling van de zin uit te drukken iets als ‘op de heenreis’ of ’tijdens de heenreis’ moeten zeggen.
Natuurlijk ben ik op internet gaan kijken of het bijwoordelijke gebruik van heenreis meer voorkomt. Dat blijkt zo te zijn. Hieronder staan een paar Google-treffers:
- Waar we heenreis gewoon over het strand liepen, moesten we nu door toch al best door hoog water lopen
- We besluiten het niet te doen en met de lokale bus die we heenreis ook hadden terug te gaan naar lao cai en dan daar een bus te nemen naar Sa Pa.
- De reis gaat voorspoedig, we passeren ook het traject bij Kolding waar we heenreis zo lang in de file hebben gestaan
- De taxi waar we heenreis in zaten werd maar liefst gevuld met 22 mensen (terwijl deze bedoeld is voor 14).
Het komt vaker voor dat een zelfstandig naamwoord in z’n eentje de betekenis en grammaticale functie gaat dragen die voorheen bij een langere voorzetselgroep hoorden. Het voorzetsel richting (‘We gaan richting huis’) is een bekend voorbeeld. Vermoedelijk is dat ontstaan uit ‘in de richting van’. Een ander voorbeeld is het bijwoordelijk gebruikte hoofdzaak, waar ik een tijdje terug over schreef.
In het Fries zijn een aantal van zulke gevallen die in het Nederlands niet of nauwelijks voorkomen. Voorbeelden zijn de voorzetsels wjerskanten (‘wjerskanten de doar’ = (aan) weerszijden (van) de deur) en oarekant (‘oarekant de dyk’ = (aan de) overkant (van) de weg). In diskant (‘deze kant’) is het aanwijzend voornaamwoord aan het zelfstandig naamwoord geplakt: ‘diskant it wetter’ = (aan) deze kant (van) het water.
Er zijn in het Nederlands ook wat minder ineengeschrompelde gevallen, waarin een tweede voorzetsel wel is blijven staan. Google geeft bijvoorbeeld een aantal vindplaatsen van ‘aanleiding van’ (zonder naar). De teksten waar ze uit komen verraden dat de schrijvers niet al te vertrouwd waren met de schrijftaal:
- ‘Uw schilderij “Negerin” heb ik aanleiding van Uw schrijven nog eens goed nagezien.
- om me dossier op te vragen moet ik vermelden dat ik aanleiding van het Wetboek van Strafvordering art. 30 recht heb op me dossier of aanleiding van me Wetboek van Strafvordering art. 30. me dossier wil (schriftelijk of telefonisch)
Jos Swanenberg (@ProfSwanenberg) zegt
Ik moet denken aan het gerundium uit mijn dialect: …waar we gindsgaans ook langs gingen (vernederlandst).
Mient Adema zegt
Of het iets met de teneur van dit stuk te maken heeft, vraag ik mij af: is het woord “gaandeweg” ook niet wat raar doordat het als bijwoord én als voorzetsel wordt gebruikt?
1. Wij waren na de lange wandeling gaandeweg toch wel erg moe geworden.
2. Gaandeweg de vergadering kwamen de gemoederen wat meer tot bedaring.
In beide zinnen zit het element van langzamerhand (om niet te zeggen ten langen leste), maar in zin 2 krijgt het voorzetsel er (als voorzetsel) iets bij: het is niet alleen tijdens de vergadering dat er iets gebeurt, maar dat gaandeweg geeft ook aan dat die vergadering behoorlijk lang duurde.
Het lijkt erop dat waar gaandeweg in zin 1 nog een relatie met de wandelaars heeft die relatie wordt losgelaten in zin 2. Het lijkt daar wel een soort personificatie. Niet de gemoederen maar de vergadering “ging(en) weg”.
Mient Adema zegt
Even zeuren nog, want wetenschap.
Die akela in de natuur had natuurlijk ook “we moeten daarheen, waar we DE heenreis ook langs gingen” kunnen zeggen en dat klinkt in mijn oren een stuk beter. Zelfde verschijnsel als “elke morgen”, “iedere dag” en “zondag” waar het voorzetsel “op” of “tijdens” of gedurende” is weggelaten. Dat blijven natuurlijk allemaal zelfstandige naamwoorden, maar doordat de langere, voluitgesproken vorm redekundig een bijwoordgroep is gaat dat zelfstandignaamwoord soms een vreemd aanvoelend leven leiden.
En wanneer doen we dat, dat verkorten? Bij een telegram (kost centjes), bij gevaar (brand!), bij geringe woordenschat en bij onverstaanbaarheid, om maar een paar voorbeelden te noemen. Bij twitter haal je overbodig spul ook weg, als tweet te lang wordt.
En onze akela? Zij gebruikte waarschijnlijk de steekwoordvorm om haar boodschap niet door de wind te laten wegwaaien. Twintig kinderen, ik geef ’t je te doen.
Zou het zo begonnen zijn?
Henk Smout zegt
Voorzetsel weggelaten?
Spreek mij maar tegen: ik denk dat omschrijvingen met voorzetsel jonger zijn dan enkele naamvalsvormen van nomina.
Nog weer jonger kan zijn dat van eenmaal aanvaarde voorzetselgroepen voorzetsels worden weggelaten.
Jos Rombouts zegt
“Werskaante” (weerskanten) zonder voorgaand voorzetsel “aan” en volgend voorzetsel “van” wordt ook gezegd in mijn Noorderkempense dialect.