Giuseppe Belli (1791-1863) schreef ruim tweeduizend sonnetten in het dialect van Rome. Een selectie van 250 daaruit is vertaald door Arthur Hartkamp, en gepubliceerd als Een monument voor het gewone volk. (Voorproefje.)
Paus Leo
Voordat paus Genga dood onder de grond
gestopt werd, al zijn botten op een rij,
klonk het in Rome uit eenieders mond:
hij is een heus lot uit de loterij.
Al wat hij deed maakte de mensen blij,
er kwam alleen verstandigs uit zijn mond,
en wie hem tegensprak was een zacht ei,
een jacobijn, een boef, een mopperkont.
Maar hij was nog niet dood en bijgezet
of de geliefde paus werd van goed mens
tot ezel, vos of achterlijk sujet.
En zo verging ’t de arme drommel net
als de gestorven kater: op zijn pens
dansen de muizen blij een menuet.
25 november 1832
Giuseppe Belli (1791-1863)
uit: Een monument voor het gewone volk (2020)
vertaling: Arthur Hartkamp
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
AV DRepe (@kneistonie) zegt
1832 ? De goegemeente las toen vast nog overal de sonnetten voor en tegen op de wanden.