
Wie denkt dat de ‘verengelsing’ van de universiteiten schuldig is aan het verdampen van de belangstelling voor de Nederlandse literatuur, zou een blik kunnen werpen in een gratis elektronische bijlage die het Amerikaanse universitaire blad The Chronicle Review onlangs online zette. Dat gaat over Amerika, en dus over opleidingen Engels, maar de problemen zijn er niet minder groot om. Ik zou zeggen: integendeel.
Veel artikelen beschrijven vooral de rampzalige gevolgen die de beweging weg van de literatuur op de campus heeft. Wie nu nog Engelse literatuur studeert, zelfs aan een van de prestigieuze universiteiten, weet eigenlijk zeker dat een vaste baan als docent of hoogleraar er niet meer in zit. Dat maakt de studie dus nóg minder aantrekkelijk voor toekomstige studenten, zodat er nóg minder banen zijn voor docenten en hoogleraren.
Anarchistisch
Nu kun je zeggen dat dit niet op zich het einde van de geesteswetenschappen (‘humanities’) hoeft te betekenen want die geesteswetenschappen hebben, zeker tot de Tweede Wereldoorlog, óók altijd buiten de muren van de academie gefloreerd. Alleen waren er voor veel mensen toen sowieso minder mogelijkheden om te studeren. Het feit dat juist in een tijd van overvloed en rijkdom en mogelijkheden voor velen om te gaan studeren, vrijwel niemand nog kiest voor de literatuur, geeft te denken.
Een van de beste bijdragen vind ik ‘Losing Faith in the Humanities’, waarin Simon During een parallel trekt tussen het verdwijnen van de humaniora en de secularisering. Waar in een eerdere golf de kerken leeg liepen, lopen nu de collegezalen voor Shakespeare, Melville en Beckett leeg. Weg is de interesse in betekenis. Er zijn ook verschillen (literatuur was altijd een verschijnsel voor de elite en tegelijkertijd anarchistischer, of zo je wilt kapitalistischer, georganiseerd), maar de overeenkomsten zijn inderdaad interessant.
Aandacht
Dat is op zich, behalve zorgelijk, ook eigenaardig. Je zou denken dat de zoektocht naar betekenis een typisch menselijke is, dat niemand er zonder kan, maar kennelijk zoekt men die liever elders. Niet in de studie, want die moet opleiden tot een baan, en in een baan zoekt men kennelijk liever een lease-auto dan de zin van het leven.
Hoe dan ook kunnen we uit de eerdere secularisering van de religie ook wel iets leren. Als reactie erop is in de kerken bijvoorbeeld een soort conservatisme ontstaan dat je her en der ook bij de letteren lijkt te zien, maar die misschien niet raadzaam zijn: angstvallig vasthouden aan een stabiele canon, angst voor alles wat nieuw is, een verstarring die waarschijnlijk uiteindelijk alleen maar meer mensen afschrikt.
Terwijl de geesteswetenschappen natuurlijk heel hard nodig zijn. Of in ieder geval: terwijl aandacht voor literatuur heel hard nodig is. Er is nog altijd geen beter venster op de geest, op het leven van anderen, dan het boek. Veel zaken die dat boek lijken te vervangen – zeg, het computerspel en de speelfilm, hebben op zijn minst als groot nadeel dat ze eigenlijk niet door één individu kunnen worden gemaakt. Je hebt teams nodig, en bedrijven die investeren, en dus allerlei belangen die voorkomen dat de totale eigenzinnigheid van de enkeling verloren gaat, samen met de ingewikkeldere gedachte en de aandacht.
Om zulke zaken te begrijpen moet je eigenlijk een geesteswetenschappelijke opleiding hebben. Die dus steeds minder mensen hebben. Prettig weekeinde!
Je gaat hiermee het gevecht niet winnen, want het echte probleem is een globale achteruitgang in intelligentie: wetenschappers hebben allang aangetoond dat het IQ nummer van de mensheid in sneltempo aan het dalen is.
https://www.sciencealert.com/iq-scores-falling-in-worrying-reversal-20th-century-intelligence-boom-flynn-effect-intelligence
De mensheid als geheel wordt dus steeds dommer. Dat is een probleem dat veel groter is dan klimaat of zelfs biodiversiteit, want om dat soort reusachtige problemen kordaat aan te kunnen pakken is intelligentie broodnodig.
De achteruitgang die je waarneemt, de desinteresse in geesteswetenschap: die heeft niet bijzonder veel met het neoliberalisme van doen, hoewel je natuurlijk kunt betogen dat het neoliberalisme de domme variant van liberalisme wist worden.
“Terwijl de geesteswetenschappen natuurlijk heel hard nodig zijn. Of in ieder geval: terwijl aandacht voor literatuur heel hard nodig is. Er is nog altijd geen beter venster op de geest, op het leven van anderen, dan het boek.”
Overproductie van het boek, een hele lage lat, afwezigheid van echte kritiek en het fenomeen van de netwerkrecensie: al die dingen samen zorgen er helaas eerder voor dat intelligente mensen eerder af dan aanhaken.
Je kunt dus niet langer meer voldoen met ‘aandacht voor literatuur is hard nodig’. Dat is nooit waar geweest, het gros van de literatuur maakt je eerder dommer zoals Schopenhauer terecht betoogde. En waar de literaire kritiek in de 19e eeuw goeddeels nog snoeihard was bij een veel en veel lagere productie is die nu zo goed als afwezig bij een krankzinnige overvloed aan uiterst matige boeken. Aandacht voor boeken als algemeen advies is dan geen knip voor de neus waard.
Literatuur floreert natuurlijk vooral buiten de muren van de academie. Net als popmuziek, film, jazz, journalistiek, etc. Die hebben hun eigen autonome ontwikkeling.
Maar het is natuurlijk wel handig als lezers van literatuur van eeuwen geleden daarbij, als ze dat willen, geholpen kunnen worden door mensen die die oude literatuur in zijn context kunnen praten.
Universitaire studies die de hedendaagse literatuur bestuderen leveren doorgaans niet veel meer op dan wat een behendige lezer zelf uit die teksten kan halen.
De hedendaagse literatuur kan heel goed zonder literatuurwetenschap.
Dat de literatuur goed zonder de literatuurwetenschap kan was altijd al zo, dat is niets nieuws. De vraag is denk ik meer wat voor literatuurwetenschap is wenselijk en om welke reden? Komrij voerde vaak aan dat hij het de literatuurwetenschap aanwreef dat niet juist zij zulke dikke overzichtsbloemlezingen maakten. Nu hou ik helemaal niet van overzichtsbloemlezingen, dus kan het niet met die ouwe eens zijn, maar ik zie ook niet echt in waarom oude teksten wel duiding behoeven en moderne niet. Ik heb wel een blauw jaartje literatuuronderwijs mogen genieten, en het ging bijna uitsluitend over Vondel en van de Vos Reynaarde, en die sterk nationalistische duiding van ‘literatuur’ zou voor mij al reden afdoende zijn om voor de studie te bedanken.
Ziet dat: “literatuur in ZIJN context”!
Bij mij is en blijft literatuur vrouwelijk en anders niet!
En Martijn Benders is een veel beter schrijver dan Henk Smout.
Beetje beter opletten! Met “literatuur in zijn context” citeer ik de reactie van Berthold van Maris.
Ook al een veel betere schrijver dan Henk Smout. Het houdt niet op.
Aangezien het hier een artikel in de categorie Letterkunde betreft, zou het idd niet moeten gaan over “literatuur in zijn=haar context”, maar Henk heeft zo enorm gelijk. Dit zeg ik, een puur taalkundeman. Maar ook een letterkundeman wordt geacht zijn taal goed te gebruiken, al mag ik niet degene zijn die de eerste steen gaat werpen.
Kom, neuken, Giphart, Kluun, betekent dat allemaal niets meer ?