‘Dertigste duet’ is de laatste van dertig samenzangen uit de bundel Duetten van Erik Jan Harmens en Ilja Leonard Pfeijffer, die onlangs opnieuw werd uitgegeven (en hier voorgelezen).
Dertigste duet
ILP
Ik was uit bed gevallen en ben naar de toren
getogen om te zien wat lange mensen horen.
Mijn haren hingen van de trans. Mijn keel was schor
van het herhalen van mijn eigen naam. Gemor
van voetvolk wilde ik graag met applaus verwarren.
Decor werd afgebroken en op grote karren
geladen. Helderheid brak door het wolkendek.
Ik somde tijden op van aankomst en vertrek.
EJH
het geluid koud als bevroren moet aan iemand met een
lichaamstemperatuur van tussen de 35,5 en 37,8 graden
toebehoren
ik ben koppie onder want nat
voel druk op beide oren
het brummen van de beul zwelt aan als een pappadum
herken mijn naam tussen de h-s en g-s als nier- tussen boterbonen
steeds als ik doodga kom ik boven
als een zichzelf uitgravend overschot
streel me met je machete tot ik wakker word
vraag me naar je naam je eerste je tweede
blijf ik in gebreke plaats dan een kettervork tussen mijn kin en
borst
en wacht tot ik knik en van het lichtste licht verlost
verword tot korst
ILP
Ik word verlegen als ik geen geluid meer hoor.
Het lokken van de lokken achter ieder oor
bekreunt zich zacht als ademloos publiek dat snurkt
en elke gutturaal zich aan mijn larynx schurkt.
Ik schaak gehurkt. Er praat iemand. Ik doe hem na.
Maar als ik dan in voetlicht op de planken sta,
dan krijg ik dus opeens geen aanwijzingen meer
en doe ik als bij leven alles ongeveer.
Hoe wit wil je het hebben, al dit witte licht?
Wat zijn de laatste woorden van ons slotgedicht?
EJH
al is de luwte gespeend van sexy als een nordicwalker in een
fluorhessie
en loop ik soms leeg als een gieter ik hunker naar helder
vertel me dat we reizen door te blijven
tijd nu op laten stijven als iets wat zacht was is verhard
we willen van weinig woorden zijn maar het ontsnapt ons als gas
aan de andere kant van de finish-banier staat start
dat wat we zeggen tikkelt als nagels tegen een kelderluik
aanhoudend als een hit
het tegenovergestelde van oververhit
ik laaf me aan je licht
Erik Jan Harmens (1970) en Ilja Leonard Pfeijffer (1968)
uit: Duetten (2016)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter