
In Italië gaat het sinds een paar dagen de goede kant op – er komen de laatste dagen zelfs wat IC-bedden vrij. Maar in het dorp van mijn vrouw is de dichter overleden.
Het dorp ligt ver weg van alles, en dus ook van Bergamo en andere haarden in het noorden. Maar de kapper, die alle oude vrouwtjes bezocht in het dorp dat op wat oude mannetjes na vooral bestaat uit oude vrouwtjes, had het virus opgelopen en toen de dokter van het dorp erbij werd gelopen liep die ook het virus op. Beiden zijn inmiddels genezen.
Wekenlang heeft de dokter zijn diagnoses vanuit zijn raam gedaan, maar voor die tijd was hij bij de dichter geroepen, die het aan zijn hart heeft. En nu is de dichter dus dood.
Wie ons de afgelopen jaren had gehoord, zou hebben gedacht dat dit een opluchting zou zijn. De dichter schreef zijn gedichten in het dialect van het dorp en hij dacht altijd dat Roberta, de bekende dialectoloog van het Abruzzese, daar bijzondere belangstelling voor zou hebben. Hij heeft op een kleine dialectologische workshop die we tot verbijstering van de deelnemers – vooral onderzoekers uit het noordelijke Pavia – en dorpelingen ooit in het dorp organiseerden, eens gedichten voorgedragen.
En sindsdien kwam hij altijd naar me toe, ongevoelig voor het feit dat Roberta syntactisch onderzoek doet en de dichterlijke vrijheden met de zinsbouw zijn gedichten niet heel erg exemplarisch maakten, en dat ik die gedichten hoe dan ook niet begreep.
Maar nu is hij er niet meer. Of het nu het virus was, of het hart, daar zijn ze in het dorp nog niet uit, laat staan wij, op onze Skype-afstand. Het maakt het schuldgevoel van de dokter er niet minder op: hoeveel schuld heeft hij nu aan de dood van de dichter?
En zoals dat gaat: ineens besef je dat er een dichter heen is gegaan. Dat nu niemand nog gedichten maakt in het dialect. Dat niemand nog de gedichten maakt die hij had kunnen maken.
Ondertussen loopt de kapper alweer rond. In zijn eigen huis, want de lockdown is totaal.
DIt was een heel mooi stukje.
Bij de dokter geroepen … Moet waarschijnlijk zijn: bij de dichter geroepen. Verder een mooi en zelfs ontroerend stukje zoals de heer Lendering, wiens blog ik ook volg, al opmerkte. En Roberta, dat zal wel de vrouw van de schrijver zijn, zo hoop ik te mogen vermoeden. En voor lezertjes die willen weten waarover Lendering schrijft: Lendering schrijft over oude geschiedenis en over de methodes van geschiedschrijving. Bijvoorbeeld:
https://mainzerbeobachter.com