
Door Peter J.I. Flaton
Gisteren (zaterdag 18 april) richtte prof. dr. Frank Willaert zich via YouTube tot ons, lezers van Neerlandistiek, met wat we gerust een ‘cri de coeur’ mogen noemen of vragenderwijs: wat is er gaande?
Iedereen die Brugge kent en bovendien zijn Gezelle, heeft beslist het aan hem gewijde museum aan de Rolweg bezocht om er de sfeer, ja de aanwezigheid van Guido Gezelle – een van de grootste dichters uit ons taalgebied – te ervaren door er gedichten te lezen en afbeeldingen te bekijken, doorheen de vertrekken te dwalen en plaats te nemen op een van de banken in de belommerde tuin, de ‘hortus conclusus’ nota bene, waar Gezelles vader bij wijze van broodwinning zijn groenten teelde. En dat huis is er niet zo maar een want Gezelle is er geboren en getogen, minstens tot aan het moment waarop hij aan het aan het kleinseminarie in Roesselare gaat studeren om er later als jong priester leraar te worden (we danken aan deze periode mee een aantal van zijn mooiste gedichten).
Retorisch vragenderwijs: hoeveel auteursmusea zijn er in ons taalgebied waarin niet alleen hun erfgoed wordt beheerd maar die tegelijk ook hun geboortehuizen zijn? Mij schiet nu als enige naast dat van Gezelle het Multatulimuseum aan de Korsjespoortsteeg in Amsterdam te binnen. En Den Haag heeft wel het aan de Javastraat aan Couperus gewijde museum, zijn geboortehuis aan de Mauritskade is maar herkenbaar aan een plaquette op de gevel.
Nu, de gemeente Brugge (gelezen een bericht op de website van haar museumpagina van 15 april jl.) is voornemens het Gezellemuseum te sluiten en dat na 94 jaar.
Met veel mooie woorden omkleed (men herkent er het idioom van de marketeer moeiteloos in) wordt wat zijn museum was het Gezellehuis waarvan o.a. de tuin als een ontmoetingsplek wordt (ik citeer lichtjes gewijzigd) ‘gevaloriseerd’ en ‘een educatieve werking in en rond het Gezellehuis (wordt uitgebouwd)’.
Toegegeven, helemaal ontoegankelijk wordt het pand daarmee niet maar het verliest hoe dan ook zijn inmiddels bijna honderd jaren oude museale bestemming en dat is beslist een groot verlies want Gezelles eigenste erfenis zal er niet langer bij wijze van ‘praesentia realis’ in naspeurbaar zijn: de poëzie.
Vandaar op Neerlandistiek en namens zijn lezers dit appèl op de gemeente Brugge haar voornemen te heroverwegen en zo de museale status van Gezelles huis te bewaren. Dat sluit beslist de andere rollen die zij het wil laten spelen niet uit, ik zou durven zeggen: integendeel.
En met name lezers van ons tijdschrift in Vlaanderen zouden hier hun beslissende zet kunnen geven: door zich direct tot de museumdirectie in Brugge te richten.
Toegegeven, vanuit Nederland hebben we weinig recht van spreken: het Multatulimuseum in Amsterdam kan het hoofd maar met moeite financieel boven water houden en de geplande sloop van het huis van Etty Hillesum aan het Museumplein in Amsterdam, is een schandaal.
Dat daar nu heftig tegen geprotesteerd wordt, biedt de mogelijkheid hetzelfde toe doen jegens het Gezellemuseum in Brugge en solidair te zijn met wie hun stemmen (onder wie die van Jozef Deleu) laten horen in het Vlaamse: bij dezen.
Foto: Marc Ryckaert, Wikimedia
Gezelle verdient wmb een museum, maar de huidige presentatie trok in 2018 minder dan drieduizend bezoekers, lees ik op HLN.be. Dat zijn er een paar per dag (tenzij schoolbezoeken niet zijn meegerekend). Er moet dan dus iets gebeuren. Je kunt dan proberen Gezelle ‘hip’ te maken, zoals de N-VA wil (o.a. met Guido Gezelle-yoga). Of de functie uitbreiden. Voor het laatste is ook iets te zeggen, lijkt me. Wat is er mis met een meer educatief aanbod?
Natuurlijk moet dit museum open blijven. Het beste protest is natuurlijk: het bezoeken! Als je vanuit Nederland gewoon langs Damme fietst (prachtige route) rij je er bijna tegenaan!
@Gerard van der Leeuw, het museum blijft ook open. De toegang wordt zelfs vrij. Er blijft ook aandacht voor Guido Gezelle (dat wordt in elk geval gesuggereerd). Stel dat je er een plek van maakt waar dagelijks honderden mensen met een bredere culturele belangstelling komen. Dan heeft een kleinere Gezelle-expo meer succes dan een grotere waar een dozijn mensen komen, die bovendien hun Gezelle al kennen. Gezelle heeft voor die speciale liefhebbers onlangs een mooie website gekregen. Met dat medium kun je handschriften e.d. nog mooier en gebruiksvriendelijker tonen dan in een vitrine.
Het Gysbert Japicxhûs in Bolsward is ook het geboortehuis van de dichter en het Theo Thijssenmuseum bevindt zich in het geboortehuis van die schrijver. Er zullen vast nog wel voorbeelden van zijn – dat natuurlijk terzijde, maar het is aardig er een inventarisatie van te maken.
Er is natuurlijk het Multatuli museum in zijn geboortehuis in Amsterdam, het Couperus museum in Den Haag (niet in een huis waarin hij gewoond heeft) en ik weet van een Arie van der Lugt museum in Luyksgestel,hij was een schrijver van jeugdboeken en streekromans. Het is nog steeds de bedoeling om in ieder geval de werkkamer van Harry Mulisch in zijn woonhuis aan de Leidsekade in Amsterdam toegankelijk te maken voor het publiek. Het Bilderdijk museum is een aantal jaren geleden gesloten, En er is een Nijntje museum (Dick Bruna) in Utrecht.