Door Gaston Dorren
Sommige officiële spellingen zijn het resultaat van vergissingen.
Vanwege een serververhuizing in het datacenter van de Universiteit Leiden is neerlandistiek.nl op 27 november 2024 tijdelijk niet bereikbaar.
Onze excuses voor het ongemak!
Henk Wolf zegt
Als aanvulling op deze mooie video: formeel gezien is het niet eens duidelijk of de spelling van de eindklank van [ɣəʋe.st] überhaupt wel is geregeld. Het Groene Boekje noemt de vorm ‘geweest’, maar dat betekent niet automatisch dat die vorm voorgeschreven is. Het Groene Boekje heeft namelijk geen zelfstandige officiële autoriteit. Het heeft in sommige kwesties wel een gedelegeerde autoriteit, namelijk
1) als er twijfel is over de toepassing van een spellingregel (krachtens de redactionele opmerking aan het begin van het Besluit);
of
2) als er in het Besluit bekendmaking spellingvoorschriften 2005 voor het oplossen van een spellingkwestie staat dat ‘de Woordenlijst’ uitsluitsel geeft (zoals bij de spelling van Franse leenwoorden in paragraaf 4.2 en bij de spelling van [i.] als -ie- of -i-).
Als 1) en 2) niet van toepassing zijn, dan heeft het Groene Boekje alleen een illustrerende functie van de spellingregels in het Besluit en moeten de regels worden ontnomen aan het Besluit. Volgens mij geldt dat voor de spelling van ‘geweest’.
In het Besluit staat over de spelling van onregelmatige werkwoorden namelijk geen regel om te kunnen kiezen tussen een -t- of -d- als schrijfwijze van de [t] in [ɣəʋe.st]. De voor deze kwestie relevante paragraaf zou 11.6 (‘voltooid deelwoord van onregelmatige werkwoorden’) moeten zijn, maar daarin staat helemaal geen spellingregel: de spellingkwestie van de [t] is op een vreemde manier opgenomen in een generaliserende morfologische beschrijving, iets wat in een spellingberegeling helemaal niet thuis hoort. Hier de betreffende tekst:
“Het voltooid deelwoord begint, als er geen ander voorvoegsel* is, met ge- en eindigt op -en, soms op -d of -t. In sommige gevallen wordt de gewone stam gebruikt, in andere de verledentijdsstam.”
Regels voor de keuze tussen -d en -t als schrijfwijze van [t] worden niet gegeven, dus over de toepassing van de regel kan geen twijfel ontstaan (1). De kwestie wordt ook niet gedelegeerd aan de Woordenlijst (2).