
Ja, één keer nog je leven overdoen,
En dan op ’t toekomst-richtend ogenblik
Nalaten dat gebaar, dat woord, die blik,
Die reis, die brief, die daad, die vraag, die zoen,
Zó, dat een niet begrepen vizioen
Je zou weerhouden door plots’linge schrik,
Doordat in ’t Nu van ’t eigenmachtig Ik
Waarschuwend school ‘t praeëxistente Toen:
Dan zou je dát doen, daarna dát, en dan
Zou je gelukkig zijn, als die en die:
En stil bioskopeert je fantazie
Een ouerwets blij-eind’gende roman –
Ja, maar wie weet, als hij zo denkt, of niet
Herinn’ring was dat, wat hij weif’lend liet?
J.A. Dèr Mouw (1863-1919)
uit: Brahman I (1919)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Dèr Mouw, met dat rare streepje op de E van Der. Die rare man die zich ook Adwaita, de ongetweede, noemde. Als ik iets ben, dan zeker geen ongetweede maar de gespletene, Maar toch. Maar toch. Misschien toch wel de grootste dichter van de lage landen aan de zee. Maar twist met mij, zou Nijhoff en Noteboom zeggen.