Het internet is voor sommige mensen altijd een kwestie geweest van idealisme: wij delen kennis met elkaar, wij, mensen. We laten ons niet meer in de luren leggen door machthebbers, door grote mediabedrijven. door mensen die denken dat ze mogen verdienen aan informatie die eigenlijk van iedereen is. Iedereen met een computer die is aangesloten op het internet kan meedoen – hoeft niet meer passief informatie te consumeren zoals in het tv-tijdperk, maar kan actief bijdragen. Samen gaan we zo een betere wereld maken.
Marleen Stikker is in Nederland één van de gezichten van die idealistische kant van het Internet. Ooit was ze de ‘virtuele burgemeester’ van De Digitale Stad, een internetplatform dat heel veel Amsterdammers (en Nederlanders) voor het eerst op het internet bracht, waar je de Groene kon lezen en informatie van de gemeente bekijken – waar je als burger een rudimentaire eigen internetpagina kon maken en als je meer ambities had een website. Ook het eerste Nederlandstalige literaire internettijdschrift De Opkamer had er zijn oorsprong, net als het project Laurens Jz. Coster, een voorloper van de DBNL die draaide op vrijwilligers.
Stikker, die inmiddels alweer heel lang directeur is van de Amsterdamse technologiedenktank Waag, maakt zich inmiddels zorgen: het internet is gekaapt door grote technologiebedrijven die het soms (Apple, Google) wel lukt om het waas van dat idealisme als een mantel te dragen en soms zelfs dat hebben afgeschud (Amazon, Facebook). Bedrijven die hoe dan ook aantoonbaar weinig hebben met het openstellen van de publieke ruimte, die daarentegen eindeloos data over ons verzamelen zonder dat ze zelf transparant zijn, Voor wie privacy evenmin belangrijk is als transparantie.
Ze schreef er een boek over, Het internet is stuk waarin ze in detail laat zien hoe dat is gegaan – zowel vanuit haar eigen Amsterdamse perspectief als wereldwijd. Ze beschrijft de idealistische periode uit de jaren tachtig en negentig, toen kunstenaars en hackers en krakers deze nieuwe publieke ruimte ontdekten en openstelden. In een tweede deel beschrijft ze dan de opkomst van de techbedrijf, de sympathie en het ontzag die deze ondernemers als ‘jonge honden’ wisten op te wekken, ook bij bestuurders die daarmee ruim baan maakten voor deze lieden op het internet, en de publieke ruimte die er óók had kunnen ontstaan lieten verkommeren. (Stikker maakt er niet veel woorden aan vuil, maar de verschrikking die de website van de NPO is, is daar natuurlijk een voorbeeld van.) En hoe een en ander inmiddels een reële bedreiging is gaan vormen voor het milieu – als het internet een land was, zou het zesde staan op de ranglijst van energiegebruikers – en de democratie – in een tijd waar verkiezingsresultaten in sommige landen door vreemde mogendheden gemanipuleerd lijken te kunnen worden.
In een derde deel legt ze uit hoe we het internet alsnog kunnen repareren. Dat is een van de fijne aspecten van Stikker: dat ze het praktische idealisme niet is verloren. Handen uit de mouwen, we gaan het internet terugpakken! En wel door ons te organiseren – het liefst samen met een democratische overheid – en zo op te staan tegen de Ubers en de Googles van deze wereld. Door ons gezond verstand te gebruiken en in te zien dat de zelfbesturende auto nog zo ver weg is dat het alleen al daarom onverstandig is er van alles voor opzij te schuiven. Door als individu te kiezen voor software die veiliger is en ethischer, en minder afhankelijk van de grote bedrijven.
Ik geloof dat wij neerlandici, wij academici, daarbij gebaat zijn. Wij
Marleen Stikker. Het internet is stuk. Maar we kunnen het repareren, Amsterdam: De Geus, 2020. Bestelinformatie bij de uitgever.
Wouter van der Land zegt
“het internet is gekaapt door grote technologiebedrijven die het soms (Apple, Google) wel lukt om het waas van dat idealisme als een mantel te dragen en soms zelfs dat hebben afgeschud (Amazon, Facebook). Bedrijven die hoe dan ook aantoonbaar weinig hebben met het openstellen van de publieke ruimte,”
Het verhaal lijkt me hier en daar wat ongenuanceerd. Google heeft bijvoorbeeld miljoenen boeken gescand en talloze boeken uit het publieke domein beschikbaar gemaakt. En of muziek, films, etc. waarop auteursrecht rust informatie is die ‘eigenlijk van iedereen’ is, lijkt me bedicussieerbaar (dl’en van illegale kopieën was voor miljoenen een hoofdreden om een internetaansluiting te nemen). Bedoel je daarmee dat als Kluun een nieuw boek schrijft, dat ‘eigenlijk’ kosteloos door iedereen gelezen moet kunnen worden? Ik denk dat Kluun dan onmiddellijk ophoudt met schrijven en net als Jort Kelder full-time beroemdheid wordt. Afschaffen van intellectuele eigendom is mogelijk, maar heeft grote gevolgen.
DirkJan zegt
Marleen Stikker is een interessante denker over de gevaren van technologie, internet en privacy. Je kan je als individu onttrekken aan de grijparmen van de grote techbedrijven en het daar verder bij laten, maar de samenleving moet ook actief optreden tegen de steeds groter wordende macht van mediabedrijven die zoveel mogelijk data over ons verzamelen om te verkopen. Privacy is alleen nog voor idealisten.
Mijn maatschappelijke reikt niet verder dan dat ik op een politieke partij stem waarvan ik hoop dat ze kritisch de ontwikkelingen volgen, ik ben zelf geen activist. Ik heb vooral gekozen voor het persoonlijke door bijvoorbeeld nooit op Facebook te gaan (maar zit wel op Twitter), geen smartphone neem (heb wel een mobieltje) en daardoor gelukkig geen Whatsapp heb, maar wel een eigen website onderhoud. Vooral dat laatste beschouw ik als de mooiste technologische mogelijkheid die ik ooit in handen heb gekregen en daar ook gretig gebruik van maak..
Ik ben geen BN’er, geen groot schrijver of denker, maar een tiepelaar met diverse interesses en veel over mijn leven heb ik in de loop der tijden op mijn eigen domein De Jongenskamer gezet (mijn eerste webpagina was op het portaal van De Digitale Stad), met vooral in het verleden aardig wat bezoek. Ik doe het omdat het kan en ik van niemand afhankelijk ben om iets te publiceren en omdat het een aardig tijdverdrijf is. Ik zeg altijd, het is leuker als teluhvisie, waar ik niet naar kijk. Het is maar waar je je tijd aan wilt spenderen.
Deze blog wordt denk ik veel gelezen door oudere mensen en vooral aan hun wil de tip geven om ook een website te beginnen en erop te publiceren, bijvoorbeeld met artikelen die ze ooit hebben geschreven. Dat is veel beter dan korte berichtjes op Facebook maken en liken. Facebook is ook niet door iedereen te lezen, of de korte adem van een webblog. En wie enigszins op leeftijd is en animo heeft, probeer ik ook altijd enthousiast te maken om een biostory te schrijven en online te zetten. Leuk om te doen en wellicht interessant voor een verre toekomst, voor nazaten of andere geïnteresseerden.
Het is natuurlijk vaak allemaal wel een illusie een eigen website, want het idee dat je kan publiceren wil nog niet zeggen dat je ook veel wordt gelezen, maar dat maakt me niet zoveel uit. Ik hou van illusies.
Ik ben – net als Marleen Stikker – voor creative commons zodat iedereen zoveel mogelijk alles op internet gratis deelt en er toegang toe heeft. Al mijn teksten op mijn site zijn daardoor in principe altijd door iedereen gratis over te nemen. Free flow of information.
Hier de link van een tekstpagina die ik ooit maakte om een biostory te schrijven en online te zetten.
http://www.dejongenskamer.nl/bio.htm
Marleen Stikker was in 2018 te gast in Zomergasten. Op YouTube heeft de VPRO daarna een samenvatting in 5 minuten online gezet.