Hoewel de vormen die we uitspreken altijd wel lijken op de vormen zoals we die in ons hoofd hebben, zijn er ook verschillen. De optimaliteitstheorie beschrijft hoe we die verschillen kunnen berekenen: als een compromis tussen de wens om zo getrouw mogelijk te zijn aan de lexicale vorm en de wens om de vorm zoveel mogelijk te laten lijken op een ideale vorm, met ideale segmenten in een ideale lettergreepstructuur in een ideale prosodische structuur.
AV DRepe (@kneistonie) zegt
Wim Sonneveld aan de telefoon. “Hoe laat gaat de bar open ?”
Die zin komt uur na uur, telkens en keer op keer herberekend, al incoherenter uit zijn mond.
Dialectologen kennen de varianten van het herberekenen als geen ander, maar dat is misschien al gezegd.