Delft
Sluimer dood
zacht
verdronken
donker
nacht
groene dood
in de gracht
verzonken
blinde non
waanzin
spon
zacht
geflonker
in de ogen
donker
pracht
H. Marsman (1899-1940)
foto: wikipedia / Michiel1972
Lees hoe Hannes Meinkema dit gedicht fileert.
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
DirkJan zegt
Vandaag, na gisteren, zoals zo vaak,wederom een samenhangend gedicht en nu een gedicht over Delft van de expressionistische dichter Hendrik Marsman, geboren op 30 september 1899 in Zeist, waar hij tot na zijn middelbare school bleef wonen. Hij overleed, vandaag 80 jaar geleden op 21 juni 1940 in de Golf van Biskaje. Toeval bestaat niet.
“Na de Duitse inval in het westen in 1940 vond hij de dood toen de Berenice, het schip waarop hij met zijn vrouw naar het Zuid-Engelse Falmouth vluchtte, in de Golf van Biskaje, vlak onder Belle-Île-en-Mer, verging. Of het schip getorpedeerd werd door een U-boot of dat de ondergang een andere oorzaak heeft is niet zeker. Er waren acht overlevenden: de kapitein (kort daarna gestorven), zes bemanningsleden en Rien Marsman, de enigen die op het moment van de explosie op het dek waren geweest.”
https://nl.wikipedia.org/wiki/Hendrik_Marsman
Ik kende als tiener het hele, bescheiden oeuvre van Marsman en ik werd in eerste instantie raak getroffen door zijn bekende, vitalistische gedicht De grijsaard en de jongeling, dat populair was en misschien nog steeds is onder jongeren. Ik kocht zijn verzameld werk, een niet zo dikke paperback..
Al bij zijn leven gaf Marsman in 1938 zelf zijn verzamelde gedichten tot dan toe uit en na zijn dood verscheen in 1941 de definitieve bundel, Verzamelde gedichten die integraal op de dbnl is te vinden.
https://www.dbnl.org/tekst/mars005verz03_01/index.php
Ik kan niet precies vinden wat de relatie tussen Delft en Marsman is, maar ik lees ergens dat toen Marsman in de twintig was, hij een reis door Zwitserland, Duitsland en het westen van Nederland maakte en wat hem inspireerde tot de gedichtenreeks Seinen, met gedichten met de titels, Berlijn, Potsdam, Stralsund, Freiburg. Milo, Bazel, Dordrecht, Delft, Scheveningen, Amsterdam. Hij heeft Delft bezocht.
Marsman was na Achterberg mijn favoriete Nederlandse dichter en zijn werk vond (en vind) ik heel mooi en goed toegankelijk. Later las ik dat hij door veel critici wordt weggezet als een matige, overschatte dichter. Ik vind ten onrechte.
Ik heb even gekeken naar de link die onder het gedicht staat. Het verwijst naar een pagina op de dbnl waar schrijfster en feministe Hannes Meinkema (geboren, Johanna Maria Jelles Postma-Nelemans) onder een ander pseudoniem, Hannemieke Postma, het gedicht in de jaren zeventig heel gedetailleerd bespreekt. Ik ben na een paar regels gestopt met lezen, ik weet niet of het allemaal oprecht is of ironie, maar deze langdradige bespreking is voor mij oninteressant, ik geloof het wel. Ze promoveerde in 1977 op Marsmans ‘Verzen’, toetsing van een ergocentrisch interpretatiemodel. Of dat proefschrift positief of negatief is weet ik niet,
Onder het gedicht van de dag staat bij de link de toevoeging Hannes Meinkema ‘fileert’. Fileren kan analyseren betekenen, maar het heeft voor mij vooral een negatieve connotatie van kritisch afserveren. Ik serveer in ieder geval niet mee.
M. Helder zegt
Geboren als Hannemieke Stamperius. Tijdens haar huwelijk gebruikte ze de achternaam van haar man, Postma. Haar bekendste pseudoniem is Hannes Meinkema.
Op de DBNL-pagina staat de voorkant van haar proefschrift afgebeeld, auteur Hannemieke Postma – wat op zich al laat zien dat dit geen pseudoniem is: proefschriften worden immers niet onder pseudoniem geschreven. Ik heb de DBNL gevraagd de onjuiste informatie ‘Hannes Meinkema, onder pseudoniem Hannemieke Postma’ te corrigeren.
DirkJan zegt
Op de website van ‘Hannemieke Stamperius’ staat een biografische pagina die begint met:
“Hannemieke Stamperius – literaire pseudoniemen Hannes Meinkema en (voor haar literaire detectives) Justa Abbing – werd op 12 september 1943 geboren als Johanna Maria Jelles Stamperius, roepnaam Hannemieke, in Tiel.”
http://stamperius.com/biografie
Hannemieke is kennelijk haar roepnaam en zo blijkt later dat Stamperius de naam is van haar moeder, maar onduidelijk of Stamperius de meisjesachternaam is van haar moeder, of dat van haar man. Later neemt ‘Hannemieke’ voor enige tijd de achternaam aan van haar stiefvader die Nelemans heet. Maar nu heet ze echt Hannemieke Stamperius met daarnaast een handvol pseudoniemen. Kan je het nog volgen? 🙂
Maar hoe zit dat met het proefschrift, moet de DBNL wat corrigeren? Lijkt me niet.
Op de omslag van haar uitgegeven proefschrift uit 1977 staat inderdaad de naam Hannemieke Postma, maar op de beginpagina van het officiële proefschrift op de DBNL staat ook:
__
Marsmans Verzen
Toetsing van een ergocentrisch interpretatiemodel
Testing of an ergocentric model for interpretation (with a summary in English)
PROEFSCHRIFT
ter verkrijging van de graad van
Doctor in de Letteren
aan de Rijksuniversiteit te Utrecht,
op gezag van de Rector Magnificus
Prof. Dr. A. Verhoeff,
volgens besluit van het College van Decanen
in het openbaar te verdedigen op
vrijdag 24 juni 1977 des namiddags te 2.45 uur
door
Johanna Maria Jelles Postma-Nelemans
geboren op 12 september 1943 te Tiel
__
https://www.dbnl.org/tekst/mein010mars01_01/colofon.php
Ik denk dus niet dat de DBNL iets hoeft te corrigeren en Hannemieke Stamperius, ik bedoel Hannemieke Postma zijn eigenlijk allemaal pseudoniemen.
En wil de echte M. Helder dan nu opstaan? Hugo Brandt Corstius kan het niet zijn, ook al schreef hij als multi-pseudoniemenschrijver ook onder de naam Maaike Helder, HBC is helaas al weer wat jaren dood. Maar wie zou er dan achter de naam M. Helder schuil kunnen gaan? Ik ben geen literaire detective en heb geen idee, maar ondanks het late tijdstip, kostelijk is het allemaal wel. 🙂