• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Het Raadsel van de Drie Broers

10 juni 2020 door Arjan Sterken 6 Reacties

Oude Folklore in het Oudfries, deel 7

Het begin van de Brokmerbrief, uit het Tweede Brokmer Handschrift. Bron: Wikimedia Commons

Er is een zeer mysterieuze tekst, te vinden in de Eerste en Derde Emsinger Handschriften (Buma en Ebel 1967, p. 48-49, 202-205), de Hunsingoër Handschriften (Hoekstra 1950, p. 57, 141), en Codex Unia. Veel Oudfriesisten weten niet zo goed wat ze ermee aan moeten, en daarom heet de tekst het Erfrechtsraadsel van de Drie Broers. Het is een wat vreemde tekst zo midden in de Oudfriese rechtsbronnen. Het wordt een raadsel genoemd omdat de functie van de tekst niet wordt begrepen. Naar mijn idee is het geen raadsel in de klassieke zin, want er is geen antwoord dat gegeven zou moeten worden. Naar mijn idee is het wel een ander folkloristisch genre.

Voordat ik onthul wat voor genre het is, wil ik eerst eens met jullie kijken naar deze tekst. Het gaat in totaal om drie verschillende ‘raadsels’. De twee versies uit de Hunsingoër Handschriften zijn identiek aan elkaar, de twee uit de Emsinger Handschriften verschillen van elkaar in woordkeuze maar zijn qua verhaal identiek. De hier genoemde versies zijn ook allemaal qua verhaal gelijk aan elkaar, ook al wordt de volgorde van de ‘raadsels’ omgedraaid in de Hunsingoër Handschriften. Om de sfeer van deze teksten te proeven, zal ik het eerste ‘raadsel’ uit de versie van het Derde Emsinger Handschrift (Buma en Ebel 1967, p. 202-203) hier weergeven:

“Ther weren thre brothere anda were nolle fulbrothere, tha nome thi iunxte hire feiders lawa anda tha aldere twam ne machte nenawt writhe bi asega dom and bi liude londriucht.”

“Er waren eens drie broers, die allen volle broers waren. De jongste nam het erfdeel van hun vader, en de oudere twee konden geen deelgenoot worden door het oordeel van de asega en het landrecht van de mensen.”

Het tweede (of derde) ‘raadsel’ gaat over dat de jongste broer hun vader of grootvader doodslaat, waarna de twee oudere broers voor de boete opdraaien. Het laatste ‘raadsel’ is het meest raadselachtig. Hoewel de drie broers volle broers van elkaar zijn, zijn ze toch van ongelijke geboorte. Desondanks delen ze de erfenis van hun ouders op gelijke wijze.

Wat naar mijn idee de sleutel is om deze drie ‘raadsels’ te begrijpen is het begin, dat vrijwel identiek is bij elk ‘raadsel’: ther weren …, er waren eens … . We kennen de formule ‘er was eens …’ uit een ander folkloristisch genre: het sprookje. Wat we hier zien, naar mijn idee, zijn sprookjes die op een jurisprudentie-wijze de Oudfriese rechtsbronnen zijn binnengeslopen.

Hoe werkt dat precies? Het Oudfriese recht is een vrij concreet rechtssysteem: op bepaalde vergrijpen, die specifiek gedefinieerd worden, staan specifieke straffen. Er zijn geen algemene en abstracte principes die het recht vormgeven, maar vrij concrete situaties die een judiciële reactie veroorzaken. Volgens Algra wordt deze jurisprudentie getransformeerd naar gegeneraliseerde regels, wat bekend staat als dingtaal (O’Donnell 1998, p. 247). Bij deze ‘raadsels’ zien we hetzelfde gebeuren: er is een oraal circulerend sprookje, wat door de rechtslieden als een echte rechtszaak wordt gezien, zoals ook mensen en politici (een duidelijk andere categorie van wezens) hun gedrag en beslissingen kunnen vormgeven door informatie ingegeven via moderne sagen. Deze rechtslieden veralgemeniseren deze ‘rechtszaken’ naar dingtaal, en zo zijn deze sprookjes in verschillende handschriften terecht gekomen.

Wat we hier dus hebben is een soort samenvatting van drie sprookjes. Veel narratieve elementen zijn verwijderd, omdat ze overbodig waren in de dingtaal. Het is echter de vraag of men nog doorhad dat dit sprookjes waren. Misschien zwierven deze sprookjes oraal rond, maar werden ze niet als fictie door de samenstellers van deze manuscripten gezien, maar als waarlijk gebeurde rechtszaken. Vervolgens zijn dan deze concrete rechtspraken naar een soort gegeneraliseerde versie teruggebracht: de betrokkenen, de daad, en het oordeel worden kort maar krachtig medegedeeld.

Naast de formule ther weren is er nog een clou die mij aan een sprookje doet denken. Alle drie de sprookjes hebben het over drie broers. Deze verdriedubbeling is een bekend fenomeen in allerlei sprookjes: er zijn inderdaad drie broers, of drie verschillende opdrachten, drie borden havermout enzovoorts. Het is daarom ook één van Thompson’s folklore-motieven: P251.6.1 Three brothers. In het eerste sprookje vinden we daarnaast een ander bekend motief: H1242 Youngest brother alone succeeds on quest. In veel sprookjes met drie broers lukt het de twee ouderen niet om de queeste te volbrengen, maar de jongste wel. Hier speelt hetzelfde: het lukt de jongste broer wel om het erfdeel van de vader te krijgen, terwijl de oudste twee achter het net vissen. In het tweede sprookje zien we ongeveer hetzelfde: hier is de jongste broer een soort trickster, wiens wangedrag (het doodslaan van zijn vader of grootvader) geen consequenties voor hemzelf heeft, maar waar zijn twee oudere broers voor moeten opdraaien.

Bij de drievoudige associatie tussen sprookjes, rechters, en raadsels kan men aan nog iets denken hier: het rechterraadsel. Dit subtype van het sprookje gaat over iemand die schuldig wordt bevonden van een misdaad. Om de straf te ontkomen wordt aan de rechters een raadsel voorgelegd. Weten de rechters dit raadsel niet op te lossen, dan kan de beschuldigde vrijuit gaan. Dit sprookje krijgt het verhaaltype-nummer ATU 927 Out-riddling the Judge mee, en is ook in het huidige Fryslân bekend (zie hier of hier of hier of hier of hier). Er wordt in deze teksten echter nergens vermeld dat de jongste broer vrijuit gaat door een raadsel. Dat dit rechterraadsels zijn lijkt mij onwaarschijnlijk. Of, in elk geval, wat betreft de eerste twee verhaaltjes. Het derde ‘raadsel’ blijft ook voor mij echt een raadsel. Er zijn drie volle broers; ondanks dat zijn ze van ongelijke geboorte, en toch weten ze de erfenis op gelijke wijze te verdelen. Hoe kan dat? Het zou zo kunnen zijn dat dit wel echt een raadsel is. Ik weet het niet, zowel of dit dan wel een raadsel is alsook wat dan het antwoord zou moeten zijn. Ontstond de ongelijke status simpelweg doordat één de oudste is, en de andere twee jonger zijn? Of moeten we denken in de richting van lichamelijke variëteit, zoals lengte of een handicap? Dit blijft een raadsel, en op die wijze hebben de oude Oudfriesisten deze tekst toch een goede titel gegeven. Laat een reactie achter als je een poging wilt wagen, maar er is geen garantie dat je vrijuit gaat als je het antwoord raadt!

Referenties

Primaire bronnen

Buma, Wybren Jan, en Wilhelm Ebel, vert. 1967. Das Emsiger Recht. Göttingen: Vandenhoeck und Ruprecht.

Hoekstra, J., red. 1950. De Eerste En de Tweede Hunsinger Codex. Den Haag: Martinus Nijhoff.

Secundaire literatuur

O’Donnell, Daniel. 1998. ‘The Spirit and the Letter: Literary Embellishment in Old Frisian Legal Texts’. In Approaches to Old Frisian Philology, geredigeerd door Rolf Bremmer, Thomas Johnston, en Oebele Vries, 245–56. Amsterdam: GA.

Thompson, Stith. 1958. Motif-Index of Folk-Literature: A Classification of Narrative Elements in Folktales, Ballads, Myths, Fables, Mediaeval Romances, Exempla, Fabliaux, Jest-Books, and Local Legends. Revised and Enlarged Edition. Bloomington: Indiana University Press. http://www.ruthenia.ru/folklore/thompson/.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel, Vertelcultuur Tags: broers, Oudfries, raadsel, rechters, sprookje, volksverhaal

Lees Interacties

Reacties

  1. Pieter zegt

    10 juni 2020 om 14:40

    Misschien was de sociale status of wettelijke toestand (of iets dergelijks, ik heb geen verstand van middeleeuws recht) van de vader (of moeder) telkens anders bij de geboorte van de drie broers van het derde raadsel, maar omdat ze wel volle broers waren, hadden ze wel recht op een gelijk erfdeel?

    Beantwoorden
    • Arjan Sterken zegt

      10 juni 2020 om 18:57

      Hmm, interessante suggestie! Peter-Arno Coppen maakt hieronder dezelfde suggestie, dus wie weet zit er echt wat in. Met wat geluk kan je dit raadsel dan gebruiken als vrijbrief tijdens een rechtszaak!

      Beantwoorden
  2. Peter-Arno Coppen zegt

    10 juni 2020 om 15:19

    Kan de ongelijkheid te maken hebben met de status van de ouders ten tijde van de geboorte? Iemand is bijvoorbeeld zoon van een koning en dus een prins. Vervolgens wordt de koning afgezet, en die krijgt daarna nog twee zonen. De broers van de prins zijn dan zelf geen prins.

    Beantwoorden
  3. DirkJan zegt

    10 juni 2020 om 18:01

    Ik moest gelijk aan het sprookje De drie broers van de gebroeders Grimm denken waarbij het ook gaat om drie broers en de verdeling van de erfenis van hun vader.

    https://nl.wikipedia.org/wiki/De_drie_broers

    Wat ontbreekt aan het artikel over de Brokmerbrief vind ik dat ik niet weet wat er verder instaat en waar het nu over gaat, er is ergens sprake van een moord, maar hoe zit dat dan met deze tekst? Ook vraag ik me af of de afgedrukte facsimile wel begint met woorden als Er was eens. Misschien is dat er in latere versies van gemaakt?

    Beantwoorden
    • Arjan Sterken zegt

      10 juni 2020 om 18:54

      Het artikel gaat niet over de Brokmerbrief. Deze afbeelding is de enige afbeelding van een Oudfries manuscript wat zonder copyright-beperkingen kan worden overgenomen. De afbeelding heeft verder weinig met de teksten onder analyse te maken

      Beantwoorden
  4. M. Helder zegt

    12 juni 2020 om 01:48

    U schrijft ‘ongelijke geboorte’ en even later ‘ongelijke status’. Wat staat er letterlijk, en hoe zeker is men wat betreft de betekenis van die term?

    Beantwoorden

Laat een reactie achter bij Peter-Arno CoppenReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Sint Nicolaas

Zie eens, Mietje! wat al lekkers
U, Sint Nicolaas al bragt;
Omdat ge’ als gehoorzaam Meisje,
Uw verpligting hebt volbragt.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

2 januari 2026: Vlekflits

2 januari 2026: Vlekflits

5 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d