Voornamendrift 55
Door Gerrit Bloothooft
Op 7 januari 1920 werd de eerste Marjolein in Nederland geboren, te midden van het rumoer van een acteursstaking. Vader Herman Heijermans kreeg het voor elkaar om de Amsterdamse ambtenaar van de Burgerlijke Stand te overtuigen dat Marjolein en Droomelot acceptabele voornamen voor een kind waren. Dat was niet vanzelfsprekend want alleen gangbare voornamen waren toegestaan. Marjolein was natuurlijk wel bekend als aloude naam van het kruid, en heeft qua opbouw alles voor een meisjesnaam: Mar, wat naar Maria kan verwijzen en ein als gebruikelijk vrouwelijk suffix (vergelijk Madeleine), terwijl jo nog als verkorting van Johanna kan worden gezien. En die potentie voor succes blijkt later ook, er zijn inmiddels 13.450 vrouwen die Marjolein heten. Dat is met Droomelot niet gebeurd. Omdat Marjolein zo’n typisch Nederlandse naam is (het Franse Marjolaine bestaat wel, maar heeft ook in Frankrijk geen grote vlucht genomen) is het de moeite waard om te kijken hoe deze nieuwe voornaam zich in tijd en plaats ontwikkelde in de laatste eeuw, zonder dat er sprake kan zijn van buitenlandse invloeden.
Meisjes kregen na Heijermans’ innovatie in 1920 een eeuw lang de naam Marjolein (figuur 1), maar nu, in 2020, wordt bijna geen kind meer zo genoemd. Dat is het lot van een modenaam. Er zijn in de naamontwikkeling vier fasen te onderscheiden. Tussen 1920 en 1940 wordt de naam sporadisch, 18 keer, gegeven. Maar na 1940 komt een eerste populariteitsgolf op gang. Dat kan te maken hebben met het in 1940 verschenen boek Marjolein van Emmy Prinsen over een onconventionele, geëmancipeerde vrouw. De auteur, die Heijermans’ geschiedenis wel gekend zal hebben, koos waarschijnlijk bewust voor een in die tijd ongebruikelijke voornaam voor de hoofdfiguur als representatie van haar zelfstandig karakter. Ook de 14-delige jeugdboekenserie over ‘Marjoleintje van het pleintje’ van Freddy Hagers, die in 1948 begon, zal zeker positief hebben bijgedragen. Tot een kleine hype leidde rond 1958 het liedje van Annie M.G. Schmidt ‘Marjolijne, doe je wollen sokjes aan’, vooral bekend door de vertolking door Wim Sonneveld. De spelling met ei is wel altijd populairder geweest dan die met ij (die hetzelfde verloop heeft maar vier keer minder is gegeven). Voor een eind -e wordt weinig gekozen. Het liedje kan naast de directe hype mede aanleiding zijn geweest voor de grote populariteitsgolf die in de jaren 80 een maximum bereikte (wat ook opgemerkt werd door Kluitman uitgeverij die een herdruk van de Marjolein-serie op de markt bracht). Die golf moet modelmatig rond 1960 zijn begonnen.
Er zijn voor Marjolein weliswaar geen buitenlandse inspiratiebronnen aan te wijzen, maar Nederlandse juist wel. Of ouders door een personage in een boek zijn geïnspireerd of door de naam van een kind dat al Marjolein heet is niet te bepalen. Voor de modellering van populariteit lijkt dat niet uit te maken omdat het effect van een enkele inspiratiebron of het opgetelde effect van meerdere bronnen tot hetzelfde eindresultaat leiden. Maar elke modelmatige golf moet wel zijn eigen achtergrond hebben. De vier fasen voor Marjolein zijn goed te onderscheiden, en zo’n complexe levensloop geldt voor veel modenamen. Waarbij het natuurlijk boeiend is om de oorzaak van elke afzonderlijke fase te achterhalen.
Toen Herman Heijermans en Annie Jurgens in Amsterdam in 1920 hun dochter Marjolein Droomelot noemden werd dat als een zonderlinge keuze bestempeld en via de krant breed bekend gemaakt. Men kende de naam Marjolein daarom waarschijnlijk wel in cultureel geëngageerde kringen, maar toch was de navolging in de eerste 20 jaar beperkt. Het waren ouders in Amsterdam, Zandvoort (waar Heijermans stierf), Blaricum, Den Haag, Haarlem, weer Den Haag, Rotterdam en weer Den Haag die tussen 1920 en 1930 voor Marjolein kozen. Deze eerste naamgevers kunnen tot Heijermans’ sociale netwerk of bewonderaars behoord hebben. Voor 1940 woonden de 18 ouders van Marjolein veelal in Zuid- en Noord-Holland (maar ook in Apeldoorn en Arnhem en uithoeken zoals Schiermonnikoog, Maastricht en Kruiningen). Opvallend is dat er al negen Marjoleinen in die periode in Nederlands-Indië werden geboren. Als er na 1940 boeken en een lied met Marjolein verschijnen die landelijke belangstelling krijgen, wordt de geografische verspreiding over Nederland grotendeels uniform, met alleen minder belangstelling in Friesland en Limburg. Net als bij Sandra (met buitenlandse inspiratie) is er weinig specifieke ontwikkeling te herkennen in de landelijke verspreiding van Marjolein (met binnenlandse inspiratie). Dat lijkt een vrij algemeen kenmerk van modenamen op Nederlandse schaal te zijn.
- Was Heijermans echt de eerste die voor Marjolein koos? In de basisregistratie personen in ieder geval wel. In wiewaswie.nl staan een aantal oudere vermeldingen maar die blijken op digitalisatie fouten te berusten.
- Overigens is Oregano nooit als voornaam gekozen, maar Majoraan wel als volgnaam voor een jongen.
Brecht de Graaf zegt
Thymen en Roosmarijn zijn ook kruidenvoornamen.