Gedichten van C. Buddingh’ uit de zesde jaargang van Gard Sivik.
ars poetica
ik weet het nog als de dag van gisteren
(ik was misschien 22): ik zat
te broeden op een gedicht, en mijn moeder
zat bij het raam de aardappels te schillen
het vers wilde maar niet lukken: het zweet
stond op mijn rug en vol ergernis dacht ik:
hoe kan men in godsherenaam dan ook
poëzie schrijven in een kamer waar
iemand aardappels zit te schillen?
die avond, toen iedereen sliep, maakte ik het
vers af, het was een bijzonder slecht vers
en pas heel veel later begreep ik: de beste
gedichten schrijft men al aardappels schillend
**
Portret van de dichter
u wilt een portret van de dichter?
er is een cartoon van chas addams
waarop men een varken ziet
dat zijn kop op een kist heeft gelegd,
met aan weerszij een takje groen,
en in zijn vredige bek
klemt hij een glimmende appel –
er staat nog een varken bij:
één bolle klomp diep geschokt spek,
dat gromt: ik moet zeggen, jij hebt
een merkwaardig gevoel voor humor:
welnu, dat eerste varken,
dat is hij, de dichter,
sprekend
**
zo is het dan ook nog weer eens een keer
zeker, een rekenmachine is een wonder,
maar nog altijd iets kleiner
dan een mug
C. Buddingh’ (1918-1985)
uit: Elf gedichten
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter