
Aan de lopende band. Aantekeningen uit de fabriek van de Fransman Joseph Ponthus is een roman in dichtvorm, die vorig jaar veel aandacht kreeg. Het bekroonde werk is nu in het Nederlands vertaald door Floor Borsboom. Hieronder de eerste regels, verder voorproefje hier.
Aan de lopende band (fragment)
Toen ik in de fabriek ging werken
Had ik natuurlijk wel een idee van
De stank
De kou
Het sjouwen en tillen
Het zwoegen
De arbeidsomstandigheden
De lopende band
De moderne slavernij
Ik ging er niet heen als journalist
Laat staan om een revolutie te beginnen
Nee
De fabriek is voor de poen
Voor brood op de plank
Zoals dat heet
Omdat mijn vrouw er schoon genoeg van heeft om me
op de bank te zien hangen in afwachting van een baan
op mijn vakgebied
Het wordt dus
De voedingsmiddelenindustrie
De agro- of foodsector
Zoals ze dat noemen
Een Bretonse fabriek voor de productie
verwerking bereiding en ga zo maar door
van vissen en garnalen
Ik ga er niet heen om te schrijven
Maar voor de centen
Bij het uitzendbureau vragen ze me wanneer ik kan
beginnen
Ik tover voor de lol een afgezaagde dichtregel uit mijn
literaire hoge hoed
‘Welnu voor dag en dauw wanneer het licht al aanbleekt op het lover’
Wat ze zo letterlijk nemen dat ik meteen de volgende ochtend
om zes uur kan beginnen
Joseph Ponthus (1978)
uit: Aan de lopende band (2020)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter