
Kringloop
O lief, o love, oh mon amour!
Zo wit zo smal de zeilen van het later,
Zo zon zo chrysopraas het water,
Zo kostelijk zo wild en parelmoer
De heuvels. Kom, wij gaan de schaduw in
Van het eenvoudige gebeuren.
Twee blauwe vogels die de spijze keuren …
Twee vogels cirkelen het woord ‘begin’.
Je ogen die als handen zijn, als handen
Die feestelijk gebaren (als hoe in mijn
Daarom je ogen twee maal ogen zijn).
De blauwe vogels slapen in je handen …
De heuvels in contouren vastgesnoerd,
De maan zo bleek in het zo donker water,
En zo nabij de zeilen van het later.
O lief, o love, oh mon amour!
Nes Tergast (1896-1974)
uit: Deliria (1951)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Net deze van de goede man gevonden
Wandeling
Waarom heb ik mijzelve uitgelaten,
en liet de hondenketting thuis?
Ik raak verdwaald in late straten
en iedre straat verwordt tot kruis:
in ieder raam staat een mismaakt
persoon te zoeken naar zijn huis.
De postbus is een rood verleden:
ik ben mijzelve kwijtgeraakt.
Gespiegeld in den naakten regen
val ik van boven naar beneden
voortdurend langs mijzelve heen.
Wellicht heeft mij de wind geschaakt
en aan een vlinder uitgeleend!
Maar neen, de klok schudt tweemaal neen:
ik ben eenvoudig zoekgeraakt.
Nes Tergast (1896-1974)
1940
https://www.dbnl.org/tekst/_ste001194001_01/_ste001194001_01_0043.php