Door Henk Wolf
Wat is beter? We zoeken versterking van ons schoonmaakteam of We zoeken versterking voor ons schoonmaakteam? Die vraag kreeg ik een tijdje terug. Op grond van mijn taalgevoel zei ik: kan allebei. Ik heb ook nog even gegoogeld om te kijken of de taalgemeenschap het met me eens is. Dat blijkt zo te zijn: “zoeken versterking van” komt ruim tienduizend keer voor, “zoeken versterking voor” krapaan tienduizend keer.
Dat zijn redenaties op basis van mijn eigen oordeel en dat van anderen. Ik had ook nog in de taaladviesliteratuur kunnen duiken om te kijken of die een van beide vormen de voorkeur geeft. En ik had kunnen berederen waarom beide zinnen normaal Nederlands zijn. Dat laatste wil ik hier nu doen.
Nominalisatie
In de zin We zoeken versterking van ons schoonmaakteam zit het woord versterking. Dat is een zogenaamde nominalisatie van een werkwoord, zeg maar een werkwoord dat in een iets aangepaste vorm als zelfstandig naamwoord wordt gebruikt. Het werkwoord dat erin zit, is natuurlijk versterken. Versterken is een zogenaamd overgankelijk werkwoord: er hoort een lijdend voorwerp bij: je versterkt altijd iets of iemand. Wanneer we zo’n werkwoord nou gaan nominaliseren, dan kan er niet meer zo makkelijk een lijdend voorwerp bij staan. Er zijn dan een paar trucjes om het lijdend voorwerp toch in de zin te smokkelen. Eentje is door het samen met het werkwoord tot één zelfstandig naamwoord te smeden, zoals dijkversterking uit versterken en dijken (of de dijk of een dijk).
Versterking van
Dat lukt alleen maar in een beperkt aantal gevallen. Een beter werkende manier is om het lijdend voorwerp met van ervoor als apart zinsdeel in de zin te plaatsen. Op dezelfde manier kun je het onderwerp met door ervoor in de zin zetten. Zo kun je zinnen bouwen als De ontdekking van Pluto door Tombaugh (werd groot nieuws) en Het slopen van het bushokje door die vandalen (leidde tot boosheid). Zo kun je van ons schoonmaakteam versterken dus ookde nominalisatie de versterking van ons schoonmaakteam maken.
Versterking voor
We zoeken versterking voor ons schoonmaakteam zit anders in elkaar. Het woord versterking daarin heeft een veel zwakkere band met het werkwoord versterken. Het kan zoiets als ‘personeel’ betekenen (zoals ook in De versterking was vandaag vroeg aanwezig). Door die verzwakte band met het werkwoord versterken kan het lijdend voorwerp van versterken heel makkelijk ongenoemd en zelfs ongedacht bljiven. We zoeken versterking betekent nu ‘We zoeken personeel’. Waarvoor dat personeel gezocht wordt, kan worden uitgedrukt met de voorzetselgroep voor ons schoonmaakteam.
Die voorzetselgroep kun je op twee manieren in de zin plakken: je kunt hem als bijvoeglijke bepaling bij versterking gebruiken: versterking voor ons schoonmaakteam is dan één zinsdeel. Parallelle gevallen zijn de juf voor de kleuters (is ziek) en het kastje voor de kruiden (heeft een kapot deurtje)
Je kunt de voorzetselgroep ook als apart zinsdeel in de zin zetten. Afhankelijk van je definitie van voorwerpen en bepalingen kun je het dan belanghebbend voorwerp dan wel bepaling van belang noemen. De zin We zoeken versterking voor ons schoonmaakteam betekent dan: ‘Ten behoeve van ons schoonmaakteam zoeken we personeel’. Parallelle gevallen zijn We zoeken nog drie docenten voor de nieuwe opleiding en Ze koopt een kleurboek voor haar nichtje.
DirkJan zegt
Mooie uitleg, wel met enkele termen waardoor ik sommige pointes mis, maar niet de kern van de toelichting en ik denk dat (variatie) taal vaak simpeler in elkaar steekt en in dit geval ook.
Zet je versterking achteraan de zin, dan krijg je:
1. Wij zoeken voor ons schoonmaakteam versterking,
2. Wij zoeken van ons schoonmaakteam versterking.
Zin 1 kan wel en zin 2 niet. Je kan wel zoeken voor, maar niet zoeken van.
a. Wij zoeken ter versterking van ons schoonmaakteam personeel.
b. Wij zoeken ter versterking voor ons schoonmaakteam personeel.
Beide zinnen kunnen wel, want je kan versterken van en versterken voor.
Dus zowel:
– We zoeken versterking van ons schoonmaakteam.
– We zoeken versterking voor ons schoonmaakteam.