Recentvertaaldegedichtenweek (5): Sonnet 130 van William Shakespeare, in een nieuwe vertaling (titel: Shakespeares Sonnetten, met de originele teksten en uitgebreide toelichtingen) door Bas Belleman. De originele versie plus eerdere (eigentijdse en klassieke) vertalingen van alle 154 sonnetten leest u op de website van Frank Lekens.
130
Mijn Liefje heeft geen ogen als de zon;
Veel roder dan haar lippen is koraal;
En is sneeuw wit? Dan zijn haar borsten vaal;
Zijn haren goud? ’t Is zwart goud dat zij spon.
En ik ken Rozen, roze, wit en rood.
Maar zulke Rozen sieren niet haar wangen.
Ook zijn er geurtjes waar ik meer van genoot
Dan die er in mijn liefjes adem hangen.
Ik, die haar graag hoor praten, moet beamen
Dat ik Muziek vaak aangenamer vond;
Nooit zag ik hoe godinnen nader kwamen,
Als zij loopt, stampt mijn liefje op de grond.
En toch, mijn hemel, mijn lief kan meer bekoren
Dan al die vrouwen vervalst in metaforen.
William Shakespeare (1564-1616)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
C.W. Schoneveld zegt
Metrisch en qua taalgebruik biedt deze Shakespeare vertaling een groot aantal mogelijkheden tot het uiten van ernstige kritiek.
Ronald V. zegt
Zoals?
C.W. Schoneveld zegt
Op verzoek van Ronald V. . . . . .,
Regel 9: “beamen” betekent dat je de bewering van een ander steunt: waar is die ander?
Regel 10: “vond”, is geen echte verwijzing naar het verleden, maar een geforceerd rijm, omdat het logische “vind” niet rijmen wil met “grond”.
Regel 11: “nader kwamen: weer een geforceerd woord, waarom “nader”, gingen ze misschien wel een andere kant uit? En waarom “kwamen”: omdat “komen” niet rijmen wil op dat foute “beamen”. “Hoe” ? Ze kwamen dus wel, maar hij zag alleen niet hoe?
“Zij” (regel 12) verwijst normaal naar een eerder genoemd persoon, niet naar een hoofdwoord dat erna komt. Het cursief werkt averechts!
Regel 12 : “stampt” is helemaal idioot! Ik zie het al voor me. Waarom niet “stapt”? Had Shakespeare eigenlijk “stamps” moeten kiezen van Bas?
Verder een rommelig rijm patroon, of eigenlijk geen patroon, want het heeft lak aan de strakke vorm (staand gekruist rijm) die gebruikt wordt in (Shakespeare) sonnetten: Verder omarmend en gepaard rijm slordig door elkaar gebruikt: gemakzucht dus. Idem slepend en staand rijm. Bij Shakespeare consequent gekruist staand rijm, met in contrast als conclusie een gepaard rijmend slot.
Metrum: scandeer regel 13 en 14 eens? Je loopt vast: want 12 lettergrepen, maar geen alexandrijnen, want slepend rijm i.p.v. staand rijm.
Regel 1: “Mijn liefje heeft geen ogen…”: hilarisch; heeft de zon wel ogen?
Regel 3: “En”: een stoplap om het metrum te redden, net als in regel 5.
Regel 6: implicatie: het zijn wel andere rozen die haar wangen sieren, quod non?