Van de week luisterde ik weer eens naar het liedje Het regende zon van Ellen ten Damme (een van de mooiste Nederlandstalige liedjes ooit, acht jaar geleden schreef ik al eens over een heel ander aspect ervan, je zou een boek kunnen schrijven over dat liedje en dan nog zouden de kwaliteiten ervan niet voldoende beschreven zijn):
Ineens viel me op dat Ten Damme in de refreinregel die ook de titel is de h uitspreekt!
In Nederland zijn er eigenlijk twee manieren om het uit te spreken: als hèt ([hɛt]) of als ut ([ət]). De eerste wordt gebruikt bij nadruk (hét liedje van dit jaar), de tweede in andere gevallen. De uitspraak hut, zo wordt meestal gezegd, komt wel in Vlaanderen voor, maar niet in Nederland. Ellen ten Damme lijkt dat te weerleggen. Je zou misschien kunnen vermoeden dat ze eigenlijk een heel snel het zingt; de allereerste keer lijkt het daar wel een beetje op, en in deze live-uitvoering is daar ook sprake van, maar in de bovenstaande opname hoor ik dat op 1:99 toch echt niet.
Je zou dan nog kunnen denken dat dit een vorm van reductie is: als je heel snel spreekt worden onbeklemtoonde klinkers makkelijk tot een toonloze e. Maar dat geldt volgens de meeste fonologen dan weer niet voor klinkers die na een h staan: helaas spreek je niet uit als həlaas, althans niet in Nederland.
Dus misschien is Ellen ten Damme stiekem een Vlaming.
Update 09:35: Ik heb een kaartje gemaakt van de hət-uitspraak in het brave kind in de FAND. Dat geeft geen heel duidelijk beeld. Warnsveld, waar Ten Damme vandaan komt, is indertijd niet onderzocht. Maar in plaatsen in de omgeving is deze uitspraak niet aangetroffen. (Er zijn meer items waar het in voorkomt in de FAND, die zou je eigenlijk ook nog moeten controleren.
Drabkikker zegt
Zouden (Noord)Nederlandstalige zangers dit misschien vaker doen in “poëtische” context? In spontane spraak laat ze de h zo te horen wel weg, althans hier op 2:29: https://www.dailymotion.com/video/xsbw7d
DirkJan zegt
Marc had hier al eerder een tweet aan gewijd en ik heb nu voor de derde, of vierde keer beluisterd, maar ik hoor het niet, ook niet op het aangegeven moment. En het lied begint met:
Het regende zon
Die dag in het noordstation
Bij het eerste ‘het’ hoor ik duidelijk helemaal uitgesproken ‘het’ en bij de tweede ‘et’. In het refrein hoor ik later een paar maal ‘ut’, maar geen ‘hut’, wat ik goed ken uit het Vlaams, maar ik heb niet de heel geoefende oren van Marc. En ze spreekt ‘het’ dus, voor zover ik kan horen, op drie manier uit en als ik meereken wat Marc hoorde, vier keer. Ik geloof niet dat je dan hier enige algemene of dialectische conclusies aan kan, of moet verbinden.
Ik had nog wel opgezocht wie de tekst had geschreven (de muziek is van Elle en het lied is van 2012), en ik zie dat Marc dat jaren terug ook had gedaan, het is een gedicht van Remco Campert dat in 1995 in een bundel verscheen. En ik zocht het op vanwege de titel, Het regende zon, want een paar jaar later had het duo Acda & De Munnik een grote hit met Het regent zonnestralen. Ik vermoed dat die tekst is geschreven door Thomas Acda die er nogal prat op gaat dat hij altijd zoekt naar een originele ‘hook’ om een tekst aan op te hangen. Origineel krijgt in dit verband nu wel twee betekenissen.
Fijn liedje dit van Ellen ten Damme, maar dat vind ik ook van dat van Acda & De Munnik.
M.J. Adema zegt
Ook ik twijfel aan dat Vlaamse “hut” en hoor het hier in de song als “het” en, minder uitgesproken, als “’t” (dat wil zeggen als een toonloze e met t). Dat zijn naar mijn smaak ook de meest gebruikte realisaties, hoewel je ook nog de kale t zou kunnen bedenken (als in ’t regent). Bepaald uitgesloten voor “mijn” Nederlands zou zijn “hut” (als in dun) en “hxt” (waarbij de x staat voor een klank tussen de u van hut en de è van het, kortom de sjwa). En in Vlaanderen zou dan zo’n hxt voorkomen.
Het enige Vlaamse dat ik in de tekst ontdekken kan is het Noordstation, waarmee het Gare du Nord zal zijn bedoeld, want we worden in het gedicht meegetroond naar Parijs. Misschien moest het rijmen op zon, misschien was het metri causa, hoe dan ook, vooral in België zul je op borden onder het Gare du Nord Noordstation zien staan.
Het oor van Dirk-Jan was dus ook het mijne. Daarnaast zal de neiging van een zanger(es) in een gedicht of lied wat extra te articuleren niet vreemd zijn; zoiets raffel je niet nonchalant af als ware het een gesprekje met de buuf.
Laten we het dus maar op een West-Europese aangelegenheid houden die ons daarnaast de blik doet richten op taalgewoontes die met een irrelevante aanleiding best interessant zijn.
Mirte van Driel zegt
Ik herinner mij dat ik het nummer “Laat maar” van Theo Nijland oefende bij een zangdocent en dat hij mij erop wees dat ik ‘hut’ zong, waar ik moest kiezen tussen ‘het’ of ”t’ (want ik zong toch niet over een ‘hut’?). Mijn verklaring voor mijn uitspraak van ‘hut’ op dat moment, was dat ik uit gemak (en in mijn Brabantse accent) het liefste ”t’ zong, maar dat ik voor de volledigheid en een niet-Brabants publiek liever ‘het’ wilde zingen. Daar kwam vervolgens deze tussenvariant uit. Zou dit misschien ook het geval kunnen zijn bij Ellen? Het conflict tussen gemak en het willen spreken met een zo ‘accentloos’ mogelijke uitspraak.
In deze opname van dat liedje is de uitspraak van ‘hut’ verschillende malen te horen: https://www.youtube.com/watch?v=5Tb8gTE-__Q
Erik Bouwknegt zegt
Ze mag dan in Warnsveld geboren, maar voorzover ik weet is ze in Roden opgegroeid, wat in een gebied ligt met nog aardig wat van die blauwe balkjes. En al zal ik het zelf niet doen, ik meen me van de middelbare school (in Assen, dus net iets zuidelijker) te herinneren dat er wel klasgenoten waren die, in elk geval bij hardop lezen, ook ‘hut’ zeiden.
[over de lagere school in Zeijen, dorpje tussen Assen en Roden in) durf ik het niet te zeggen, daar is mijn belangrijkste klassikale leesherinnering dat ik het verschrikkelijk vond en mijn aandacht er niet bij had. Op zo’n dorpsschooltje zijn de niveauverschillen binnen de klas zo groot dat iemand met een normaal leestempo een bladzijde al had uitgelezen in de tijd die de langzaamste klasgenoten nodig hadden om een hele zin latter voor letter hardop te lezen, dus dat waren dagdroommomenten]