Door Frank Willaert
Met De donkere kamer van Damokles (1958) van W.F. Hermans komen we in een inktzwarte wereld terecht, letterlijk zelfs want het verhaal speelt zich af tijdens de tweede wereldoorlog. Dreiging is er overal en niets is wat het lijkt. De grenzen tussen waarheid en leugen, schuld en onschuld, goed en kwaad zijn er opgeheven. Is het hoofdpersonage Henri Osewoudt een verzetsheld of een collaborateur? Handelt hij in opdracht van een dubbelganger of stelt hij zelf zijn daden? Zijn de mensen met wie hij in contact komt goed of slecht? Ook als je het boek hebt weggelegd blijven deze vragen door je hoofd spoken. Daarbij is de Donkere kamer een ongemeen spannend boek, dat je van de eerste tot de laatste bladzijde in de ban houdt.
In de korte passage die hier voorgelezen wordt, is Osewoudt opgenomen in een Haags ziekenhuis, nadat hij bij een ondervraging door de Gestapo flink is afgerost. Hoewel, volgens de dokter vallen zijn verwondingen best wel mee. En uit een ziekenhuis ontsnappen is volgens hem altijd makkelijker dan uit een politiebureau.
Laat een reactie achter