
Door Martsje de Jong
De universitaire mogelijkheid om Friese taal en cultuur te studeren is zo langzamerhand bijna helemaal verdwenen. Een jaar of veertig geleden kon je hiervoor nog op vijf grote universiteiten in Nederland terecht. Ondertussen is het al bijna tien jaar geleden dat bij de Rijksuniversiteit Groningen de laatste ‘doctorandus Fries’ is afgestudeerd.
Voor een vak als het Fries loopt het geen storm wat het aantal studenten betreft. Met te weinig studenten heeft een universiteit er weinig zin in om in de studierichting te investeren. Daarom heeft hoogleraar Goffe Jensma van de Groninger universiteit het Fries in 2013 ondergebracht bij de toen nieuwe studie Minorities and Multilingualism.
De redding van onze kleine taal als universitair vak, dat anders zeker zou zijn verdwenen in een wrede bezuinigingsronde waarbij ook bijvoorbeeld het Russisch en de Finoegrische talen gesneuveld zijn. Maar het aantal studenten is met twee per jaar te gering, het universiteitsbestuur zet het geld liever in op meertaligheid en zo drijft het Fries steeds verder naar de achtergrond.
Voor Goffe Jensma is dit aanleiding om werk te maken van een Masteropleiding Fries en als het aan hem ligt, komt die opleiding in Leeuwarden. Onder de vleugels van de faculteit in Groningen, maar fysiek ondergebracht in de Campus Fryslân, bij Tresoar of de Fryske Akademy.
De top van het Friese onderwijs in het hart van de provincie waar het onderwijs Fries in een benauwde toestand verkeert. Waar de scholen in het basisonderwijs dikwijls de ondergrens van de eisen opzoeken als het om onderwijs in de eigen taal gaat en bestuurders niet bij machte zijn hierin met de vuist op tafel te slaan.
Het is een lichtpuntje in een tijd waarin de wetenschappelijke poot onder het Fries steeds verder afbrokkelt, omdat de laatste academici zo langzamerhand richting pensioen gaan en stuk voor stuk hun afscheid aankondigen. Bij de Fryske Akademy hebben de taalkundigen niet op hun winkel gepast en hebben de historici de onderlinge strijd gewonnen. De nieuwe directeur weet alles van de middeleeuwen en van Vikingen, maar over onze taal weet mevrouw IJssenagger niet meer te vertellen dan dat ze die wel wil. leren.
Bij Tresoar zit Bert Looper in zijn laatste jaar en Jensma kan bijna met emeritaat. Opvolgers zijn er voorlopig nog niet. Misschien dat een van die laatste doctorandussen waar ik het eerder over had, zich geroepen voelt om een sleutelpositie in te nemen.
Een Masteropleiding Fries in Leeuwarden kan een katalysator zijn voor het onderwijs in het Fries. Waar topsport is, profiteert breedtesport mee, een goede top in het Fries kan de kwaliteit daarbeneden verbeteren. Omgekeerd geldt: als het niveau in de breedte beter wordt, is er ook meer kans op dat er straks weer studenten zijn die voor de wetenschap kiezen.
Het plan van Jensma is enthousiast ontvangen door de Afûk, Tresoar, de Fryske Akademy en de provincie. Om het geld hoeft het niet over te gaan, want in de provinciale broekzakken zitten wel aardig wat duiten voor het Fries en wie een goed plan heeft, kan op tegemoetkoming rekenen. Nu maar hopen dat ze in Groningen ook mee willen werken.
Het Fries levert dan misschien niet veel studenten op, de subsidie die het meeneemt, is altijd van harte welkom, die zullen ze daar niet een-twee-drie kwijt willen. Jensma heeft nog twee jaar de tijd. Het zou best eens een heel mooi afscheidscadeau kunnen worden. De lobby is begonnen.
Deze column is eerder in het Fries in de Leeuwarder Courant verschenen.
Laat een reactie achter