Beatrijs
Het zingt van Beatrijs in mij,
en om haar naam vergeet ik ’t leed,
dat haar als steeklig boetekleed
om liefdes naaktheid lei.
Gaan wij niet al den zelfden weg,
van vrome jeugd naar wilder jeugd,
van klaren lach naar woester vreugd,
en dan naar God terug?
Het zingt van Beatrijs in mij
want onder mijner zonden drang
stemt zich, in zorg nog, vromer zang
en wordt reeds melodij.
Raymond Herreman (1896-1971)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter