Recensie van KliFi van Adriaan van Dis
Een vrolijk-bittere parabel, zo noemt Adriaan van Dis zijn pas verschenen roman KliFi. Woede in de Republiek Nederland in Trouw. Het verhaal speelt zich af in 2030. Het koningshuis is afgezet en Nederland wordt geregeerd door een populistische president die De Nar heet (en Arnon Grunberg heeft de Nobelprijs voor Literatuur gewonnen).
Het hyperactuele KliFi is in verschillende opzichten een interessant boek. Laten we beginnen met de titel, die bestaat uit een afkorting voor klimaatfictie en de ondertitel Woede in de Republiek Nederland. In het Engelse taalgebied wordt al langer gesproken van cli-fi, climate fiction, maar in Nederland is Van Dis de eerste die klifi gebruikt om het genre van klimaatfictie aan te duiden, dat uitgebreid wordt geanalyseerd door Hans Demeyer en Sven Vitse in hun nieuwe studie Affectieve crisis, literair herstel: De romans van de millennialgeneratie (op deze site besproken door Melchior Vesters en in NRC Handelsblad door Yra van Dijk). Er zijn natuurlijk meer Nederlandse en buitenlandse romans die een afkorting als titel hebben zoals Gebr. van Ted van Lieshout en HhhH (Himmlers hersens heten Heydrich) van Laurent Binet, maar ik vermoed dat KliFi de eerste Nederlandse roman is die een neologistische afkorting als titel heeft. De ondertitel maakt meteen duidelijk dat KliFi in de toekomst speelt, want Nederland is al ruim twee eeuwen een koninkrijk.
Typografie
Ook typografisch is KliFi een opmerkelijk boek. Na de eerste drie woorden van het eerste hoofdstuk volgt een afbeelding van een schaartje. Het staat voor het woord ‘geknipt’ en verwijst naar 57 passages die in de tekst ontbreken, maar die niemand ‘behalve de schrijver’ mist. In de tekst die volgt, staan doorgehaalde zinnen, een zwartgemaakte zin en woorden in rode kapitalen. De bladzijde doet denken aan de Belastingdienstdossiers van de gedupeerden van de kindertoeslagaffaire en aan Tsead Bruinja’s gedicht ‘fiets ‘m d’r in mark’, het laatste dat hij in zijn hoedanigheid als Dichter des Vaderlands schreef, waar een hele passage afgelakt is.
De kadervertelling, die nog voor de typografische bijzonderheden wordt aangekondigd, is klassiek en futuristisch. Een verteller zegt dat een uitgever hem ‘een aantal documenten ter hand gesteld’ heeft ‘met het verzoek een waarheidsgetrouw beeld te geven van gebeurtenissen die nog zullen plaatsvinden.’ De personen die in het boek voorkomen, hebben een andere naam gekregen en hebben samen met de auteur een sprong in de tijd gemaakt. Met die expliciet genoemde toekomst vergroot Van Dis’ mise-en-abyme wat Karel van het Reve in Forum der Letteren de ‘indruk van gefingeerdheid’ noemt. Door het vergroten van die gefingeerdheid, stelt Van het Reve, ‘wordt de lezer des te meer getroffen door de schijnbare “echtheid”.’ En dat is precies wat KliFi bewerkstelligt. De lezer speurt in KliFi naar parallellen met deze tijd en vraagt zich steeds af wat in de roman inderdaad voorstelbaar is. Net als de personages die met de verteller een sprong voorwaarts in de tijd hebben genomen extrapoleert de lezer huidige sociaal-maatschappelijke en politieke ontwikkelingen naar een decennium later. De hyperactualiteit wordt bevestigd door verwijzingen naar het nieuwe coronavirus, dat in KliFi een ‘half overwonnen virus’ heet, en het begrip ‘dor hout’.
Censuur
Hoofdpersoon van KliFi is de 84-jarige oud-bibliothecaris Jákob Hemmelbahn die in 2030 getuige is van een watersnoodramp, die door de staat wordt verzwegen. Omdat Nederland al enkele jaren in de ban is van de censuur is er geen krant of schrijver die het aandurft om over de ramp te schrijven; op Hemmelbahn na, die weinig meer te verliezen heeft. Hemmelbahns boek heet net als Van Dis’ roman KliFi, een titel die ‘de jeugd aanspreekt’ en klimaatontkenners provoceert. Een poema kijkt over Hemmelbahns schouder mee en bepotelt hem als hij zich buiten het kader van de censuur begeeft. Poema ‘popelt’ om gevoelige zaken te schrappen. (Het bepotelen wordt met een emoticon van een pootafdruk uitgedrukt. Het ‘popelen’ volgt na een zwarte balk, vier schaarsymbolen en een doorgehaalde zin.) De innerlijke censor van Hemmelbahn werkt namelijk niet zo goed. Hij krijgt het advies zijn woorden te ontsmetten als een wond, maar hij maakt De Nar via zijn eigen toespraken en parodieën daarop het liefst zo belachelijk mogelijk. Zowel in de romanpassages van Hemmelbahn als in het hoofdverhaal wordt volop gespeeld met de redevoeringen en verordeningen van president De Nar, die te herkennen zijn aan de rode kapitalen die al in het eerste hoofdstuk worden geïntroduceerd. Poema zorgt ervoor dat de roman binnen de roman niet uit de bocht vliegt en kans op publicatie heeft.
KliFi is niet alleen een commentaar op het extreemrechtse discours dat de Nederlandse politiek momenteel beheerst. Ook het cultuurpessimisme, de zorg om de ontlezing en de twijfel aan de neutraliteit van de publieke omroep zijn omgeslagen in autoritarisme. Schrijven en publiceren kan alleen met toestemming van de NationaleLeesUnie. Alleen ‘nieuw sociaal-realistische’ boeken maken kans uitgegeven te worden. Een andere stijl blieft het lezende volk volgens de president niet. Bezoek aan de staatsmusea is verplicht en de staatsomroep hoeft geen positie meer te kiezen, die is gewoon ingelijfd door De Nar en verkondigt alleen zijn boodschappen. In 2030 hoeft ook niemand zich meer ongehoord te voelen. De smartphone hoort iedereen en geeft gesprekken en meningen door aan de staat.
Crisis
In de klimaatramp die zich in Hemmelbahns omgeving, waar iedereen al op een terp woont, voltrekt, klinkt ook de huidige vluchtelingencrisis, de Jodenvervolging, de Bijlmerramp, de toeslagenaffaire en de censuur in landen als Rusland en Hongarije (waar Hemmelbahn oorspronkelijk vandaan komt) door. Hemmelbahn biedt het leger dat orde op zaken moet stellen in het rampgebied, dat volgens Radio Berlin is afgeschreven door de Nederlandse overheid, zijn diensten als catalogiseerder aan. De stroom en het internet zijn uitgevallen. Hemmelbahn maakt per drenkeling een papieren persoonskaart. De klimaatrampslachtoffers zijn ook migranten en vluchtelingen. Ze komen uit Roemenië, Bulgarije, Azië en Afrika en liegen over hun namen, herkomstlanden en identiteit. Hemmelbahn twijfelt steeds meer over wat hij op de kaarten moet zetten. Te veel informatie noteren maakt hem tot een ‘heuler’ in plaats van een helper, te weinig informatie bemoeilijkt voor de slachtoffers het terugvinden van familie en vrienden. De persoonskaarten fungeren binnen de roman ook als minibiografieën van de mensen die De Nar als ‘vullis’ beschouwt.
Demeyer en Vitse stellen in Affectieve crisis dat sommige auteurs en theoretici vinden dat fictie niet geschikt is om over de opwarming van de aarde en het mogelijke einde van de mensheid ten gevolge van een natuurramp te spreken. De bestaande ‘narratieve instrumenten’ zouden ‘ontoereikend’ zijn. Een ander probleem dat Demeyer en Vitse signaleren, is dat geëngageerde personages ‘klem’ komen te zitten, ‘wat gepaard gaat met gevoelens van depressie, verveling en vermoeidheid.’ Daarvan is bij Hemmelbahn, woedend, strijdbaar en begaan met het lot van de klimaatvluchtelingen, geen sprake. Omdat de staat en de modder zwijgen over het aantal doden en de vluchtelingen moet Hemmelbahn zijn boek, ‘een vuist in woorden’, schrijven. Met de mise-en-abyme, de censuur, de inzet van emoticons, verschillende lettertypen, sprekende dieren en een mix van tekstsoorten (romanfragmenten, sprookjes, rijm, toespraken, lijsten, WhatsApp-berichten, radiobulletins, persoonskaarten, dagboekaantekeningen en tatoeages) en de extrapolatie van actuele politieke tendensen naar 2030 heeft Van Dis een bruikbaar en origineel kader geschapen om het verhaal van de klimaatcrisis en de reële gevaren te vertellen. En dat vertellen gebeurt met grote overtuigingskracht en schoonheid.
Adriaan van Dis: KliFi. Woede in de Republiek Nederland. Atlas Contact. 208 blz. € 21,99.
Laat een reactie achter