Fantasia
Het drijven watten wolkskens,
van zonnelicht doorboomd.
De jongeling ziet ze drijven
en droomt …
En onbewust elk wolksken na
drijft zachtjes een fantasia,
doch in de ruimte smelten beî
voorbij, voorbij,
voorbij.
Het drijven blanke zeilen
waar ’t meer den hemel zoomt,
De jongeling ziet ze drijven
en droomt …
En onbewust elk schipken na
drijft zachtjes een fantasia,
doch in de ruimte smelten beî
voorbij, voorbij,
voorbij.
Het drijven wondere beelden,
van toovermacht omstroomd.
De jongeling ziet ze drijven
en droomt …
En elk omstraalde beeldnis na
ijlt jagend een fantasia,
doch naar de Lêthê spoeden beî
voorbij, voorbij,
voorbij.
Albrecht Rodenbach (1856-1880)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter