door Viorica Van der Roest
Het is niet eens Kerst, maar deze keer toch een dubbelaflevering. Vandaag en morgen een excursie vanuit de editie-wederwaardigheden naar het boeiende literaire landschap van het twaalfde-eeuwse Frankrijk.
Intermezzo 1: de literaire betekenis van de Oudfranse Partonopeus de Blois – deel 1
Zoals bekend is de Middelnederlandse Parthonopeus van Bloys een bewerking van de Oudfranse roman Partonopeus de Blois (ca. 1180). Deze roman nam een belangrijke plaats in binnen het literaire landschap van het twaalfde-eeuwse Frankrijk, en heeft veel latere Oudfranse romans beïnvloed. De literaire compositie van het werk is in meerdere opzichten vernieuwend; de roman kan beschouwd worden als een voorloper in zijn tijd, een meesterwerk van een groot literair talent. Om dat uit te leggen moeten we eerst even naar de twaalfde eeuw afreizen. Het waren gouden tijden voor de hoge adel. Aan het Franse hof regeerde Lodewijk VII, volgens veel bronnen een onaangenaam mens en geen sterk leider. Zijn eerste vrouw, Eleonora van Aquitanië, gaf hem in vijftien jaar huwelijk slechts twee dochters, en dat terwijl Lodewijk natuurlijk een zoon wilde, als troonopvolger. Een scheiding volgde in 1152. Eleonora (op dat moment nog geen 30 en zelf hertogin van het rijke Aquitanië) trouwde met de tien jaar jongere Henri II van Anjou, kleinzoon van de laatste legitieme Engelse koning. Die grootvader was op dat moment al een tijd dood – een schoonzoon van hem was in de tussentijd wannabe king, maar daar waren niet alle Engelse edelen even blij mee. Na een decennialange stammenstrijd kozen ze voor de jonge Henri. Hij en Eleonora namen in 1154 hun rechtmatige plaats op de troon van Engeland in. Eleonora, nu voor de tweede keer koningin, kreeg samen met Henri meerdere zonen (en ook nog wat dochters). Er volgde een familiegeschiedenis waar Dynasty niks bij is, maar dat laat ik nu maar even voor wat het is. Lodewijk van Frankrijk ging ondertussen met echtgenotes nummer 2 en 3 nog even door met dochters op de wereld zetten – uiteindelijk kreeg hij één zoon, met vrouw nummer 3.
Eleonora’s dochters uit haar eerste huwelijk bleven achter aan het Franse hof, en werden op jonge leeftijd (zo ging dat toen) uitgehuwelijkt aan twee Franse edelen: Thibaut V van Blois en zijn oudere broer Henri I van Champagne. Het adellijk huis waar zij uit stamden, was al een tijdje macht aan het verliezen aan de hertogen van Anjou – via deze huwelijken wilden zij opnieuw invloed verwerven. Voor dit verhaal is vooral de jongste dochter, Alix, van belang. Zij was ongeveer twee jaar oud toen haar moeder vertrok, en niet veel ouder bij haar verloving met Thibaut, die op dat moment ongeveer 23 was. De rest van haar jeugd bracht ze niet door aan haar vaders hof, maar in een klooster, waar ze een gedegen opleiding tot adellijke dame kreeg. Rond 1164, toen Alix een jaar of veertien was, werd het huwelijk voltrokken.
Van Eleonora, de enige erfgename van haar vaders domein, is bekend dat zij ook in politiek opzicht de touwtjes zelf in handen nam, zowel in Aquitanië als in de domeinen van respectievelijk haar eerste en tweede echtgenoot. Alix was echter niet, zoals haar moeder, opgevoed om mee te besturen, maar om een devoot echtgenote te zijn. Er zijn dan ook geen aanwijzingen dat zij veel politieke macht had, maar er was één gebied waar adellijke vrouwen wel de scepter zwaaiden: literatuur. Als opdrachtgevers hebben zij in de twaalfde eeuw en daarna veel invloed gehad op de literaire modes en de onderwerpen van romans, toen nog een jong genre. We kunnen er bijna zeker van zijn dat Alix de opdrachtgever van de (anonieme) Partonopeus-dichter was. Mogelijk was het de bedoeling om via Partonopeus de Blois de vroegere belangrijke positie van de graven van Blois in het landsbestuur te benadrukken. Alix wilde haar kinderen natuurlijk een zo goed mogelijke startpositie geven in het wespennest vol intriges en machtspelletjes dat het adellijke milieu was. Het kan dan geen kwaad om van een superheld af te stammen.
De proloog van de Oudfranse roman suggereert dat de graven van Blois nauw verwant waren aan koning Clovis, en bovendien samen met hem rechtstreeks afstamden van Marcomiris, de jongste zoon van koning Priamus van Troje (saillant detail: via de moeder van Partonopeus, dus via de vrouwelijke lijn). Dat de dichter koos voor Marcomiris om Partonopeus en zijn nazaten een indrukwekkende stamboom mee te geven, is niet verwonderlijk, omdat romans over de klassieke oudheid erg populair waren in de twaalfde eeuw. Zo had je de Roman de Troie van Benoit de Sainte Maure en de Roman d’ Enéas (beide ca. 1160). Een andere bestseller was het Latijnse werk Thebais van Statius. Aan één van de helden uit deze laatste tekst ontleent Partonopeus zijn naam, en een aantal cruciale eigenschappen: net als Parthenopaeus is hij woest aantrekkelijk, ondanks zijn geringe leeftijd (13 op het moment dat het verhaal begint), en is hij het soort ongeloofwaardige strijder dat elke tegenstander kan verslaan, desnoods honderd tegelijk als het nodig is. Komt op ons een beetje overdreven over, maar dat vonden ze nou één keer mooi in de Middeleeuwen.
Tijdens de tweede kruistocht (1145-1149) (waaraan ook de ouders van Alix hadden deelgenomen) hadden de Franse edelen kennis gemaakt met de onvoorstelbare rijkdom en over the top pracht en praal van Constantinopel. Deze stad werd in die tijd gezien als het laatste bastion van het oude Griekenland en het Oostromeinse Rijk. De ooggetuigenverslagen van de grandeur in het Oosten zullen zeker een reden zijn geweest dat romans over de klassieke oudheid in de tweede helft van de twaalfde eeuw zo popuair waren in Frankrijk.
Foto: Viorica Van der Roest
Laat een reactie achter