Door Anneke Neijt
“Wie denkt dat een leraar Nederlands in vijf minuten de regel van de tussen-n krijgt uitgelegd, is eraan voor de moeite” verzuchtte Johan De Donder naar aanleiding van het besluit van dagblad Trouw om de officiële regels te volgen. Het klopt, vijf minuten is te weinig tijd. Met zelfs een heel uur kom je er niet, als je de officiële regel van het Groene Boekje volgt. Die heeft een averechts effect. Goede spellers worden er minder goede spellers van, zwakke spellers blijven op hun zwakke niveau.
De hoofdregel in het Groene Boekje luidt:
hoofdregel 8.A. We schrijven de tussenklank als -en als het linkerdeel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat een meervoud heeft op-en, maar geen meervoud op -es. In andere gevallen schrijven we -e.
Deze regel suggereert ten onrechte dat het Nederlands naast meervouden op -en en -s ook meervouden maakt met -es. Als leraar moet je voorkomen dat er wat dit betreft misvattingen ontstaan. Echt lastig, het echte probleem is dat de regel je dwingt om aan twee spellingen tegelijk te denken; bij het spellen van -en moet je denken aan de spelling -es. Toegegeven, taal is ingewikkeld, maar elders, in de gesproken taal, komen regels van die aard niet voor.
Zouden leerlingen last kunnen hebben van een regel die ingaat tegen wat in natuurlijke talen voorkomt? Het effect van onderwijs volgens het Groene Boekje is vergeleken met het effect van onderwijs volgens het Blauwe Boekje, de blauw gekleurde Van Dale Basisspellinggids (een spellingwoordenlijst speciaal voor de basisschool, met een taalkundig meer verantwoorde spellingleidraad). De uitleg is een beetje aangepast om ervoor te zorgen dat dezelfde samenstellingssoorten in de beslisbomen een plek kregen. De officiële uitleg gaat dan als volgt (figuur 1):
In de uitleg van het Groene Boekje worden vier categorieën onderscheiden, want met behulp van -es kun je generaliseren over de groep ziekenhuis en de groep paardenbloem. In de uitleg volgens het Blauwe Boekje worden die twee afzonderlijk behandeld.
Het verschil, onderzocht bij brugklasleerlingen, is dramatisch. De leerlingen maakten 20% fouten bij de voortoets (het ging om best moeilijke samenstellingen, ongebruikelijke combinaties van woorden zoals ouderenkleding, lindestruik). Ze kregen twee weken later een lesuur de tijd om de schriftelijke uitleg te bestuderen en met tien samenstellingen te oefenen. Daarna maakten ze opnieuw een toets, vergelijkbaar met de eerdere toets, waarbij de blauwe uitleg beter bleek te werken (14,4% fout bij de blauwe uitleg, 16,6% bij de groene uitleg). Nog eens twee weken later maakten ze opnieuw een test, waarbij bleek dat de blauwe uitleg positiever uitpakte (17% fout) dan de groene uitleg (23% fout). Door de band genomen werkt de groene uitleg dus averechts. Op basis van de voortoets werd de groep leerlingen gesplitst in zwakke en goede spellers. Dan blijkt dat zwakke spellers niet vooruitgaan met de groene uitleg, en dat goede spellers er meer fouten door gaan maken. Het laat zien dat het vergeefse moeite is om aan de hand van de officiële regels spellingles te geven. Taalkundig niet goed onderbouwd spellingonderwijs pakt niet goed uit.
De meeste onderdelen van de spelling lenen zich voor een uitleg die de beheersing van de spelling verhoogt en tegelijkertijd inzicht geeft in hoe taal in elkaar zit. Daar moet het spellingonderwijs vooral op gericht zijn. Zo min mogelijk aandacht voor de uitzonderingen en de instantie met zeggenschap over de officiële spelling zou ervoor moeten zorgen dat er hooguit uitzonderingen zijn waar de spellingcorrector je op kan attenderen. De spellingcommissie onder voorzitterschap van Guido Geerts adviseerde om naast versteende gevallen zoals flierefluiter en klerestreek één uitzondering toe te laten, Koninginnedag met een hoofdletter.
Het grote aantal uitzonderingen heeft beslist niet geholpen in 1995 bij het ‘verkopen’ van de nieuwe spellingregels voor de tussen e(n) in samenstellingen. Het aantal uitzonderingen is teruggebracht in 2005, maar de officiële formulering is nog steeds niet goed. Pak dat ook nog even aan, Taalunie!
Bron
Neijt. A. & Kroon, S. (2010). De taalkundige onderbouwing van spellingregels. De officiële uitleg van de spelling van tussenklanken in samenstellingen in het Groene Boekje vergeleken met de uitleg in de Van Dale Basisspellinggids. Pedagogische studiën 87 (3), 202-218.
Laat een reactie achter