Leve de aan individuele auteurs gewijde gewijde genootschappen, vooral als ze een eigen tijdschrift hebben. Nergens wordt de liefde voor het detail zo beleden als in deze genootschappen van mensen voor wie een biografie van een paar honderd pagina’s niet genoeg is, omdat ze alles willen weten. En alles willen weten, dat maakt de mens waarlijk tot mens.
Nu het vijftig jaar geleden is dat S. Vestdijk overleed, verscheen een nummer van de Vestdijkkroniek dat wat dit betreft om te smullen is, met artikelen over onder andere de correspondentie met de dichter Wilfred Smit, over de correspondentie met de studente Nederlands Rens van Veen, over de aantekeningen die Vestdijk voor een nooit verschenen roman maakte.
Loftrompet
Maar de meeste aandacht gaat uit naar het rapport dat de Groningse hoogleraar Scandinavistiek Amy van Marken in 1967 schreef voor het Zweedse Academie. Kennelijk maakte Vestdijk in die jaren een reële kans op de Nobelprijs voor de Literatuur, maar omdat de commissie het werk niet goed kende, vroegen ze Van Marken, die een belangrijke schakel was in het literaire leven in Nederland en dat in de Scandinavische landen, een evaluatie van Vestdijks werk te maken. Dat rapport staat nu in extenso afgedrukt in de Vestdijkkroniek, met een inleiding door redacteur Wilbert van Walstijn én commentaren door Hans Anten, Lotte Jensen en Wim Hazeu.
De commentaren op Van Marken zijn eensluidend negatief. De structuur van haar rapport is rommelig, haar stijl hapert, er staan allerlei feitelijke onjuistheden in. Maar je krijgt de indruk dat er onder sommig commentaar vooral het verwijt zit dat Van Marken de Nederlandse literatuur de Nobelprijs onthouden heeft. Zo schrijft Wim Hazeu:
Amy van Marken stak in haar rapport meermalen uitbundig de loftrompet over Vestdijk. Maar de negatieve opmerkingen en omissies verzwakten dat geluid onnodig. Misschien heeft dat hem en Nederland de Nobelprijs voor letterkunde gekost.
Avhandling
Ik vind op mijn beurt de ‘negatieve opmerkingen’ over Van Marken in dit nummer op mijn beurt wel wat erg talrijk. Vooral Hans Anten maakt het in mijn ogen bont, met zijn klacht dat Van Marken ten onrechte beweert dat Du Perron een ‘universitair afgestudeerde’ was (ze zet Vestdijk in een rijtje van ‘jonge, talentvolle, universitair afgestudeerden: Marsman, Slauerhoff, Ter Braak en Du Perron’). Of dat de boeken De toekomst der religie en Astrologie en wetenschap geen ‘dissertaties’ zijn. Ik vraag me zelfs af of in het laatste geval geen sprake is van een vertaalfout van het rapport van Van Marken. Blijkens een noot van de redactie is het vanuit het Zweeds in het Engels vertaald is en van daaruit in het Nederlands, dus daar kan makkelijk iets mis zijn gegaan; bij mijn weten – maar ik ben ook geen specialist – kan avhandling in het Zweeds dissertatie betekenen, maar heeft het ook een ruimere betekenis.
Maar vooral vraag ik me af waarom mensen als Hazeu en Anten suggereren dat het Van Markens taak was om Vestdijk de Nobelprijs te bezorgen. Mij treft in haar rapport vooral haar grote eerlijkheid en integriteit. Ze geeft een zeer gedegen evaluatie van wat zij als de plus- en minpunten van de schrijver beschouwt. Die evaluatie is noodzakelijkerwijs subjectief, maar ik geloof dat ze niets anders kon doen. Ik vind zelfs dat ze eigenlijk niet meer mocht doen dan dat.
Onkreukbaar
Het is is de taak van de geleerde om de waarheid te dienen, niet om ‘Nederland’ de Nobelprijs voor de Literatuur te bezorgen. Het lijkt me zelfs onethisch om als de Zweedse Academie je vraagt om een advies, daarin mogelijke negatieve aspecten te verdoezelen. Stel, Vestdijk had de Nobelprijs gewonnen en er was een storm van internationale kritiek losgebarsten over zijn poëzie (ik zeg maar wat), dan had de Zweedse Academie dat toch voor zijn rekening moeten kunnen nemen.
Ondanks alle tekortkomingen van het rapport blinkt het volgens mij uit in de kernwaarde voor iedere wetenschapper: waarheidsliefde. Ik had het ook best aardig gevonden als de Nederlandstalige literatuur een keer internationale aandacht had gekregen door een Nobelprijs. Maar eerlijkheid gaat boven alles. Eerherstel, dus, voor de onkreukbare Amy van Marken!
Hans Anten zegt
Beste Marc,
Ik meen dat niet ik maar anderen, bijvoorbeeld Stuiveling, suggereren dat het de taak van Amy van Marken was om Vestdijk de Nobelprijs te bezorgen, tenminste dat is wat zij er zelf achteraf over zegt. De betrekkelijke waarde van dergelijke rapporten bespreek ik in de laatste alinea van mijn artikel. Over het argument dat Vestdijk de Nobelprijs voor Literatuur niet heeft gekregen door een rapport als dat van drs. Van Marken schrijf ik: ‘Men zal toch op zijn minst een groot aantal van dit soort teksten in relatie tot winnende en verliezende kandidaten moeten bestuderen om de relevantie van dit argument vast te kunnen stellen.’
Hans Anten
Marc van Oostendorp zegt
Ja, dat laatste is een belangrijk punt, dat had ik preciezer moeten opschrijven, mijn excuses. Toch is het voor mijn stukje dan ook maar weer een zijdelings punt: of zo’n rapport ook echt gewicht heeft, weet niemand. Ik kan me voorstellen dat dit ook nog van periode tot periode verschilt.
Willem van Maren zegt
Toen ik in de jaren ’50 v.d.v.e. op de middelbare school zat vertelde onze leraar Nederlands elk jaar wel enkele keren dat Vestdijk een kandidaat Nobelprijswinnaar was. Hij zei dat op een toon die diep ontzag voor Vestdijk weerspiegelde. De leraar was fantastisch, maar ik moet bekennen dat ik zijn enthousiasme voor Vestdijk nooit gedeeld heb.
Wilbert van Walstijn zegt
Geachte Marc van Oostendorp,
Eigenlijk is de vertaling of vergissing van de ‘dissertatie’ in het rapport van Van Marken over Vestdijk van ondergeschikt belang. Het gaat erom dat Van Marken het rapport heeft geschreven. Daartoe is zij overgehaald door Stuiveling aan wie zij kenbaar maakte geen kenner te zijn van het werk van Vestdijk en dat haar te weinig tijd werd gegund om het rapport te maken. Anten, Jensen en Hazeu oordelen zonder kennis van elkaars commentaar dat het rapport van Van Marken geen aanbeveling was om Vestdijk de Nobelprijs toe te kennen. Kwalitatief onvoldoende, te veel persoonlijk voorbehoud. Vanuit Rusland lag er natuurlijk ook een rapport over de kandidaat Sjolochov. Dat heeft het Nobelprijs Comité kennelijk meer overtuigd, dat evenwel later betreurd werd. Sjolochov raakte spoedig uit de belangstelling wegens plagiaat. Ook Van Marken kreeg spijt.
Wilbert van Walstijn