
Door Marc van Oostendorp
Wie mens is, moet zichzelf of anderen op gezette tijden corrigeren. Wie Nederlands spreekt, staan daarvoor onder andere de woorden wel, toch en eigenlijk ter beschikking:
- Edmonton ligt niet in Ontario, maar wel in Canada.
- Ik heb de hele reis geslapen, maar ik heb toch een jetlag.
- Dame Edna is eigenlijk een man.
De woorden kunnen elkaar niet zo goed vervangen, de volgende zinnen zijn een beetje gek of hebben in ieder geval net wat andere interpretaties:
- Edmonton ligt niet in Ontario, maar toch in Canada.
- Ik heb de hele reis geslapen, maar ik heb eigenlijk een jetlag.
- Dame Edna is wel een man.
Wanneer gebruik je welk woord? Daaraan wijden Geertje van Bergen en Lotte Hogeweg een artikel in Linguistics. Om te beginnen wijzen ze erop dat je toch gebruikt als je ervan uitgaat dat jij, spreker, en je luisteraar het ergens over eens waren, en dat blijkt toch (!) niet te kloppen:
- A: Jan komt niet he?
- B: Nee, jammer.
- A: Oh, Jan komt toch!
Wel en eigenlijk gebruik je doorgaans als je ervan uitgaat dat je luisteraar iets anders denkt dan jij:
- A: Jan komt, leuk!
- B: Nee, hij komt niet!
- A: Ja, hij komt wel!
- A: Hé, Rik, hoe is het mogelijk dat jouw initiaal een E is?
- B: Ik heet eigenlijk Erik.
Baas
Het verschil tussen wel en eigenlijk ligt eraan dat je bij eigenlijk impliciet stelt dat het logisch is dat je luisteraar een ander idee heeft dan jij (iedereen noemt je Rik). Zoals je met toch iets repareert en tegelijkertijd suggereert dat jij en je gesprekspartner eerder allebei het omgekeerde veronderstelden, zo zeg jet met Rik dat het logisch is dat je gesprekspartner het omgekeerde veronderstelde. Met wel en eigenlijk zeg je dus dat je ervan uitgaat dat de ander een andere mening heeft; met eigenlijk en toch dat de ander zijn mening op goede gronden had.
In hun artikel laten Van Bergen en Hogeweg zien dat je de verschillen tussen die woordjes kunt interpreteren in termen van beleefdheid. Ze analyseerde een grote hoeveelheid gesprekken tussen Nederlandstaligen en vonden bijvoorbeed dat wel het vaakst werd gebruikt tussen mensen die sociaal elkaars gelijken waren – vrienden, rechtstreekse collega’s, familieleden – en toch en eigenlijk tussen mensen met een groter sociaal verschil (baas en werknemer). De reden is dat wel wat minder ingewikkeld is: je geeft er geen instemmend oordeel mee over wat de ander tot nu toe dacht. Dat is niet nodig, want tegen je sociale gelijken hoef je minder beleefd te zijn. Toch wordt vaker gebruikt tussen mensen die geacht worden evenveel te weten, terwijl eigenlijk vooral een woord is voor een deskundige die het beter weet (waarbij Rik, pardon, Erik, dus een deskundige is over zijn eigen naam).
Stapelen
In een wereld met alleen computers zouden alle drie de woorden overbodig zijn, want logisch gezien is het helemaal niet nodig expliciet te maken dat wat je zegt in tegenspraak is met wat een ander zegt, dat kan die ander ook wel bedenken. Maar in plaats daarvan hebben we dus een ingewikkeld systeem opgebouwd waarbij niet alleen maar zakelijke inhoud wordt gecommuniceerd, maar ook de onderlinge relaties tussen de gesprekspartners voortdurend op een subtiele manier worden gemanipuleerd.
We kunnen die woorden ook stapelen:
- A: Ik vind het oneerlijk dat Adele de meeste Grammy’s heeft gewonnen.
- B: a. Nou, ik vind het toch wel terecht.
- B: b. Nou, ik vind het eigenlijk wel terecht.
- B: c. Nou, ik vind het eigenlijk toch terecht.
In antwoord a geeft wel aan dat B er anders over dacht dan ik; toch signaleert dat B hierover van mening is veranderd. Eigenlijk in antwoord b geeft aan dat het logisch is dat A ervan uitging dat B er net zo over dacht als A. In c, waar eigenlijk wordt gecombineerd met toch, geeft het aan dat het logisch is dat A niet wist dat B van mening veranderd is.
Er zijn mensen die zich ergeren aan zulke ‘betekenisloze’ woordjes, maar wie ziet hoe vol zorg ze zitten over de onderlinge verhoudingen, kan niet anders dan vertederd zijn door de mens.
In de laatste zin ontbreekt eigenlijk een “je” tussen “kan” en “niet”, maar ik was toch gecharmeerd door dit stukje. Echt wel.
Ik betrap mezelf er af en toe op dit soort woorden iets te vaak te gebruiken in mijn blogartikelen. Als ik dat zie, dan sloop ik ze eruit. Nu weet ik waarom ze toch betekenis kunnen hebben.