Van Dale heeft (hetzij voor ons gemak of om redenen van efficiency) gekozen voor één achtervoegsel -halve. Dat is iets om even een wenkbrauw bij in beweging te brengen zodra we zien hoe -halve in twee groepen uiteenvalt. Die zijn op basis van hun verschijningsvorm aan te duiden als -thalve en -shalve en dat zou Van Dale dus ook als twee verwante maar wel verschillende suffixen opgevat kunnen hebben.
- Allereerst –thalve zoals in harenthalve, hunnenthalve, mijnenthalve, onzenthalve, uwenthalve, zijnenthalve. De omschrijving bij deze voorbeelden luidt: “archaïsch achtervoegsel waarmee van de bezittelijke voornaamwoorden bijwoorden zijn afgeleid om aan te geven dat een uitspraak de persoon of personen betreft of geldt ten opzichte van de persoon of personen aan wie het voornaamwoord refereert (met -ent- als overgangsklank)”. Aha, het is zelfs niet –thalve maar –enthalve!
Inderdaad archaïsch, ik zou niet simpel kunnen aangeven wanneer een spreker bijvoorbeeld mijnenthalve in de Tweede Kamer heeft gebruikt.
- Vervolgens –shalve, “achtervoegsel waarmee van abstracte zelfstandige naamwoorden bijwoorden worden gevormd die betekenen: uit hoofde van het genoemde, krachtens het in het eerste lid genoemde (met -s- als overgangsklank)”. De maximale vorm van het achtervoegsel is dus wel –shalve als we afgaan op voorbeelden die het woordenboek verstrekt zoals ambtshalve, beroepshalve.
X-shalve betekent in ambtshalve dus ‘krachtens het ambt’.
Dat is vrijwel hetzelfde als wat er door Van Dale vermeld is bij een apart onderscheiden groep en die onder meer bestaat uit correctheidshalve, duidelijkheidshalve. Hier is de omschrijving ‘krachtens’ misschien net niet correct maar ‘ter wille van, met het oog op’ komt wel in de buurt. Sterker, ik zou bereid zijn om ‘met het oog op’ als betekenis te accepteren voor bijvoorbeeld bestuurshalve, discreetheidshalve, eershalve en in feite de hele reeks.
Als we -shalve niet per se juridisch willen gebruiken, betekent het altijd iets als ‘wegens, in verband met, omwille van X’.
Komt dit -shalve nog veel in de Tweede Kamer voor? Ja, kortheidshalve nog het meest, in de 12 maanden van februari 2020-2021 gebeurde dat 73 keer en dat is daarmee een vrij algemeen gangbaar woord, zij het dat het bij uitstek uit vak-K gehoord wordt. Een kabinetslid heeft een net wat zwaarder gewicht dan volksvertegenwoordiger en brengt dat in zijn taalgebruik tot uitdrukking, tikje formeler. Premier Rutte houdt van –shalve: in de genoemde periode sprak hij van zorgvuldigheidshalve, tweemaal van veiligheidshalve. Heerlijk die woorden! Maar het zijn vooral protestantse politici van wie we horen hoe we op hen kunnen vertrouwen, afgaande op het gebruik van de term eerlijkheidshalve. In 2020 gebruikte Roelof Bisschop (SGP) het eenmaal evenals minister Hoekstra, minister Bijleveld. Minister De Jonge sprak natuurlijk het meest in de Tweede Kamer en hij was de koploper met liefst 5 maal eerlijkheidshalve.
Zeker met het volgende voorbeeld zou je geneigd kunnen zijn, te denken dat het achtervoegsel niet –shalve is maar –heidshalve. Minister De Jonge bedient zich van spoedheidshalve, niet in Van Dale opgenomen (in die bron wel het gewoner ogende spoedshalve), maar in de Kamerverslagen van vroeger bepaald vindbaar. De Jonge (VWS) stofte het woord een beetje af, het was al een jaar of zes niet in de plenaire zaal hoorbaar geweest. Zekerheidshalve gebruikte de bewindsman het direct enige malen op korte afstand achtereen; een dubbele injectie zogezegd met het oog op een langduriger werking.
Frits zegt
Ik had een wat kritischer commentaar op het gebruik van “spoedheidshalve” verwacht. Laten we dit niet gewoon maken; er bestaat geen woord “spoedheid”. “Het bericht moet met de meeste spoedheid worden overgebracht.” MS Windows zet er terecht een rood golfje onder en geeft geen bruikbaar alternatief.