Gids voor verborgen spraakverwarringen tussen Belgen en Nederlanders (8)
De landsgrens NL-BE trekt een duidelijke scheidingslijn doorheen het Nederlandse taalgebied voor wat betreft de huidige betekenis(sen) van een handvol woorden en uitdrukkingen; in deze gevallen gebruiken Nederlanders en Belgen dus dezelfde termen maar bedoelen ze er iets anders mee.
Het spreekt voor zich dat je hier een momentopname ziet, want zoals het een levende taal betaamt, is ook de onze altijd in beweging – met regelmaat vinden er dan ook talige uitwisselingen plaats tussen noord en zuid.
Bij-, be, aan- en toekomen
Ik (Roeland) was eens in Mechelen (BE) op bezoek bij een vriendin die kort daarvoor een kind op de wereld had gezet. Omdat ik ervan overtuigd was dat een bevalling een behoorlijke aanslag op het vrouwenlichaam kan betekenen (nog steeds trouwens), vroeg ik haar heel empathisch: “Ben je al bijgekomen?” Daarop werd het aanwezige gezelschap een beetje ongemakkelijk lacherig, en het was duidelijk dat de vriendin in kwestie helemaal niet begreep waarom ik dat vroeg. Ik snapte al snel waarom: In de Vlaamse spreektaal – die ikzelf nog ‘zuiver’ hanteerde toen ik nog geen Belg in Nederland was – betekent bijkomen namelijk in eerste instantie in gewicht toenemen. Dat is inderdaad een vreemde veronderstelling bij een vrouw die net bevallen is. In Nederland heeft het woord wel een andere betekenis (zie verder).
In België gebruikt men voor lichamelijk of geestelijk herstellen (van bijvoorbeeld een lange werkweek) in plaats van het in Nederland gangbare bijkomen het woord bekomen(sommigen spreken het uit als bekomme). Deze betekenis van bekomen is óók bekend in Nederland en behoort tot het Standaardnederlands.
De Nederlanders gebruiken het woord bijkomen dus niet om te zeggen dat ze zwaarder zijn geworden. Welk woord dan wel? Ze zeggen: ‘Ik ben aangekomen’. Daarmee kan zowel Nederlander als Belg trouwens ook bedoelen dat hij gearriveerd is op de plaats van bestemming. In plaats van aankomen of arriveren, gebruikt menig Belg het woordtoekomen: ‘Wanneer gaat ge toekomen bij ons?’ Het is ook standaardtaal in België. Zo kan het journaalanker op de Vlaamse openbare omroep melden dat ‘de premier op het paleis is toegekomen’. En met die uitspraak zijn we aangekomen bij nog een verwarrend noord-zuidverschil, want in Nederland wordt dit woord niet gebruikt in deze betekenis.
Wegdoen
Een vriend vertelde eens over de volgende spraakverwarring. Een Vlaamse vriendin zei tegen hem dat ze haar kind ging wegdoen. Voor hem als Nederlander betekende dit dat het kind zou worden afgedankt. In België gebruikt men wegdoen in de betekenis van afdanken zeker ook, maar een alternatieve betekenis in de Vlaamse spreektaal is het wegbrengen van mensen. In ’t geval van bovenstaand voorbeeld: ze wilde het naar huis brengen. Dit is volgens mij een heel eigenaardige vorm van betekenisuitbreiding. Ze wordt echt alléén voor mensen gebruikt: als een Belg een boek, een hond, een paard, een auto enzovoort ‘wegdoet’, gaat het wel degelijk over deze betekenis
Er was bij ons even wat twijfel over de status van deze spraakverwarring. Ik (Roeland) heb daarom vijf Nederlandse respondenten opgebeld met de vraag wat er door hun hoofd ging als ze me hoorde zeggen ‘Ik ga Jantje even wegdoen’. Alle vijf de respondenten waren in meer of mindere mate verward – één persoon zei me zelfs: “Ik blokkeerde helemaal toen ik dat hoorde.” Duidelijk genoeg me dunkt. Een andere persoon, een mama van vier kinderen, interpreteerde het als “Jantje gaat in de prullenbak”. Twee van de vijf respondenten hadden het weliswaar bij het rechte eind toen ze ‘wegbrengen’ gokte, maar eenduidig was het dus allerminst.
Ook heb ik enkele mede-Belgen gecontacteerd om ze te vragen naar hun ervaringen met de zegswijze. Al deze mensen (afkomstig van verschillende provincies) kenden het gebruik ervan, maar voor sommigen was het toch maar een vreemde uitspraak die ze zélf niet gebruikten – dat moet erbij gezegd.
Doorgaan (2)
Van Dale zegt ons dat doorgaan het volgende kan betekenen: door iets gaan, verder gaan met iets, niet afgelast worden, en doorgaan voor (gelden als). In een vorige aflevering zagen we al dat een Belg gerust tegen zijn landgenoot kan zeggen ‘Ik ga door’ met de betekenis ‘ik ga ervandoor’. Floor en Katrien illustreerden dat dit verwarring in de communicatie over de landsgrens heen kan veroorzaken. Hier bespreken we nog een ander noord-zuidverschil: doorgaan als synoniem van plaatsvinden.
Toen ik (Miet) studeerde, luisterden wij studenten massaal op woensdagnamiddag naar het radioprogramma Hallo Hautekiet op Studio Brussel. Tegenwoordig is het niet zo vreemd dat luisteraars radiopresentatoren opbellen, en zelfs niet dat die presentatoren de draak steken met die luisteraars. In de jaren 90 was dat helemaal nieuw. En het werkte: Hallo Hautekiet heeft zes jaar lang bestaan en was een van de populairste programma’s ooit van de zender. Een van de redenen was dat presentator Jan Hautekiet systematisch de mensen die hij aan de lijn kreeg corrigeerde als ze ‘ik noem xxx’ zeiden (of hij haakte gewoon meteen in) en als ze verkondigden dat hun fuif ‘doorging’ op die datum en die plaats. Dat ‘doorgaan’ betekende immers niet ‘ondanks andere berichten en grote problemen’. Nee, de fuif ‘vindt plaats’, brulde Hautekiet vervolgens in het oor van die arme student. Zes jaar lang, elke woensdag zeker een keer of vijf. Zo hardleers kunnen studenten zijn. En ik zal het nooit vergeten.
Vlamingen gebruiken nog steeds doorgaan als ze plaatsvinden bedoelen: de vergadering gaat om 12 uur door (zoals afgesproken), het feest gaat door in de feestzaal (niets nieuws onder de zon). Mijn leeftijdsgenoten horen de roep van Hautekiet dan nog wel in hun achterhoofd bij het woord ‘doorgaan’, in welke betekenis ook, maar het bloed, en de taal, kruipt waar het niet gaan kan. Het is dus waarschijnlijk een blijvertje.
Bert Mostert zegt
In Vlaams-Nederlands spreekt men bijvoorbeeld over “het gras afdoen” waar in het Noorden over “gras maaien” wordt gesproken.
Frank Mutsaers zegt
Voor de Nederlanders:
Miet schrijft ‘ik noem xxx’ op xxx moet een eigennaam komen, bijvoorbeeld: “ik noem Roeland’ waarmee bedoeld wordt ‘ik heet Roeland’. Jan Hautekiet wist (en weet nog steeds) hoe het hoort en verbeterde de beller.
Miet schrijft ‘of hij haakte gewoon meteen in’. Wat niet betekent dat meneer Hautekiet een polonaise maakte in de studio of dat er lange tafels in de studio stonden waar iedereen de armen in elkaar gehaakt had en heen en weer bewoog op de maat van de muziek. Nee, Miet wilde zeggen dat Jan de telefoon meteen op de haak gooide. Voor de jonge lezers: hij stopte het telefoongesprek meteen.
Leuk dat Miet zelf verborgen spraakverwarringen in haar voorbeeld stopt zonder het (waarschijnlijk) te weten.