Top 20 van Nederlandstalige Protestalbums: 6. Door mekaar, Door mekaar (1978)
Wie kent Door mekaar nog? Deze groep is, anders dan de andere bands die ik in deze Top 20 van Nederlandstalige Protestalbums bespreek, nauwelijks geworteld geraakt in de Nederlandse popgeschiedenis. En dat terwijl deze groep met Voor mekaar een pioniersplaat maakte en aan de basis stond van de beste en meest gewaagde (post)punkplaten en -albums van de jaren 70 en 80. Vanuit deze band ontstond namelijk Gramschap, een geëngageerde pamflettenreeks waarin allerlei kunstvormen vloeiend bijeenkwamen; eind jaren 70 startte Door mekaar-gitarist Dolf Planteijdt daarnaast een eigen studio, waarin het ene na het andere geweldige album zou worden opgenomen.
Het begon allemaal in februari 1978, toen de in eigen beheer gemaakte plaat Voor mekaar op cassettebandje werd rondgestuurd aan de pers – het rondsturen van elpees was te duur. Twee kranten hapten toe: De waarheid, een krant die erg geïnteresseerd was in het do it yourself-principe dat Door mekaar omhelsde, en Limburgs dagblad, dat weinig meer leek te doen dan het bandpersbericht kopiëren. Een beetje verbazend was dat gebrek aan persaandacht wel. De Nederlandse kranten veerden namelijk meteen op als er in die jaren een nieuwe Nederlandstalige pop- of rockplaat werd uitgebracht. Tot teleurstelling van veel popjournalisten was het aantal rockbands in het Nederlands tot het einde van de jaren 70 op de vingers van één hand te tellen: alleen het Achterhoekstalige Normaal en een al eerder besproken groep als Bots lieten horen wat er mogelijk was aan rockmuziek van eigen bodem.
De verzamelplaat Uitholling overdwars (1979), waarin 12 nieuwe Nederlandstalige pop/rockbandjes werden samengebracht, werd dan ook enthousiast ontvangen. Er stonden grote beloftes op als Tedje & de Flikkers, Braak en Nasmaak (later onder de naam Nasmak internationaal doorgebroken), naast groepen die in de jaren daarna de nederpop zouden gaan bepalen, namelijk Toontje Lager en Doe Maar. Maar wie nu Uitholling overdwars luistert, hoort toch vooral een vrij pril en zoekend geluid terug. Voor mekaar was een veel volwassener product, zowel tekstueel als muzikaal: een woeste duik in de moderne maatschappij, met een bijzondere aandacht voor de verhouding tussen de haves en de have nots.
De hoes bevatte een prozagedichtachtige tekst, waarin flarden uit de nummers gemixt werden tot een politiek statement over de controlemaatschappij. De makers schetsten Nederland als een plek waar ‘rijke jonge heeren’ de dienst uitmaakten, waar arbeiders door middel van de Televisie, God en Geld rustig werden gehouden en alle tegengeluiden in de kiem werden gesmoord. ‘Politiesirenes. Meer macht voor de terreurbrigades om terroristen te bestrijden en en passant vanzelfsprekend ook kriminelen, kommunisten, kleurlingen, krankzinnigen, ketters, kranten… kortom al dat tuig dat alleen maar goed is om in de kijkdoos tentoongesteld te worden in programma’s gepresenteerd door vette heren die geen verleden hebben en niet weten wat toekomst is, die de tijd trachten op te sluiten in een bankkluis.’ De enige manier om aan die controle te ontsnappen, was een moedwillige keuze voor een leven als outcast.
De opmerkelijke teksten op het album kwamen uit de pen van Nico van Apeldoorn. Hij leverde een nummer als ‘Repeterende breaks’, een dubbelzinnig lied op slechts een paar rijmklanken over een man die ‘in de wereld van repeterende breuken’ speelt ‘met het duurste speelgoed’. Wat precies de situatie van deze man is, is niet helder, maar duidelijk is wel dat hij de weg van het cynisme en pragmatisme boven die van het idealisme heeft verkozen:
hij krijgt met de dag meer deuken
van het vechten tegen brallende reuzen
en de vrouw staat in de keuken
in ’t eten komt steeds meer roet
de asbakken zijn vol met peuken
gelukkig is zijn neus niet goed
en in het vaandel staan de leuzen
als we maar wat hebben te neuken
en een flink stuk van de poet
Dit album schoot heen en weer tussen berusting en strijdbaarheid. Nummers als ‘Vertel ons uw leven’ en ‘Mies of Koos of Willem’ verklankten vooral de berustende kant: die bekritiseerden het geestdodende geweld dat de televisie op mensen uitoefende, zonder echt een uitweg te bieden uit de troosteloosheid. Ook ‘Holenmensen (in beton)’, een cynische reflectie op het onmenselijke stadsplanningsbeleid (‘sloop de huizen, bouw een hotel / de stad is één groot Monopolyspel’), koos zo’n bittere toon. Een nummer als ‘Veilig’ hanteerde een meer affirmatieve toon: het leek eerst de status quo te verdedigen door te stellen dat je ‘met al dat geteisem’ niet meer veilig bent op straat, om vervolgens te laten zien dat niet de krakers, de dealers, de Surinamers en de anarchisten het werkelijke geteisem zijn, maar de politie die deze onmaatschappelijke elementen om het minste of geringste uitschakelt. ‘Je bent niet meer veilig op straat / voor de revolverhelden van de straat.’
Muzikaal is Voor mekaar op zijn zachtst gezegd eclectisch. Stevige gitaarpartijen in nummers als ‘Repeterende breaks’ en ‘Holenmensen’ worden afgewisseld met het zachtaardige ‘Vogelliedje’, het vlotte rock-‘n-rollnummer ‘Voor mekaar’ en de smartlap ‘Terug van Troje’.
Het is de vraag hoe je dat laatste nummer, een larmoyante klacht van een in de steek gelaten minnaar, precies moet begrijpen. In de context van het album lijkt het vooral een metalevenslied: in dit nummer wordt precies de burgerlijke, bezitterige burger uitgetekend waartegen het album zich in de andere nummers zo sterk afzet. De titel, waarin verwezen wordt naar de terugkeer van Odysseus uit de Trojaanse oorlog, geeft er dan weer een mythisch tintje aan. Het nummer werd echter in veel minder ironische versie gecoverd door de band Drukwerk onder de titel ‘Je loog tegen mij’ – en werd een nummer 1-hit. De mensen van Door mekaar, die natuurlijk een broertje dood hadden aan alles dat naar succes en commercie rook, brachten prompt een nieuwe versie van het nummer uit, ‘Alweer terug van Troje’, een gruizig punknummer waarin nauwelijks een zangmelodie te herkennen is.
Op het eerste gezicht lijkt de muziek van Door mekaar een dood spoor te zijn geweest. De groep maakte slechts twee albums: na Voor mekaar verscheen alleen nog een EP met de wat troosteloze titel De rest, en toen was de koek op. Anders dan de groep misschien gehoopt had, kreeg ze nauwelijks zichtbare en hoorbare navolging: toen vanaf de vroege jaren tachtig de nederpophausse losbarstte, braken er nauwelijks bands door die vergelijkbare experimentele rockmuziek maakten, op de groep Braak na. Maar vanuit een ander perspectief bezien was Door mekaar juist wél heel invloedrijk. De individuele bandleden en liedschrijvers drongen namelijk in de jaren na Voor mekaar door tot in de uithoeken van de alternatieve cultuur in binnen- en buitenland.
Dat begon met Gramschap, een fascinerende pamflettenreeks waar hoognodig eens onderzoek naar zou moeten worden gedaan. Het was een mix van politieke analyse (veelal vanuit de hoek van anarchistisch ingestelde krakers, want zij schreven het tijdschrift vol), strips, gedichten (onder meer van Door mekaar-tekstschrijver Nico van Apeldoorn) en muziek. Heel regelmatig werden singles of zelfs complete elpees met het blad meegeleverd: in april 1980 bijvoorbeeld het in kleine kring legendarisch geworden anti-Beatrixnummer ‘Beatricks’, en bij het laatste jubileumnummer zelfs een dubbel-elpee (!) met gedichten, spoken word en muziek.
Sommige bandleden zwierven uit en richtten het ene na het andere interessante bandje op. Vooral de broers Dolf en Wouter Planteijdt zouden een diepe stempel drukken op de alternatieve muziek van de decennia nadien: met eigen bands als Pandorra Ensemble, Zog, Morzelpronk en vooral Sjako!, maar ook vanachter het mengpaneel. Dolf richtte in 1979 Joke’s Koeienverhuurbedrijf op, een studio waar als eerste nummer een track van Drukwerk werd opgenomen. In de jaren nadien zou met name de punkscene van Noord-Holland er kind aan huis zijn: van relatief onder de radar gebleven groepen als Indirekt, Svätsox, Wanda’s en Rakketax – allemaal erg de moeite waard voor de rockliefhebbers – tot Balthasar Gerards Kommando en The Ex, twee groepen die legendarisch zouden worden tot ver buiten de Nederlandse grenzen. Later volgden ook internationale groepen als Dog Faced Hermans en Negazione. Wie de indrukwekkende lijst van acts bekijkt die in Joke’s Koeienverhuurbedrijf werden opgenomen (en in de opvolgers Emma’s Koeienverhuurbedrijf en ADM’s Koeienverhuurbedrijf) realiseert zich dat het Europese punklandschap er anders uit had gezien zonder de mensen van Door mekaar.
Tot op de dag van vandaag is Dolf Planteijdt trouwens geluidsman van De Kift. Zo is de cirkel rond: wat in 1978 in een zeer kleine kring begon, mondde tien jaar later uit in een van de duurzaamste en interessantste bands van de Nederlandstalige protestcultuur.
Lees mijn boek Op de vuist. Vijftig jaar politiek en protestliedjes in Nederland (2020) voor meer informatie over Nederlandse punkscene. Zie ook de bijbehorende website https://protestliedjes.nl en de nog altijd groeiende Spotifyplaylist Nederlandse protestliedjes, die inmiddels ruim veertien uur beslaat.
Maikel van Leeuwen zegt
Geweldig. Ergens in de 2009/2010 kreeg ik de cd digitaal als jonge kraker aangereikt in een tochtig kraakpand. Ik vroeg mij altijd al af waar dit vandaan kwam. Nico Apeldoorn leerde ik kennen rondom de vreselijke Schiphol brand. Volgens mij doet hij wel nog eens aan optredens. Je voelde de geschiedenis en de culturele rijkdom.
Laurens Ham zegt
Prachtig dat Door mekaar voor nieuwe generaties krakers nog zoveel betekent/betekende!