Gids voor verborgen spraakverwarringen tussen Belgen en Nederlanders (5) intermezzo (1)
Waar de Vlaming zijn enthousiasme over het concert des levens niet zo sterk laat blijken, deelt de Nederlander zijn impressies en opinies net graag heel uitbundig met zijn omgeving. Natuurlijk willen Vlamingen ook wel hun meningen en gevoelens uiten, maar zij doen dat omzichtiger en op enigszins terughoudende wijze, een manier die op veel Nederlanders stug overkomt. Hun basishouding is navenant wat voorzichtiger: de zaken moeten er heel goed voorstaan eer de Belg dit hardop benoemt. Hij vreest dat hij net tegenspoed over zich afroept door te vroeg victorie te kraaien. Deze en andere verschillen in de volksaard hebben hun weerslag op de betekenis die aan zegswijzen wordt toegekend. Een paar voorbeelden.
’t Valt wel mee
Een Nederlander fietst op een mooie lentedag van Roosendaal naar Antwerpen om daar een Vlaamse vriend te bezoeken. Hij komt er strak in het fietspak gehesen aan, de zweetdruppels parelen vrolijk rond zijn stralende glimlach. De Vlaming vraagt – zonder de minste zweem van ironie – ‘Is ‘t een beetje meegevallen, de fietstocht?’
De Nederlander ervaart een duidelijk negatieve verwachting in deze vraagstelling, en daar geraakt zijn positief-enthousiast ingestelde ziel van in de war. Druipt zijn enthousiasme er dan niet genoeg van af?De vriend insinueert met de melancholisch getinte vraag echter niet dat hij verwacht dat het is tegengevallen; voor hem is het een neutrale vraag die zelfs meer kan hellen richting de betekenis ‘Was het leuk?’
’t Is niet slecht
Onder het tafelen is de Belg vaak nogal karig met zijn commentaar. Wanneer hij het eten lekker vindt, komt hij soms niet verder dan: ‘da’s nie slecht’ *. En als je hem iets te drinken aanbiedt, is het antwoord soms droogweg: ‘da mag’.
Onze Nederlandse vriend en contraire is zelfs al bij voorbaat enthousiast: gewoon al bij de vraag of hij iets wil eten of drinken is hij daar al met zijn ‘lekker!’
Houd de vaart erin!
Overal staat Nederland bekend als het land van melk en honing. De mensen hebben er hun zaakjes goed voor elkaar. Voor de noorderling snijdt het mes dan ook vaak aan twee kanten – er is dus een voordeel voor beide partijen. Zijn zuiderburen kennen die uitdrukking ook, maar dan in een ietwat andere, voorzichtige betekenis. Het is een waarschuwing: let op, bij voordelen komen vaak óók nadelen. Juich dus niet te vroeg.
Toch wel, toeter het maar in het rond, beste vrienden! Aan de weg timmeren, dat is de Nederlander ten voeten uit; weliswaar in de betekenis die hij zelf aan de uitdrukking geeft: de publiciteit opzoeken, in de schijnwerpers komen. De Vlaming bedoelt met die uitdrukking: een werk van lange adem uitvoeren. En laat ons daarbij niet te hard van stapel lopen, of (te) voortvarend zijn – voor een Vlaming wordt er al gauw te veel vooruitgelopen op de zaak. Voor zijn Nederlandse collega kan de vaart er niet genoeg in zitten; het woord voortvarend heeft voor hem dan ook een uitgesproken positieve gevoelswaarde.
Ach ja…
‘Och ja, da’s wel goe’ versus ‘Te gek joh!’, het is een treffend contrast. Diep in de ziel roeren zich echter gelijkaardige, sprankelende gevoelens bij Nederlander en Belg. De uitbundigheid van de Nederlander is helemaal niet opvallend of overdreven tussen zijn landgenoten. De volgens zijn noorderburen stugge Belg daarentegen hoeft maar een beetje uitgelaten te zijn en voor zijn landgenoten is het al duidelijk: hij amuseert zich rot.
* De (Nederlandse) tekenaar bij deze serie kan er trouwens ook wat van. Zijn commentaar bij een door mij (Roeland) voorgeschoteld maal is vaak “ ’t Is goed binnen te houden”. Awel merci!
Frans Daems zegt
Voor mij als Belg/Vlaming is ‘is ’t een beetje meegevallen, de fietstocht?’ vatbaar voor twee interpretaties. 1.de verwachting dat de fietstocht wel eens niet echt goed meegevallen zou kunnen zijn; 2. meer ironisch de verwachting dat het best meegevallen kan zijn. De eerste interpretatie lijkt mij meer voor de hand te liggen.
roeland cortois zegt
Juist. Misschien is de vraagstelling “Is het meegevallen?” Beter op zijn plek in deze kwestie?
Marcel Meijer Hof zegt
Dat onderkoelde, er is een landstreek in Oost-Nederland waar dat ook wel voorkomt. Ook mijn Heergemaal antwoord op de vraag of hij nog iets wil of lust steevast met ‹ mag wel ›, waar ik ‹ ja graag › verwacht. Sterker nog is deze; de boer op z’n sterfbed verklaart ten leste de liefde aan zijn vrouw die hem ruim kinders schonk: ‹ iej heb mie nich in dee weg lopen › – of hoe schijf je dat in het Twents ?
Jaap K. Blom zegt
Welke weg is van hout? Ach, ze zullen er best zijn, over halfmoerassen in veengebieden of zo. Maar dan liggen ze vast meestal weer te ver van de bewoonde wereld om veel bekijks te trekken. Ik stel me er een timmerman bij voor die een half open werkplaats heeft, direct aan de straat. Een veranda, een begane grond-/loft/, vul het maar in. Misschien nog met een deur en al, maar dan wel met een héél groot raam, dat ook nog open kan. En erachter het woonhuis. In dat geval met die deur natuurlijk met een winkelbel: als je er woont en niet speciaal ontvangen hoeft te worden “Blijf maar!”. (Met de intonatie van “Is goed!”)
Jan Stroop zegt
Iemand bedankte me, toen ik hem een felicitatie stuurde, voor mijn ‘nette attentie’. Ik zou dat als Nederlander nooit zeggen. Is dit ook een geval van spraakverwarring?
roeland cortois zegt
Nooit gehoord van een nette attentie. “Nette attentie”, tussen 2 aanhalingstekens, geeft bij zoeken op google welgeteld 1 resultaat. Ik vermoed dat je te maken had met een rariteit. Of misschien trachtte deze persoon een naar zijn gevoel Hollands klinkende uitspraak te verzinnen?