Schrijfvaardig zijn veronderstelt het kunnen gebruiken van taal als een autonoom betekenissysteem: doordat schriftelijke communicatie niet is ingebed in een door verzender en ontvanger gedeelde situatiecontext, moeten teksten zó geschreven worden dat ze een onafhankelijk bestaan kunnen leiden, los van de schrijver en van de context waarin de tekst werd geproduceerd. Het slagen van de communicatie is dus in hoge mate afhankelijk van de wijze waarop schrijvers de informatie die zij willen overdragen in taal uitdrukken. Succesvol communiceren aan de hand van geschreven teksten vergt van schrijvers dan ook gerichte aandacht en inspanning met betrekking tot de wijze waarop zij hun boodschap talig vormgeven met het oog op begrip ervan vanwege de lezer.
Schrijfprocessen vereisen van schrijvers enerzijds een activering van hun kennis van de wereld op basis waarvan ze inhoud kunnen genereren, en anderzijds een uitdrukking hiervan in taal, rekening houdend met het beoogde doel van de tekst en met het beoogde lezerspubliek. Daartoe moeten schrijvers naast kennis van de conventies wat betreft spelling, woordkeuze en grammatica, ook (a) vertrouwd zijn met de conventies die de interne organisatie van teksten beregelen, (b) uitdrukking kunnen geven aan de onderlinge verbanden tussen informatieve elementen binnen teksten, (c) daarbij rekening houdend met het publiek dat ze beogen.
Schrijven is een cognitief belastende activiteit. De ontwikkeling van schrijfvaardigheid vergt dan ook een uitgebreid leertraject dat doorheen het hele schoolcurriculum doelgericht moet worden opgezet en de vereiste kennis en vaardigheden tot stand brengen, door expliciet schrijfonderwijs met veelvuldige oefening, reflectie en explicitering, gekaderd in een aanbod van motiverende schrijfervaringen allerhande.
Wat maakt schrijfonderwijs doeltreffend? In Cahier nr 3 van het Netwerk Didactiek Nederlands worden dertien Principes van excellent schrijfonderwijs uiteengezet, gevolgd door een beschrijving van twaalf Praktijken met een hoge mate van effectiviteit voor de bevordering van schrijfvaardigheid.
Micha Hamel zegt
Hallo goedemorgen. Ik snap iets niet. Als je bij (c) rekening moet houden met je publiek, dan is de tekst toch juist niet onafhankelijk van maar juist toegespitst op een situatiecontext?