‘Mei’ — uit de maandencyclus van Folgóre da San Gimignano, plus het ‘tegensonnet’van Cenne de la Chitarra, beide vertaald door Frans van Dooren.
Mei
Ik geef je in mei renpaarden voor toernooien,
die rap gehoorzamen aan elk bevel,
beproefde dravers, kleppers fier en snel
met rinkelende borst- en voorhoofdstooien,
en rijkdom van bekleding die in plooien
van zijde valt, met kleuren bont en fel,
banier, blazoen en schild van ’t ridderspel
en oogverblindend schoon van bloemenstrooien.
Kapotbreken van lansen en van stangen,
guirlandes die van de balkons afdalen,
en sinaasappelen om op te vangen;
jongens en meisjes die elkaar onthalen
met kussen op de mond en op de wangen
en louter levenslust en liefde uitstralen.
Folgóre da San Gimignano (1270-1322)
••
Mei
Ik geef je in mei een landelijk toernooi
van werkvolk dat zo stijf is als een plank,
op muilezels en karrenpaarden, mank
en krom en kreupel en getuigd met strooi,
en dansfestijnen met een hele zooi
hufters die onder invloed van de drank
zingend en lallend de bedorven stank
uitwasemen van knoflook, zweet en hooi.
En daarna hutspot van kastanjes, preien
en uien eten samen met de boeren,
en vrolijk meedoen met hun braspartijen.
en op de dik met mest bedekte vloeren
de rentmeesters en wijven laten vrijen,
en over vee en varkens ouwehoeren.
Cenne da la Chittara (?-1336)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter