Weer iets geleerd: ik weet wat een contentspecialist doet. Volgens deze webpagina is zijn taak in het leven “het creëren van onweerstaanbare content die jouw publiek écht wil zien”. Voor de Volkskrant heeft nu de contentspecialist Koos Boertjens gisteren een nieuw stukje onweerstaanbare content geleverd. Inderdaad wordt de lezer meteen meegesleept door diepe wijsheden als “Het vak Nederlands is bij uitstek geschikt om jongeren in aanraking te brengen met verschillende teksten en ideeën.”
Kijk, open deuren intrappen over het schoolvak Nederlands, dat is wat het publiek van de Volkskrant nu echt wil zien!
Ik mocht onlangs een praatje geven voor de redactie en lezers van het mooie tijdschrift Vooys over de discussies die er de afgelopen jaren in de kranten stonden over de letterkunde. Ik maakte een overzicht en schrok er van. De Volkskrant was duidelijk kampioen in het verspreiden van ongefundeerde praatjes: Elma Drayer over het proefschrift van Corina Koolen over (‘Alle academische telwerkzaamheden ten spijt, weet ik intuïtief beter hoe het zit’), Arjan Peters over het feit dat letterkundigen het bestaan ook soms tot een internationaal publiek te spreken en dat dan in ‘kinderengels’ zouden doen, de minachting van Sylvia Witteman voor pogingen om Couperus door respectvolle hertaling onder de aandacht van nieuwe lezers te brengen, columnisten als Sebastien Valkenberg en Rosa van Gool die zonder enig bewijs rondbazuinden dat neerlandici nooit lezen en alleen bezig zijn met ’theorie’: allemaal in de afgelopen vier jaar in de Volkskrant. Die krant schrijft over de taalkunde overigens niet veel geïnformeerder; niet voor niets voeren we op deze site al sinds jaar en dag een speciale hashtag #Volkskrant voor alle venijn.
Dystopie
De krant had inderdaad al een paar maanden geen kwaad gesproken over de academische neerlandistiek, dus het werd ook weleens tijd. Deze keer dus voor een freelance contentspecialist om zich zonder feitenkennis boos te maken. De steen des aanstoots is deze keer dat Saskia Pieterse (Utrecht) en Jeroen Dera (Nijmegen) het onafhankelijk van elkaar (hier en hier) hebben bestaan erop te wijzen dat de verteller in het populaire boekje Het gouden ei van Tim Krabbé er nogal seksistische en racistische opvattingen op na houdt.
Dera gaat zelfs zo ver om suggesties te doen om als leraar over dat soort ideeën te praten in de klas. Schande!
Kritisch spreken over veelgelezen boeken: dat mag natuurlijk niet, in een vak dat jongeren in aanraking moet brengen met verschillende teksten en ideeën. Die aanraking met de canon moet pijnloos zijn.
De contentspecialist berijdt vervolgens een stokpaardje van meer critici van de moderne geesteswetenschappen die op zoek zijn naar een stropop: iedereen die kritisch is, is een ‘postmodernist’ en zo iemand “reduceert […] mensen tot willoze onderdelen van een groep, waarbij zij altijd dán wel slachtoffer, dán wel dader zijn. Hierbij worden irrelevante verschillen tussen mensen, zoals huidskleur, geslacht en seksuele voorkeur, voortdurend benadrukt en beoordeeld. Aldus wordt de samenleving herschreven tot een alsmaar polariserende dystopie, louter gevuld met daders en slachtoffers.”
GroenLinks-buttons
Het is schril gekrijst, maar heeft niets te maken met de artikelen van Pieterse of Dera, waarin het helemaal niet gaat over daders of slachtoffers. Geen van beiden wil Het gouden ei cancelen of verbieden. Ze willen er over praten, en dan niet alleen in de zin van ‘goh, wat een onsterfelijk meesterwerk is dat toch’, maar in de zin van ‘wat staat daar eigenlijk?’ Ik zou overigens durven beweren dat er nog nooit een letterkundige is geweest die erin geslaagd is de samenleving te herschrijven tot wat dan ook, laat staan tot een alsmaar polariserende dystopie.
Boertjens stuk doet qua hysterie niet onder voor het artikel ‘Wie niet woke is, moet zijn mond houden‘ van Wierd Duk in De Telegraaf van vorige week, waarin allerlei mensen waarschuwden voor het feit dat je op de universiteit tegenwoordig alleen maar met een GroenLinks-button mag rondlopen omdat je anders “gemuilkorfd” wordt. Ook in dat stuk werd nergens enig bewijs aangedragen, er kwamen alleen maar allerlei bange mannen in voor die over nachtmerries vertelden voor een woke spook. (Er waart een woke door Europa.) Nee, eigenlijk is het stuk in de Volkskrant erger omdat de stukken die aantonen hoe genuanceerd de discussie is, gewoon op te zoeken zijn.
Heersende orde
Ten overvloede: op de universiteit heerst helemaal geen ’terreur’ van postmodernisme of het wokedom. En zeker niet bij de afdelingen Nederlands. Wie anders beweert liegt. Het is waar dat je zelden iemand tegen komt die luidkeels boerend seksistische grappen naar studentes roept, maar dat is toch wat anders dan dat ‘andersdenkenden’ worden gemuilkorfd. Ik durf de bewering aan dat je in het academisch bedrijf meer diversiteit van meningen vindt dan op de redacties van de Volkskrant of De Telegraaf.
Je zou warempel denken dat Boertjens en Duk zelf proberen anderen de mond te snoeren: iedereen die het waagt om een kritisch geluid te laten horen over de canon of over de status quo. Die mondsnoerderij gebeurt gelukkig op zo’n onmachtige manier dat je je daardoor ook niet moet laten intimideren.
De eigenaardige berichtgeving over de Nederlandse taal en letteren van de Volkskrant in de afgelopen decennia moet, geloof ik, wel verklaard worden door angst. Angst verbindt wat de krant schrijft over taalkunde – dat komt er altijd op neer dat de taal met de vingertoppen aan de rand van het ravijn hangt terwijl de taalkundigen met alle geweld op de knokkels staan te trappen – als over de letterkunde – waarin dus de literatuurwetenschap verantwoordelijk wordt gehouden voor alles wat er mis is in de samenleving. Neerlandici moeten eigenlijk opkomen voor de heersende orde waarin alles blijft zoals we dat op school hebben geleerd. Of op zijn minst voor de onweerstaanbare content die jouw publiek echt wil zien.
Lees ook deze analyse van Yra van Dijk in de Nederlandse Boekengids.
wim van rooy zegt
Ik vrees dat Marc Oostendorp onder een steen leeft.
Marc van Oostendorp zegt
Ik leef inderdaad precies onder de steen waarover de discussie gaat: die van de academische letteren. U ook, of beschouwt u die steen van een veilige afstand?
Ronald V. zegt
Sorry maar dat artikel van Dera is tenenkrommend.
Bovendien zie ik niet in waarom aandacht voor in teksten geventileerde ideologie niet thuis hoort in een structuuranalyse. Een literaire tekst, van welke kwaliteit dan ook, bezit vele factoren, “formele” en “inhoudelijke”, alle structureel, direct en indirect, met elkaar verbonden.
De termen “seksisme” en “racisme” in het artikel van Dera zijn zwaar overtrokken, te hyperbolisch. Zware woorden die de lading niet dekken.
Wellicht overdrijft de Volkskrant zeer stierlijk. Maar Dera kan er ook wat van.
En literatuurwetenschapstheorieën, op zich is daar natuurlijk niets mis mee maar presenteer ze als werkhypotheses die bijgesteld kunnen worden. Hopelijk stelt Dera zijn ideologiehypothese bij tot slechts een onderdeeltje van een groter geheel.
Maar of de heer Van Oostendorp onder een steen, in een afgesloten ei, leeft, nee, natuurlijk niet. En al lees ik geen Volkskrant, ik geloof hem gaarne dat de Volkskrant wat taalkunde betreft het lelijk laat afweten. Maar misschien heeft de Volkskrant, die ik dus niet lees, af en toe een beetje gelijk dat sommige artikelen over literatuur toch iets teveel politiek “correct” geneuzel bevatten. Al geloof ik verder de heer Van Oostendorp op zijn woord dat zulk geneuzel geen schering en inslag op de universiteiten is.
Maar of ik “Het gouden ei” ga lezen? Ik denk van niet. Ik heb nog steeds niet het idee dat ik dat boek echt moet lezen. Maar misschien is het toch een spannend boek dat je tijdens lezing je meetrekt in een bijzondere wereld.
Jeroen Dera zegt
Wie ben jij om te bepalen hoe hyperbolisch termen als ‘seksisme’ en ‘racisme’ zijn? Ik vermoed dat je tot geen van beide groepen behoort die systematisch met seksisme en racisme te maken krijgen, dus ik zou me op dat vlak wat omzichtiger uitdrukken.
Ik stel in het artikel vast dat de focalisatie (dus niet het boek als geheel of Tim Krabbé!) er sekstistische of racistische visies op nahoudt. Als je vindt dat de voorbeelden die ik geef daar NIET van getuigen, dan hoor ik graag van je waarom – een analyse afdoen als ’tenenkrommend’ zonder enige inhoudelijke tegenspraak gaat mij namelijk niet overtuigen.
Verder ben ik overigens het geheel met je eens: aandacht voor ideologie hoort thuis in structuuranalyse. Mij zie je alvast niet schrijven dat die twee elkaar uitsluiten. Ik stel louter (empirisch) vast dat het in het literatuuronderwijs vaak niet tot die ideologische stap komt.
Berthold van Maris zegt
Misschien is het goed om een onderscheid te maken tussen “de krant” en de collumnisten die, geheel op eigen titel, af en toe in die krant hun ei mogen leggen.
Marc van Oostendorp zegt
Daar heb je gelijk in, maar naar mijn smaak geldt dit wel degelijk voor ‘de krant’ als geheel. Er is iets systematisch in de keuze van de columnisten, van de opiniestukken, enz., maar ik vind ook de wetenschapsjournalistiek over taal- en letterkundige onderwerpen minder dan in andere kranten. De Volkskrant heeft geen Berthold van Maris of Sander Becker, en heeft dat ook eigenlijk nooit gehad. Dat wil overigens niet zeggen dat er nooit iets interessants of lezenswaards over deze onderwerpen te lezen valt, maar de toon als geheel gaat een bepaalde richting op.