‘Juni’ — uit de maandencyclus van Folgóre da San Gimignano, plus het ‘tegensonnet’van Cenne de la Chitarra, beide vertaald door Frans van Dooren.
Juni
Voor juni bied ik je een heuvel aan
beschaduwd door bosschages en struwelen
met dertig landhuizen en twaalf kastelen
die alle om een kleine stad heen staan,
en middenin een bron waaruit spontaan
honderden waterloopjes zich verdelen,
die dartelend door groene gaarden spelen
en over ’t gras van frisse weitjes gaan.
En dadel, sinaasappel en limoen,
perzik en pruim, die sappig aan de daken
hangen van pergola en paviljoen,
en mensen die zózeer van liefde blaken
en zich zó inspannen om wel te doen
dat ze iedereen blij en gelukkig maken.
Folgóre da San Gimignano (1270-1322)
••
Juni
Ik geef je in juni een moerasgebied
met aasraven en reigers, en een grote
zompige watervlakte zonder boten,
en middenin een eiland tussen ’t riet,
waarop een zwavelbron de grond uitschiet
en zich dampend vertakt in duizend sloten
en borrelend met slijk en slib doorschoten
haar stinkend water over ’t land uitgiet.
En doorns en lijsterbessen overal
met liesgras, mispel, braamstruik en kornoelje,
en op de wegen, modderig en smal,
lieden met kropgezwellen, smerig schoelje,
die je met schor geschreeuw de pleuris wensen
tot ergernis van God en van de mensen.
Cenne da la Chittara (?-1336)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter