Drie gedichten uit de Lach van de Sfinx, de nieuwe bundel van Frans Kuipers, met 2 x 26 gedichten, 2 x getiteld/genummerd van a tot z.
X
Alleen in de nacht,
bij het licht van sneeuw.
Zijn verstand zegt:
‘Ik ben de expert van mijn eigen leven’
maar zijn hart zegt:
‘Ik ben een vondeling van negenenzeventig jaar.’
Y
Wat er is is de dubbelzin van mijn enkelvoud.
Wat er is is de omnipotente doodgewoonheid van de dingen.
Wat er is is de vreemdheid verregaand klevend al & ieder aan.
Z
Er zijn de dingen bij daglicht
en er is het nachtelijk sterrenverhaal
voor mensheids hersenpan te kolossaal.
Stil is het zelden overal krioelt het
er zitten papiervisjes in mijn manuscript.
Ik moest door sneeuwrijken
en sinaasappellanden gaan,
ik zat een Tsjwang-tseense vlinder achterna.
Er is het toeval en er is de fantasie
maar toeval is fantastischer.
Er is de vogel in de lucht en het paard in de wei
door een waterplanetair ringetje gehaald
van Zonnecircus Bloed net als wij.
Frans Kuipers (1942)
uit: de Lach van de Sfinx (2021)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter