Osebol van Marit Kapla is een 810 bladzijden tellend portret in dichtvorm van een leeggelopen Zweeds dorpje. In het boek, dat in Zweden een groot succes was, laat Kapla de overgebleven bewoners (onder wie een Nederlandse) aan het woord over het leven in Osebol. Hieronder een fragment uit de ‘bijdrage’ van Anna-Karin Larsson. De vertaling is van Janny Middelbeek-Oortgiesen.
Anna-Karin Larsson geb. 1972
Vorig jaar zomer
ben ik voor het eerst in Malmö geweest.
Dat was mooi
en je hoefde maar in de trein te gaan zitten
of hup
we waren in Kopenhagen.
We zijn in Christiania geweest.
Ik heb mijn ogen uitgekeken.
Ze stonden met bivakmutsen en wanten aan
te dealen.
••
Ik had zo’n bucketlist.
Plekken waar ik naartoe wilde.
Christiania was er eentje van.
Hornborgasjön ook.
Daar ben ik vorig jaar naartoe geweest.
Tig duizend kraanvogels.
De Paaseilanden staan ook nog op mijn lijst.
De vraag is
of mijn hoofd er wel naar staat om daar nu naartoe te gaan.
Toen ik die lijst opstelde was ik best jong.
••
De laatste keer dat we elkaar hebben gesproken
was het winter en ellende.
Toen had ik een gevoel van
nee, ik moet hier niet blijven wonen.
Nu staat de zomer voor de deur
dan merk ik dat het toch wel lekker is
om hier te wonen.
Maar je hebt ook weleens het gevoel…
ik bedoel Stockholm afgelopen vrijdag…
het is toch lekker rustig
om hier op het platteland te wonen.
••
Er is hier ook geborgenheid.
Een sociaal netwerk dat je hebt.
Ik kan me moeilijk voorstellen
dat iemand anders hier zou wonen.
Het is toch mijn huis.
Ik heb er dubbele gevoelens bij.
Er zou een goeie tussenoplossing moeten zijn.
••
Misschien dat je dat voor jezelf
niet zo wilt toegeven
maar hier ben je iemand.
Als je ergens anders komt
kent niemand je.
Marit Kapla (1970)
uit: Osebol. Getuigenissen van het Zweedse platteland (2021)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter