Verwarwoordenboek vervolg (223)
In het Verwarwoordenboek zijn 600 woordparen behandeld met vaak onduidelijke verschillen: afgunst-jaloezie, bloot-naakt, geliefd-populair, plaats-plek, enz. Nog steeds worden woordparen aangedragen met het verzoek om ook die te behandelen. Vandaar deze wekelijkse rubriek. De aanvullingen worden ook opgenomen in de digitale versie van het Verwarwoordenboek op www.schrijfwijzer.nl.
Wilt u ook een ‘verwarpaar’ behandeld zien? Plaats dan een reactie onder deze rubriek. Kijkt u dan wel even op de website om te zien of de woorden al zijn opgenomen.
overlijden / sterven
Er is een klein betekenisverschil.
overlijden ophouden met leven: de overgang naar een andere toestand
- Haar overlijden schokt ons diep, maar toch mogen we geloven dat de dood het einde niet is.
sterven ophouden met leven: de overgang van leven naar dood
- Al tijdens zijn sterven begon de ruzie over de erfenis.
Het ‘lijden’ in overlijden is niet het ‘lijden’ in ‘pijn lijden’, maar betekent van oorsprong ‘gaan’. Wij kennen deze betekenis nog in verleden week en in de verleden tijd (de voorbijgegane tijd). Overlijden was oorspronkelijk een eufemisme voor doodgaan, ‘overgaan naar een andere wereld’. Sterven betekent van oorsprong ‘stijf worden’. Deze betekenis kennen we nog in ‘star’ en ‘verstarren’. Het concreet-lichamelijk van sterven zien we ook in een meer algemene betekenis, zoals in Ik sterf van de kou of in het versterkende voorvoegsel: Het was daar stervensdruk.
De woorden worden door elkaar gebruikt, maar er zijn wel twee verschillen in betekenisaspect. Het eerste valt terug te voeren op het begrippenpaar lichaam-geest of lichaam-ziel. (Zie voor het verschil tussen ‘geest’ en ‘ziel’ elders in het Verwarwoordenboek.) Met sterven bedoelen we dan het lichamelijke ‘verstijven’. En met overlijden bedoelen we de overgang naar een andere werkelijkheid. Het tweede verschil valt terug te voeren op het onderscheid ‘gebeurtenis-proces’: sterven ziet op het proces en overlijden op de gebeurtenis. Dit verschil komt ook tot uitdrukking in woordcombinaties als stervensbegeleiding en overlijdensadvertentie. Op dit verschil valt ook terug te voeren dat we niet spreken over mijn gestorven moeder maar over mijn overleden moeder. Het gaat hier immers om de gebeurtenis.
Een algemener woord voor ‘ophouden met leven’ is doodgaan. Het verschil met sterven is ook behandeld in het Verwarwoordenboek. Hier kan nog worden toegevoegd, dat overlijden veel formeler is dan doodgaan, en niet gebruikt wordt bij planten en dieren.
Onze taal kent nog talrijke synoniemen voor doodgaan. Sommige daarvan dragen in de betekenis ook mee dat de doodsoorzaak onnatuurlijk is, en geven zelfs informatie over de aard van die onnatuurlijke oorzaak. Bijvoorbeeld sneuvelen (in de oorlog) of omkomen (van de honger). Ik ga niet in op het ‘morbide’ verzoek zo veel mogelijk synoniemen te geven van ‘doodgaan’. Neem alleen al de h: het hoekje omgaan, hemelen. Maar wel zie ik het onderwijskundig nut om de gebruikswijzen van al die synoniemen zo nauwkeurig mogelijk te omschrijven. Neem bijvoorbeeld sneuvelen als oorlogsmetafoor in de sport, of omkomen dat niet alleen hoort bij een gebrek maar ook bij een ongeluk. En laten we dan proberen leerlingen het verschil te laten beschrijven tussen omgekomen in de oorlog en gesneuveld in de oorlog. Zo kunnen ook uiterst droevige woorden ons gevoelig laten worden voor subtiele betekenisverschillen.
Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay
Weia Reinboud zegt
Mijn moeder gebruikte ‘overlijden’ nooit, vanwege de associatie met lijden. ‘Doodgaan’ was duidelijk genoeg.