Bij een fotosynthese wordt licht gebruikt om koolstofdioxide om te zetten in koolhydraten. Rudy Kousbroek muntte het woord in een geheel andere betekenis: een kort essay bij een foto (meestal in zwart-wit). Hij maakte drie delen fotosyntheses, die in 2010 in één band verschenen onder de programmatische titel Opgespoorde wonderen. Het ging Kousbroek om alledaagse foto’s, waarop hij bij toeval was gestuit in bijvoorbeeld kranten, tijdschriften en fotoboeken. Een foto – in de woorden van Kousbroek zelf – van iets onmogelijks met een toevallig, onopzettelijk (en dus niet voor dit doel geënsceneerd) raadsel. (‘Dagen’, in Opgespoorde wonderen 2010, pag. 402)
Het genre is verwant aan wat fotodetective Hans Aarsman doet: op systematische wijze een nieuwsfoto analyseren. Net als Kousbroek vindt Aarsman het verhaal dat een foto heeft te vertellen, belangrijker dan de esthetische kwaliteiten. Bij zijn onderzoek naar de achtergrond van een foto gaat hij te werk als ware hij Sherlock Holmes. Zowel Aarsman als Kousbroek kijken goed naar een foto en proberen er een onverwachte betekenis aan te ontlokken. Het gaat Kousbroek echter niet om dat ene detail dat een foto van betekenis kan doen veranderen, maar om het verhaal dat een foto uitlokt en waarover hij zijn essay schrijft.
Na het overlijden van Kousbroek in 2010 vreesde ik dat ook aan het genre fotosynthese een einde zou komen. Weliswaar verscheen er in 2013 een Spaanse vertaling van Kousbroeks fotosynthese (El secreto del pasado, vertaling Diego J. Puls, Adrana Hidalgo editora, Buenos Aires). Maarten Asscher maakte de selectie en schreef het voorwoord.
Translatio (of interpretatio), imitatio en aemulatio (vertalen, navolgen en overtreffen) zijn vormen van omgang met oudere voorbeelden. Blij verrast was ik dat het juist Maarten Asscher was die mijn vrees wegnam: in 2020 publiceerde hij Geheime verbindingen (Uitgeverij Fragment) waarin hij vijf fotosyntheses opnam. Eveneens vijf fotosyntheses van zijn hand verschenen in De Gids (nummer 4 2020). Dit jaar verscheen De meteoriet en het middagdutje bij uitgeverij Boom. Het aantal fotosynthese bedraagt vijftig. Hij toont zich in zijn nawoord schatplichtig aan Kousbroek, maar plaatst zijn werkwijze in een langer bestaande traditie dit teruggaat op Roland Barthes (La chambre claire. Notes sur la photograhie, 1980) die zich op zijn beurt weer baseerde op inspirerende voorbeelden van Paul Valéry, Jean-Paul Sartre en Susan Sontag.
Asscher toont zich in zijn fotosynthese een begenadigd observator. Vaak beschrijft hij een onderdeel van de foto dat mij niet opgevallen was, en dat ik pas zag nadat ik er door hem op gewezen was. Soms was het een humoristisch detail, maar vaker een ontroerend element. Dat ik dingen miste in de foto is natuurlijk niet verwonderlijk: ik ben niet zo’n goede observator als Asscher (of Kousbroek), maar de wijze van uitgeven maakte het mij ook niet makkelijk. Waar Kousbroek kloeke boeken uitgaf waar de foto’s redelijk groot in afgedrukt konden worden, moeten we ons bij Asscher behelpen met een gewone pocket. Ik had er misschien voor gekozen horizontale foto’s een kwartslag te draaien, zodat ze in ieder geval zo groot mogelijk afgedrukt konden worden. Het nadeel daarvan is natuurlijk wel dat je het boek dan een kwartslag moet draaien. Nu koos ik ervoor eerst de tekst te lezen zodat ik wist waarop ik in de foto moest letten.
De fotosyntheses van Asscher zijn vaak even origineel en even goed geschreven als die van Kousbroek. In één aspect overtreft Asscher Kousbroek moeiteloos: de titels van de essays zijn fantasievoller. De titel van zijn bundel is er een goed voorbeeld van. Asscher toont zich daarmee een waardig opvolger van Kousbroek. Het genre leeft!
De meteoriet en het middagdutje Vijftig fotosyntheses | Boom 2021| ISBN 978 90 2444 2133 | 20 euro
Pieter van Wissing zegt
Dank Rudy. Een digitale uitgave naast de pocketeditie had het kijkplezier vast verhoogd.