Uit Roeivlucht, de nieuwe bundel van Mark van Tongele.
De kreeftengang gaan
In de storm slingerend in woelige zee.
Zware regen. Het roer in het ongerede.
Allerellendigst in oliejas en zuidwester
zonder reddingsboei op weg naar de bar-
biesjes. De radar moedeloos. De sirene
loeit. Ik krijg geen been aan de grond.
Tot overmaat van ramp: huiskeukentafel-
springvloed en verraderlijke roering op
de werkvloer, allesbehalve poeteloerig
zwalpen zonder eigen goeddunken, kort-
aangebonden. Is het dit? Heb jij dat ook?
O baardwerk, rijshoofd, boezemkade,
vangkrib, zorgdijbreuk. Ingedeukt.
Zoutpilaren, schuldenaren, isobaren.
Men kan niet altijd zijn koers bevaren.
Mark van Tongele (1956)
uit: Roeivlucht (2021)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter