In de ogen van sommigen bestaat het vak Nederlands alleen om mensen te helpen voorbij de personeelsfunctionaris te geraken. Bij Nederlands leer je om “ik word” te schrijven in plaats van “ik wordt”, want als je ooit onverhoeds dat laatste schrijft in een sollicitatiebrief, gooit de afdeling Human Resources je brief zo in de prullenbak.
Dat vermoeden wordt nu bevestigd door Gentse economen: inderdaad worden cv’s terzijde gelegd als er spelfouten in werden gemaakt. In een experiment kregen mensen die verantwoordelijk waren voor het aannamebeleid van bedrijven brieven voorgelegd van door de onderzoekers verzonnen kandidaten. Sommigen kregen een cv zonder spelfouten, anderen dezelfde brief met 2 of met 5 van zulke fouten. Hoe meer fouten een cv bevatte, hoe groter de kans dat het terzijde werd gelegd. Het onderzoek staat hier.
Inheemse naam
Wat moeten we met zulke bevindingen? In het persbericht van de Universiteit Gent en in een nieuwsbericht dat de VRT van dat persbericht maakte, werd meteen een boodschap voor kandidaten gedestilleerd. Zie je wel, je moet goed opletten tijdens de les spelling, anders kom je nooit aan een baan. Het gedrag van die personeelsfunctionarissen wordt daarmee beschouwd als een natuurverschijnsel: zij denken nu eenmaal dat je incompetent bent en niet communicatief als je niet spelt volgens het Groene Boekje, dus je past je maar aan. Stijn Baert, de professor onder wiens supervisie het onderzoek werd uitgevoerd zegt in het bericht van de universiteit ook expliciet:
Dit onderzoek was deels ingegeven door mijn eigen frustraties omtrent de gebrekkige e-mailetiquette van studenten (en anderen) anno 2021. Ik maak recent elk jaar met hen de afspraak dat e-mails die niet voldoen aan de UGent-regels wat dat betreft gewoon een link naar die regels krijgen als antwoord op hun e-mail. Deze onderzoeksresultaten sterken me hierin.
Maar wat helemaal niet onderzocht is, is of dat veronderstelde verband tussen spelfouten en slechte communicatie of incompetentie wel daadwerkelijk bestaat. Misschien brengen die personeelsmensen hun bedrijf wel schade toe door brieven op basis van iets zo onbelangrijks terzijde te leggen en heel competente, maar dyslectische, kandidaten weg te leggen. We weten ook dat brieven die ondertekend zijn met een ‘buitenlandse’ naam eerder terzijde worden gelegd dan brieven met een inheemse naam – moet dan ook het advies zijn om een aanstootgevende naam te veranderen?
Natuurlijk: als je een stapel brieven onder ogen krijgt die op elkaar lijken en waar je toch een keuze uit moet maken, gebruik je de wonderlijkste dingen als criterium. Maar dat betekent niet dat die criteria juist zijn. Het zou beter zijn om dat aspect eens goed uit te zoeken, en dan een campagne te starten onder HR-afdelingen en professoren in Gent om zich minder te laten leiden door ‘eigen frustraties’ en meer te letten op echte kwaliteiten.
Willem Heeringa zegt
Tsja, dat krijg je met zo’n achterlijke spelling als die van het Nederlands. Daar kom je het beste achter als je buitenlanders hebt geholpen om Nederlands te leren lezen. Het ergste is de letter e. Die kan op ongeveer 10 verschillende manieren worden uitgesproken.
Dolf Janson zegt
Dat komt niet doordat de spelling achterlijk is, maar omdat die spelling niet juist wordt geïntroduceerd en geoefend. Als de ‘;standaarduitspraak’ het voornaamste uitgangspunt is (zie het Groene Boekje) en spelling bedoeld is om de woorden die je denkt (en dus als klanken in je hoofd hoort) om te zetten in letters, dan moet die uitspraak de start zijn en dus moeten kinderen (in tweetallen) mondeling oefenen. Alleen zo bereiden ze zich voor op de toepassing van die spelling. In de didactiek van taalmethoden is overschrijven (dus starten bij de letters) gebruikelijk en lijkt het doel het kunnen maken van een dictee met die vaak overgeschreven woorden…
Daarom heb ik een andere didactiek ontwikkeld: Op zoek naar letters.
DirkJan Vos zegt
Ik neem aan dat al lang is onderzocht dat er geen verband bestaat tussen de beheersing van het al dan niet goed kunnen spellen en een competent denkvermogen. De geachte heer Van Oostendorp heeft dit in het verleden regelmatig zelf geïllustreerd.
Maar er is de realiteit die voorschrijft dat je min of meer officiële teksten, zoals een sollicitatiebrief, heel goed moet controleren op taal- en spelfouten en moet laten nakijken door anderen en als je dit nalaat en fouten maakt dit toch ook wel iets zegt over je competenties. Want de realiteit is dat sollicitanten nu eenmaal ook beoordeeld worden op spelfouten in hun sollicitatiebrief. Ergens is het daardoor ook wel een lakmoesproefje.
Het is ook niet aan te raden om bij een sollicitatiegesprek in een korte broek te verschijnen, of met ongekamd haar. Wat niet wegneemt dat er ook mensen /moeten/ solliciteren, bijvoorbeeld bij een uitkering en dan is een spelvout maken een subtiele manier om eenvoudig afgewezen te worden als je lwat anders, of liever helemaal niets wil doen. Is die schade voor de samenleving al eens onderzocht ?
F. Huygen zegt
Het is opmerkelijk hoe goed gespeld de meeste formele teksten zijn. Ik schat dat 99 procent van de formele teksten voor meer dan 99 procent goed gespeld is. Daar hoort uw betoog overigens ook bij.
Die ene procent van de teksten die voor minder dan 99 procent goed gespeld is, valt dus enorm op. Ik blijf toch even haken aan ieder foutje, al is het maar voor een fractie van een seconde, omdat je een woordbeeld tegenkomt dat je niet verwacht. Hier een voorbeeld van mijn innerlijke monoloog: “Er staat ‘Het gebeurd, zou de auteur bedoelen ‘Het gebeurt’ of ‘Het is gebeurd’ en is ‘is’ hier weggevallen? O ja, uit de context wordt duidelijk dat hier ‘Het gebeurt’ wordt bedoeld. En nu weer door.” Het vertraagt het lezen, leidt af van de inhoud en staat daarmee een efficiënte overdracht van de boodschap in de weg. Dat is het grote voordeel van een orthografie: ze vermindert ambiguïteit en vergroot daarmee de efficiëntie van de communicatie.
Pas als laten we zeggen minder dan 80% van de formele teksten (voor minstens 99%) goed gespeld is, zullen mensen meer gaan wennen aan spellingvariatie en zal goede spelling minder belangrijk worden. Dit zie ik voorlopig niet gebeuren. (Ik zie eerder een omgekeerde beweging, meer uniformiteit en minder spelfouten in formele teksten, niet minder.)
U betoogt dat het niet uitmaakt dat een formele tekst tot die ene procent slecht gespelde documenten behoort, want de inhoud is toch belangrijker. We moeten terug naar pakweg de zeventiende eeuw, waarin er veel meer spellingvariatie bestond.
Wellicht zou meer tolerantie voor spellingvariatie geen slecht idee zijn, in theorie, maar om bovengenoemde reden zie ik dat de komende honderd jaar niet gebeuren. Dat is dus een utopische suggestie. Je zou dan op alle scholen tegelijk de orthografie moeten afschaffen en kinderen vertrouwd moeten maken met spellingvariatie aan de hand van teksten waarin (werk)woorden op allerlei verschillende manieren gespeld worden. Gaat niet gebeuren.
HR-afdelingen hierin opvoeden gaat ook niet lukken, en is ook niet wenselijk, voor zover zij vacatures moeten vullen voor functies waarvoor men formele teksten moet produceren. Want ook HR-managers willen, als ze goed is, iemand voor zo’n functie die teksten produceert die behoort tot de 99 procent goed gespelde teksten en niet tot de 1 procent slecht gespelde.
Als de aandacht voor orthografie bij leerlingen en studenten vermindert, zal dat verdere sociale tweedeling tot gevolg hebben. Formele teksten blijven goed gespeld, zoals dat nu ook het geval is. Kinderen van hoogopgeleide (theoretische geschoolde) ouders zullen nog steeds goed leren spellen, en kinderen van praktisch geschoolde ouders slechter dan nu het geval is. Daarmee zal emancipatie van de tweede groep een stuk moeilijker worden. Een onbedoeld bijeffect van het goedbedoelde advies om spelling minder serieus te nemen.
Marc van Oostendorp zegt
Ik weet niet wat u precies bedoelt met ‘formele teksten’, en ik weet ook niet of dit ooit echt is onderzocht, maar het zou mij verbazen als zou blijken dat 90% van de sollicitatiebrieven vrij van spelfouten is.
Ik vraag hier overigens niet voor de grootschalige veranderingen in het onderwijs en samenleving, maar om te beginnen maar eens om onderzoek: is er inderdaad een relatie tussen het maken spelfouten enerzijds en gebrekkige competentie of slordigheid op andere vlakken anderzijds. Zo ja, wat is die relatie, en om welke andere vlakken gaat het dan? Ik zou dan hopen dat als kan worden aangetoond dat brieven op spelfouten afwijzen irrationeel is, dit in ieder geval daar verandering te weeg kan brengen. En dan maar weer verder zien. Over een paar honderd jaar moet deze vreemde obsessie toch voorbij zijn.