Heel veel tuinfeestjes hebben we nog niet gehad in deze kwakkelzomer. Jammer, want op die feestjes kun je ook foute ‘idées reçues’ verzamelen over taalkunde: dat je passieve zinnen moet vermijden, dat er ongeveer 6000 à 7000 talen zijn (alsof het entiteiten zijn die je kunt tellen), dat taalverandering afgeremd kan worden als mensen wat beter hun best zouden doen, dat kinderen van drie altijd ‘zingde’ zeggen in plaats van ‘zong’, of dat ‘Hebban olla vogala’ het oudste Nederlandse zinnetje is.
Hoe zit het eigenlijk in de letterkunde? Zijn daar ook idées reçues die je moet pareren als letterkundige, als je in je zwembroek met een barbecuespatel de Merguezetjes port op de grill in de achtertuin?
Sociale vaardigheden
Vast wel. Dat kleuren altijd een symbolische betekenis hebben, bijvoorbeeld. Dat nam Karel van het Reve al op de korrel in zijn essay ‘Het raadsel der onleesbaarheid’ (1978). Ik vond dat in ieder geval wel herkenbaar: ik heb wel eens een college Engelse letterkunde gevolgd waarin het nogal uitvoerig ging over Jane Eyre, die als kind gestraft werd en in een rode kamer opgesloten werd. Dat betekende blijkbaar dat ze verkracht was. Een paar dagen geleden kwam ik via een Twitter-discussie een ander idée reçue tegen: dat literatuur uit andere culturen – bijvoorbeeld niet-westerse verhalen, of sagen van lang geleden – je anders laat kijken naar de wereld omdat er een ander ‘perspectief’ gehanteerd wordt. Ik denk dat dat idee vrij breed aangehangen wordt. Het is niet moeilijk letterkundigen te vinden die studenten niet-westerse boeken laten lezen precies omdat die heel anders zijn, en ze de blik van de studenten zouden openen.
Ik wil niet betwisten dat literatuur een effect heeft op hoe je naar je omgeving kijkt. Je wordt gedwongen om je al lezend in iemands gedachten te verplaatsen. Uit onderzoek blijkt dat de lectuur van Harry Potter je empathischer maakt, dat kleuters die veel verhalen horen beter scoren op theory-of-mind-tests, en dat het lezen van fictie je sociale vaardigheden vergroot. Het gaat niet om één studie, maar om een aanzienlijke stapel artikelen in wetenschappelijke tijdschriften.
Krokodil
Maar dat bewijst natuurlijk allemaal niet dat overzeese literatuur van iemand die met een zeldzame seksuele oriëntatie in een traditioneel regime opgegroeid is, of literatuur van een blinde dichter die in een aanstekelijke cadans over schermutselingen aan de Zwarte Zee schrijft, dat fundamenteel anders doen dan Flaubert, Tolstoj, of Melville. Het schurkt ook een beetje aan tegen de naar mijn smaak wat viezige gedachte dat je alleen geloofwaardig kunt schrijven over een gendergerelateerd of raciaal onderwerp als je zelf het juiste gender of de juiste huidskleur hebt.
Ik heb eigenlijk nooit een vreemder boek gelezen dan Melvilles Moby-Dick, een product van het door en door burgerlijke en koloniale westen uit 1851. Terwijl veel sagen en mythen uit de wereldliteratuur, van Nieuw-Zeeland tot Zuid-Amerika, juist ontzettend herkenbaar zijn. In de Afrikaanse sagencyclus rond Nguranguran wordt de krokodil Ombur gedood nadat de held hem dronken voert om hem dan een gloeiende paal in de muil te stoten. Griezelig parallel met Odysseus en Polyphemos de cycloop. De list om een krachtige vijand dronken te voeren duikt trouwens ook op in het Oude Egypte, waar Sechmet, die Ra als straf op de mensheid afgestuurd had, overgehaald wordt te veel bier te drinken. De Turkse schelm Nasrudin die vrekkige koopmannen in hun hemd zet, vind je net zo goed in onze literatuurgeschiedenis. Een verliefde jonge man of vrouw die zelfmoord pleegt na een valse tijding dat zijn (of haar) geliefde gestorven is, en die haar (of hem) daarop vrijwillig in de dood volgt, vind je zowel bij Shakespeare (Romeo en Juliet) als bij de Azteken (Isjtla en Popocatepetl). De parallellen zijn zo opvallend dat je mythes ook kunt gaan rubriceren, en in genummerde duiventilletje kunt stoppen. Dat heeft, na het pionierswerk van de Grimms, uiteindelijk geleid tot de classificatie van Aarne-Thompson-Uther.
Vlinder
Misschien valt er zelfs iets te zeggen voor de stelling dat de Westerse modernistische roman, met onbetrouwbare vertellers, experimentele stijl en ontwrichtende thema’s de lezer juist méér bij interessante en afwijkende visies brengt dan wat je in de wereldliteratuur aantreft. Is Hermans’ De donkere kamer van Damocles of Bordewijks Bint zoveel traditioneler dan de literatuur in niet door het Westen aangetaste culturen? Ik zou denken van niet. Maar ik laat me graag inlichten door specialisten als dat toch zo is.
Ik zeg er nadrukkelijk bij dat dit géén pleidooi is om niet eens wat anders te gaan lezen dan wat er op stapeltjes ligt van de inwisselbare filialen van een boekhandelketen. Misschien zitten die wel wat te veel op een kluitje qua onderwerp. Maar dat dwepen met literatuur van mensen die er anders uitzien of in een andere cultuur zijn opgegroeid, omdat je daardoor mentaal van rups tot vlinder transformeert, dat lijkt me wat overdreven.
Enthousiast
Interessant is dat de discussie een taalkundige pendant heeft. Hoe anders zijn niet-westerse talen? Formele taalkundigen uit de Chomskyaanse stal houden vol dat de verschillen tussen talen oppervlakkig zijn, en dat de loodgieterij eigenlijk erg vergelijkbaar is. Gebruiksgebaseerde taalkundigen, zoals Nicholas Evans en Stephen Levinson zweren bij hoog en bij laag dat de verschillen enorm zijn, en dat er nauwelijks iets is wat alle talen delen.
Verwant, maar niet volledig overlappend, is de discussie over de Sapir-Whorf-theorie, het idee dat de taal die je spreekt (deels) bepaalt hoe je denkt, en dat je met een andere taal in een andere wereld terecht komt. Dat is een verhitte discussie. De slotsom van al het onderzoek ter zake is dat er wel degelijk effecten zijn, maar dat die nogal gering zijn, en dat er weinig evidentie is dat een taal een compleet ander ‘perspectief’ op de werkelijkheid biedt. Als er een taal verdwijnt, betekent dat niet dat er meteen ook een wereldbeeld ten onder gaat, en dat we geheime kennis verliezen, zoals Tarquinius Superbus die door zijn eigengereide optreden de Sybillijnse boeken verloor.
Opnieuw: ga vooral andere talen studeren. De grammaticale verschillen zijn heel erg boeiend. Je merkt ook dat ogenschijnlijk doordeweekse concepten als ‘onderwerp’ of ‘woord’ niet sluitend gedefinieerd kunnen worden. Maar ga niet denken dat in die talen een heel andere wereld verbeeld wordt.
Ik denk dat zowel voor de letterkunde als voor de taalkunde geldt dat die disciplines zich soms dreigen te verliezen in een al te enthousiast ‘exotisme’. Het komt van heel ver weg, dus het zal wel heel bijzonder, heel bizar zijn.
msvandermeulen zegt
Beste Freek,
fijn dat onze Twitterdiscussie je aan het schrijven zette. Minder fijn vind ik de nogal persoonlijke aanval. Hoewel die voor anderen anoniem is, weet ik natuurlijk over wie het gaat. Ik herken me bovendien totaal niet in wat je schrijft. Wat jij exotisme en ‘dwepen’ noemt, is voor mij (en ongetwijfeld voor anderen) niets meer dan oprechte interesse in een ander. Dat jij die interesse niet kan of wil opbrengen en weet dat Moby Dick het beste boek ooit geschreven is zonder ooit een niet-Westers boek te hebben gelezen (er is wel wat meer dan alleen volksverhalen hoor, lekker denigrerend is dat), dat moet je verder zelf weten. Maar als dit de mening is van iemand die eruitziet als ik (jij en ik lijken tenslotte best wat op elkaar), dan voel ik me nu alleen maar gesterkt méér boeken te lezen van mensen die er anders uitzien.
Freek Van de Velde zegt
Marten, dit is geen persoonlijke aanval. Ik heb juist bewust niet willen verwijzen naar Twitter. Als je esthetisch genoegen vindt in exotische boeken (net als ik) dan is dat toch helemaal prima? Ik betwist alleen maar dat je er radicaal door verandert. Ik vond dit een wat beter medium dan die 240 karakters op het sociale medium om mijn punt te maken. Verder denk ik dat je onderschat wat ik zoal lees, en hoeveel ik me verplaatst in anderen.
Freek Van de Velde zegt
Ik vind dit overigens wel bizar: je verkondigt een mening op Twitter (wat ik toejuich!), maar als iemand het niet met je eens is, of parallellen trekt, dan vind je dat niet prettig. Ik vind het net heel prettig als iemand het oneens is met me en zich de moeite getroost een heel stuk te schrijven om die mening te ondersteunen. Je moet het als een eer zien, Marten!