Was Willem Frederik Hermans een taalmaker? De ondertitel van het boekje dat de letterkundige en lexicograaf Ton den Boon uitbracht, maar de analyse in het boekje gaat over net iets anders: Hermans als taalbeschouwer.
Heel veel woorden heeft Hermans bijvoorbeeld niet toegevoegd aan de taal, afgezien van hoernalist, waarvan hij zelf nooit heeft beweerd dat hij het zelf bedacht had. Zijn voornaamste bijdrage bestond uit zijn boektitels. Die waren dan ook fenomenaal, er is geen andere schrijver die zoveel titels bedacht die het tot gevleugelde woorden hebben gemaakt: Uit talloos veel miljoenen, Onder professoren, Het sadistisch universum, Moedwil en misverstand, Nooit meer slapen, Door gevaarlijke gekken omringd, en ga zo maar door. Het verraadt mogelijk iets van Hermans’ talent als marketeer, maar ook van iets anders dat hij heel goed kon: zaken benoemen.
Goed en fout
Want dat was geloof ik de kern van Hermans’ taalbeschouwing: je kon de werkelijkheid niet echt beschrijven met taal.Taal suggereert per definitie orde die er in de werkelijkheid niet is. Het ‘enige werkelijke woord’ was volgens Hermans dan ook: chaos, het enige woord dat de zaken beschreef zoals ze waren. Al het andere was op zijn best een gebrekkige poging, maar vaak eerder leugen en misleiding: moedwil en misverstand. Woorden betekenen voor iedereen en op ieder willekeurig moment steeds wat anders, wat niet alleen betekent dat je niet echt over de waarheid kunt spreken, maar ook dat communicatie niet echt mogelijk is.
De taal was daarom vooral een autonoom systeem, waarin je eventueel werelden kon maken. Dat verklaart Hermans’ op het eerste gezicht vrij excentrieke idee dat er strenge wetten voor de taal moesten komen en dat die wetten niet door taalkundigen moesten worden gemaakt, maar door schrijvers. Hij was zelf ook voortdurend bezig om anderen de les te lezen over hun taalgebruik: talrijk zijn de passages waarin hij iemand hoont om diens onnauwkeurigheid. Den Boon laat overtuigend zien dat dit gehoon vaak niet gebaseerd was op reële gebreken in dat taalgebruik maar wel op de toevallige ideeën die Hermans had over wat goed en fout was.
Vooruitblik
Een intrigerend hoofdstukje in dit boekje is gewijd aan de talloos veel miljoenen definities die in Hermans’ werk te vinden zijn. Den Boon laat zien dat Hermans door de jaren heen heel vaak de aan de katechismus ontleende stijlfiguur gebruikte van een vraag ‘Wat is X’ met onmiddellijk daarop volgend het antwoord ‘X is’. Hier zijn er een paar:
Wat is een held? Iemand die straffeloos onvoorzichtig is geweest.
Wat is een rechte lijn? Niets anders dan een deel van een cirkel met een oneindig grote straal.
Wat is een geheugen? Een groot boek dat op een onverwacht moment kan dichtslaan en wij weten niet meer bij welke passage wij gebleven waren.
Wat is een begaafde student? Een begaafde kontlikker, als je het mij vraagt.
Deze definities voldoen natuurlijk geen van allen aan de ijzeren wetten van de lexicografie, al is het maar omdat ze meer meningen dan feiten bevatten, maar precies dat paste bij de taalopvatting van Hermans: zoals Humpty Dumpty bepaalde hij, de schrijver, wat een woord betekende. Een schrijver was niet alleen de baas over zijn wereld in de zin dat hij bepaalde wanneer welke mus van welk dak viel, maar zelfs in de zin dat hij definieerde wat een mus was en wat een dak.
Den Boon schrijft op een bepaald moment dat het wachten nog is op een écht boek over Hermans en de taal. Hij ziet Er is maar één werkelijk woord als een voorstudie daarvoor. Ik hoop dat Den Boon dat echte boek zelf zal schrijven. Hij heeft er een interessante vooruitblik voor gegeven.
Ton den Boon. Er is maar één werkelijk woord. W.F. Hermans als taalmaker. De weideblik, 2021. Bestelinformatie bij de uitgever.
DirkJan Vos zegt
Bij de taal van Willem Frederik Hermans moest ik onlangs denken aan zijn – in mijn herinnering – veelvuldig gebruik van het tussenwerpsel/stopwoordzinnetje ‘nou ja’. Ik weet niet zeker of ik t hem vaker heb horen uitspreken in interviews, of dat ik het vooral ken uit zijn werk en dan zal ‘nou ja’, vooral – zo niet alleen – in zijn beschouwend werk voorkomen en niet in zijn proza. ‘Nou ja’, staat altijd aan t begin van een zin en heeft vaak de bedoeling om even na te denken of om een formulering te starten, maar bij Hermans heeft t veelal de functie van relativering, of de aankondiging van iets smalends: ‘Nou ja, hij heeft natuurlijk niet het zwarte garen uitgevonden.’
Het regelmatig gebruik van ‘ nou ja ken ik ook van Annie M. G. Schmidt, min of meer een tijdgenoot van Hermans en Schmidt was wel de koningin van de ironie, hè? Annie is natuurlijk van de eenvoudige spreektaal, maar Hermans was dat zeker ook, al maakte hij op goede momenten een verrasende, treffende beeldspraak in zijn zinnen, vaak een beeldspraak over iets kleins, of heel gewoons. Die combinatie van heldere spreektaal met beeldende vergelijkingen vind ik het kenmerkende van Hermans zijn stijl die mij als tiener gelijk zeer aansprak.
Ik ben geen (echte) schrijver, maar ik heb al sinds mijn tienertijd die helderheid geprobeerd na te doen, maar dan in een stijl zonder metaforen en fictie heb ik ook nauwelijks geschreven. Bewuste keuze.
Maar ik kan nu zeggen dat Annie M. G. Schmidt mij later meer bbeïnvloed heeft doordat ik bijkans al haar werk meerdere malen aan mijn kinderen heb, voorgelezen, maar al veel langer gebruik ik door Hermans ook ‘Nou ja’. Nou ja.
Nb Opmerkelijk is ook dat Hernans al zijn werk bij nieuwe drukken van heel veel correcties voorzag. Daar kwam nooit een eind aan en ik geloof daardoor niet dar het een uiting van perfectionisme was, want het was nooit goed, maar waar die correctie-obsessie dan vandaan kwam weet ik niet.
#1 Mijn favoriete Hermans zal Boze brieven van ;Bijkaart zijn, want deze verzameling stukjes uit Het Parool in de jaren 70 heb ik minstens drie maal met heel veel plezier gelezen. Allemaal vlijmscherpe beschouwingen en polemische aanvallen en Hermans behoorde voor mij bij de Grote 3 polemisten (die 3 zijn mijn eigen keuzes) van toen: Komrij, Blokker en Hermans.
#2 Ooit een puzzel-kwisvraag gemaakt: Hoeveel voornamen kan je aaneengesloten vinden in de namen Willem Frederik Hermans? Ik ontdekte er 27!
#3 Hermans zei dat ie altijd gelijk had, maar had t niet, Van Oostendorp zegt t nooitr, maar heeft t altijd wel. (DJ)
DirkJan Vos zegt
Ik heb nog iets met Hermans gemeen en dat is dat we beiden snelle schrijvers zijn en inmiddels weet ik dat dit de voornaamste reden is van al zijn correctiewerk. Snel schrijven en veel produceren en dan bij latere drukken de teksten herzien. Geen werkwijze als iemand als Peter Buwalda die jaren aan een roman werkt en zijn manuscript perfect bij de uitgever aanlevert.
En zo ging bij het plaatsen van mijn reactie over ‘Nou ja” een en ander mis en heb ik per ongeluk een versie gepost die nog niet gecorrigeerd was! Maar mijn reactie publiceer ik later ook nog op mijn website en dan zonder de typo’s en met enkele andere verbeteringen. Nou ja.
Dan geef ik daar ook een linkje van een pagina achter m’n site waar de oplossing van m’n kwisvraag is te vinden. Het is vrijdagmiddag en geef ik die link – natuurlijk – alvastt hier.
http://www.dejongenskamer.nl/talaria.htm
Even naar beneden scrollen over de pagina met allerlei ’talaria’ totdat je een zwart-wit-foto van Hermans met sigaret tegenkomt en vind je de oplossing met alle voornanen.
+
(Je kan nog verder even op deze pagina rondneuzen en op m’n hele site zijn allerlei talige stukjes te vinden, maar ook andere onderwerpen kunnen interessant zijn en op m’n Jongenskamer hangt alles met alles samen, net als t leven.)
DirkJan Vos zegt
Furore
Redactie laat steken vallen
Posted on November 4, 20-21
Geheel in de geest van Willem Frederik Hermans hebben wij in de eerste druk van Furore 27 een aantal fouten laten staan, zodat we die in de tweede druk kunnen verbeteren. Het is dan natuurlijk te hopen…
+
En Welke errata zijn gemaakt/verbetert vind je hier:
https://www.furoremagazine.com/nl/redactie-laat-steken-vallen
(Het zou me niet verbazen, anders teleurstellen, als er geheel in de geest van Piet Schreuders weer een foutje in een van de verbeteringen is geslopen.)
http://www.furoremagazine.com
Piet Schreuders zegt
‘verbetert’ moet zijn ‘verbeterd’