Achter het achtervoegsel (9)
Wie denkt dat het achtervoegsel –ette zich pas vanaf het midden van de twintigste eeuw als een virus heeft verspreid over het Nederlandse taalgebied, heeft het mis. In de jaren dertig was er al een journalist die op 11 juni 1932 in Dagblad De Locomotief – uitgegeven in Semarang, Nederlands-Indië – de draak steekt met de neiging van mensen om alles schatting en klein te maken door er –ette aan vast te plakken. Aanleiding vormde de ernstige woningnood in New York in de jaren twintig en dertig van de twintigste eeuw. (In de aflevering over kitchenette refereerde ik daar al aan.) Als gevolg daarvan waren de huurprijzen voor zelfs de eenvoudigste eenkamerappartementen torenhoog. Alles was klein en de bewoners zaten dan ook voortdurend op elkaars lip. Het valt licht te begrijpen dat dit niet altijd goed ging …
Gevolgen van “Ette.”
Miniatuur in de moderne New-Yorksche woning.
WAAROM IK HET DEED.
(Door een medewerker.)
De modernste woningen in de stad New York beschikken al evenmin over veel ruimte als die in zekere andere steden, niet nader aan te duiden. Soms zelfs zijn zij nog veel nauwer, veel bekrompener. Met name de keuken, de plek waar een der voornaamste levensfuncties haar voorbereiding als het ware haar proloog beleeft, is van een zoo geringen omvang, dat men er ternauwernood twee personen tegelijk kan huisvesten.
De New Yorkees geeft den naam van Kitchenette aan deze miniatuurkeukentjes.
Onlangs nu speelde zich het volgende roerende tooneel voor den rechterstoel van een van New Yorks politie-magistraten af.
„Gij wilt weten, waarom ik het deed, Edelgestrenge? Ik zal het u zeggen, en naar waarheid. Het was niet de drank. En waarlijk, krankzinnig ben ik evenmin. Het kwam door ette. Zij had er àl te veel van, Edelgestrenge, en het werd mij te machtig. Zij was ongeneeslijk – en ik moest doen wat ik deed – ik kon niet anders.
Wij waren gisteren juist in onze nieuwe woningette getrokken. Zij is kleiner dan degene die wij verlaten hadden. Mary had heel wat tijd zoek gebracht met speuren naar het allerkleinste. Naar nog meer ette. Voor het gemak, ziet u.
Ten einde u een indruk te geven de agent, die mij kwam arresteeren, had bijna zijn voet gezet op de vleugelpianette. Mary was er dol op. Zij had al haar pianomuziek op postzegels laten drukken, om ze in overeenstemming met het instrument te doen blijven. Haar musicette noemde zij dat.
Vervolgens duikelde de agent bijna over onze wiegette. Neen, wij hebben geen baby. Dokter zei, dat hij er mijn vrouw geen kon verschaffen, klein genoeg voor dat meubel – en naar den zin van Mary. Daarop kocht mijn vrouw een Puckette en legde die in de wiegette.
Ons ledikandette kon worden opgevouwen en verdween dan in de muurette achter een klapdeurette. Een tweede deurette voerde naar de badkamerette. Dan hadden wij onze eetkamerette, en ik moest eerst den wijnkoeler opzij zetten, voor wij de deurette naar de kitchenette konden vinden. Een geoefend oog had aldaar voorts de fornuisetteen de gootsteenette kunnen ontwaren. Ik had den agent bij zijn komst gaarne een vorkette laten medepikken, maar de kastette bevatte geen kruimelette meer. Er was een vlieg binnengedrongen, die al het voedselette reeds verslonden had.
Juist over het eten begon de heele ellendette.
Ik kwam met een echten honger thuis – honger en geen hongerette, Edelgestrenge! Ik had ’s morgens een onnoozele klachtette geuit, en Mary beloofde mij een heerlijke gebraden kip voor dien eigen middag van gisteren. In ieder geval een kipette.
Ik haastte mij dus huiswaarts van mijn kantoorette, waar ik mijn boterhamette verdien, en voorts naar onze eetkamerette waar ik uitgevast plaats nam op mijn stoelette. Mary ging dadelijk naar haar ovenette om er de kipetteuit te halen.
Op mijn woord, Edelgestrenge – toen zij binnentrad met dat dingetje op een schaalette, had men mij met een luciferette kunnen omgooien.
„Wasdat?” vraag ik ademloos.
„Is dat niet leuk?” giegelt Mary. „Zie je, de kipette kon niet in de ovenette, en toen heb ik de kanarie geslacht. Heerlijk hè?”
Ziedaar, Edelgestrenge. Het wapen? O, ik gebruikte eenvoudig de pookette uit het haardstellette. En stuur mij nu naar rustig naar mijn celette. Mijn historiette is uit ”
Noun-ette
Tot nu toe hebben we in Achter het Achtervoegsel steeds aan een of meerdere bijzondere -ette-woorden aandacht geschonken. Het ging daarbij hoofdzakelijk om woordgeschiedenis: wanneer is een woord voor het eerst aangetroffen, in welke context werd het gebruikt, welke betekenis had het woord. Terloops maakten we daarbij opmerkingen over de woordvorming maar die heeft nooit centraal gestaan. In deze aflevering draait het juist wél om de morfologie.
Het achtervoegsel –ette is oorspronkelijk afkomstig uit het Frans, vanwaaruit het zich verspreid heeft over tal van andere talen in West-Europa. Behalve in het Nederlands treffen we het aan in het Engels, in het Duits en – als –etta – in het Italiaans. Woorden die eindigen op het achtervoegsel –ette, behoren tot de zelfstandige naamwoorden. Daarbij gaat het zowel om vrouwelijke persoonsnamen (majorette, modinette) als zaaknamen (operette, jamborette). Deze zijn gevormd door dit beklemtoonde suffix te plaatsen achter een zelfstandig naamwoord, een werkwoord of een bijvoeglijk naamwoord.
We kunnen deze woordvormingsregels als volgt in een formule presenteren. Daarbij staat N voor NOUN, zelfstandig naamwoord; VRB voor VERB, werkwoord en ADJ voor ADJECTIVE, bijvoeglijk naamwoord. Na elke formule volgen enkele voorbeelden die bij de verschillende categorieën te vinden zijn in het Woordenboek der Nederlandsche Taal bij het trefwoord ETTE(II). Elk voorbeeld representeert een aparte betekenisonderscheiding maar daar zullen we hier niet verder op ingaan. Dat zal het onderwerp worden van een van de volgende afleveringen.
- [[N]ette]N
Voorbeelden: bungalette, jamborette, coquette, anisette
- [[VRB]ette]N
Voorbeelden: wasschette (West-Vlaams), tuimelette
- [[ADJ]ette]N
Voorbeelden: bruinette, brunette
Plakken of vervangen
In zijn artikel ‘Formaties op -ette in het Nederlands’ uit 1989 gaat de Nijmeegse hoogleraar M.C. van den Toorn – die ons ingewijd heeft in de wereld van de morfologie – uitgebreid in op de vorming van nieuwe woorden op –ette. Daarbij onderscheidt hij grosso modo twee gevallen: (1) toevoeging of (2) substitutie. Van het eerste geval is sprake bij woorden als biberette, kitchenette, satinette, Opelette, likorette en serinette. Het achtervoegsel is hier direct achter het grondwoord geplakt. In het andere geval komt –ette in de plaats van de slotvocaal. Dit procédé resulteert in woorden als wasserette – de uitgang –ette neemt de plaats in van –ij.
Het suffix –ette posteert zich bij voorkeur achter woorden die eindigen op sonoranten, klanken waarbij het spraakkanaal – anders dan bij obstruenten – niet of slechts weinig geblokkeerd wordt. Tot de sonoranten behoren alle klinkers, maar ook medeklinkers als de liquidae of vloeiklanken (de /l/ en de /r/) en de nasalen of neusklanken (de /m/ en de /n/).
In de talrijke voorbeelden die Van den Toorn in zijn artikel noemt, steken de aantallen woorden waarbij –ette vooraf wordt gegaan door de medeklinkers n, l, r en s er met kop en schouders bovenuit. De sterke voorkeur voor deze letters heeft tot gevolg dat er zich vier vormvarianten van het suffix –ette lijken te hebben ontwikkeld: –nette, -lette, -ette en -sette.
Woordvormingsregels
Het materiaal van Van den Toorn bestond niet alleen uit algemeen-gangbare woorden, ontleend aan andere talen of vanaf het midden van de jaren vijftig steeds vaker in het Nederlands zelf gevormd. Hij komt tot de volgende twee regels: één voor basiswoorden die eindigen op een medeklinker of consonant (C):
[X [C] #] N → [[X [C] N + ette] N
En één voor basiswoorden die eindigen op een klinker of vocaal (V). Daarbij doen zich twee mogelijkheden voor. De klinker van het basiswoorden blijft gehandhaafd en wordt gevolgd door een van de vier vormvarianten van –ette (Davo+ –nette = Davonette) of de klinker wordt vervangen door –ette (Isola + –ette = Isolette). Schematisch ziet dat er als volgt uit:
Een niet onaanzienlijk deel van zijn woordverzameling bestond uit commerciële namen op –ette, waarmee de Nederlandse consument sinds de jaren zestig werd verleid tot aankoop. Met name die door bedrijven en reclamemakers bedachte woorden laten zich niet altijd goed voorspellen. Welluidendheid en herkenbaarheid van het grondwoord – lees: de bedrijfsnaam – zijn daarbij een niet te verwaarlozen factor.
Hoe hij het deed
Terug naar het verhaal “Waarom ik het deed” waarmee ik deze bijdrage begon. Alle unieke –ette-woorden uit dat stuk zijn hieronder in tabelvorm weergegeven, in de volgorde waarin ze voor het eerst in het verhaal voorkomen. Ook is aangegeven wat het (vermoedelijke) grondwoord is en op welke letter dat eindigt.
1 | kitchenette | kitchen | -n |
2 | woningette | woning | -ng |
3 | vleugelpianette | vleugelpiano | -o |
4 | musicette | musica? | -a? |
5 | wiegette | wieg | -g |
6 | puckette | puck | -k |
7 | ledikandette | ledikand? | -d? |
8 | muurette | muur | -r |
9 | klapdeurette | klapdeur | -r |
10 | deurette | deur | -r |
11 | badkamerette | badkamer | -r |
12 | eetkamerette | eetkamer | -r |
13 | fornuisette | fornuis | -s |
14 | gootsteenette | gootsteen | -n |
15 | vorkette | vork | -k |
16 | kastette | kast | -t |
17 | kruimelette | kruimel | -l |
18 | voedselette | voedsel | -l |
19 | ellendette | ellende | -e |
20 | hongerette | honger | -r |
21 | klachtette | klacht | -t |
22 | kipette | kip | -p |
23 | kantoorette | kantoor | -r |
24 | boterhamette | boterham | -m |
25 | stoelette | stoel | -l |
26 | ovenette | oven | -n |
27 | schaalette | schaal | -l |
28 | luciferette | lucifer | -r |
29 | pookette | pook | -k |
30 | haardstellette | haardstel | -l |
31 | celette | cel | -l |
32 | historiette | historie | -ie |
Als we deze 32 woorden bekijken dan valt op dat de schrijver van het stuk maar liefst 27 keer ervoor gekozen heeft het achtervoegsel –ette direct aan het grondwoord te plaatsen (toevoeging). Van vervanging (of deletie) is sprake bij vleugelpiano (o > ette), ellende (e > ette) en historie (ie > ette). Opmerkelijk is het woord ledikandette. Gelet op de andere woorden zou het grondwoord ledikand moeten zijn, maar die schrijfwijze komt slechts zeer zelden voor (zie bijvoorbeeld hier en hier). Zou de schrijver omwille van de welluidendheid ledikandette hebben geschreven? Onzeker ben ik ook over de herkomst van musicette. Gezien de vorm lijkt musica mij een voor de hand liggend grondwoord.
Interessant is ook om te zien dat de journalist in ‘Waarom ik het deed’ alleen zelfstandige naamwoorden ‘verettet’ heeft én dat hij daarbij een duidelijke voorkeur aan de dag heeft gelegd voor woorden waarbij het achtervoegsel vooraf wordt gegaan door een sonorant. Zelfs bij een ironische tekst vol zelfverzonnen woorden, laat het suffix –ette niet zomaar met zich sollen.
Literatuur
De Haas, W. & Trommelen, M., Morfologisch handboek van het Nederlands; een overzicht van de woordvorming. ‘s-Gravenhage: SDU Uitgeverij, 1993, p. 216.
Van den Toorn, M.C., ‘Formaties op -ette in het Nederlands’. In: De Nieuwe Taalgids 82 (1989), pp. 193-202.
Florine zegt
Van Brigitte Kaandorp ken ik de boerderette en de reportette.
sander wijnja zegt
dinette>eethoek Zie newatlas.com>outdoors>03-09-2021