Wat is het verschil tussen bloot en naakt? Dat is eigenlijk een onderwerp voor het Verwarwoordenboek van Jan Renkema, maar deze keer vroeg iemand het aan mij. Die iemand was een Twitteraar die opereert onder de naam @Femke_fatale. Zij – ik gebruik dat voornaamwoord hier maar, weet ik veel, altijd lastig bij anoniemen – deed om te beginnen een interessante observatie:
Volgens mij heeft de 71% in Femkes enquête gelijk. Het wordt nog iets duidelijker als je ‘bijna bloot’ zet tegenover ‘een beetje bloot’: dat eerste is bloter dan het tweede, terwijl dat, gegeven van de betekenis van bijna en een beetje onlogisch is. Normaliter zeggen: als je een beetje x bent, dan ben je tenminste x, maar als je bijna x bent, ben je (nog) niet x. Dus vanwaar die onlogische verhoudingen?
Het lijkt inderdaad te komen doordat bijna een ander soort bloot kiest dan een beetje of wel. Van Dale benoemt die ook, en ongeveer op dezelfde manier als Femke. De ene is naakt, en dat heeft een ‘absolute betekenis’ of preciezer gezegd het betreft de hele mens. Je kunt niet zo goed zeggen ‘hij loopt met naakte schouders’ of ‘naakte benen’. De andere geldt volgens Van Dale ‘het hele lichaam of delen daarvan‘ (ik heb die cursivering toegevoegd). Dat bloot die andere betekenis heeft, zorgt ervoor dat je dus wel blote schouders of blote benen kunt zeggen. Of bloothoofds en niet naakthoofds.
De tweede betekenis introduceert een schaal: hoe meer delen van het lichaam onbedekt zijn, hoe bloter. Je kunt wel zeggen ‘jij bent bloter dan ik’ maar weer minder gemakkelijk ‘jij bent naakter dan ik’. Een beetje lokt de betekenis met die schaal uit: alle mensen staan ergens op een punt van die schaal, en wie ‘een beetj bloot’ is, staat ergens onderaan op die schaal. Maar bijna past niet op die schaal, omdat bijna negatief is, en er geen negatieve punten op de schaal staan. Dus roept bijna de absolute betekenis op van naakt: bijna bloot betekent bijna naakt, en dus bijna in de staat waarin je helemaal geen kleren meer hebt. Dat is dus juist wel een negatief gedefinieerde schaal.
Het is een vreemde situatie dat een woord twee bij elkaar in de buurt liggende betekenissen heeft, waarvan er één synoniem is met een ander woord. Je zou dan denken dat de ene betekenis verdwijnt, dat bloot en naakt verder uit elkaar komen te liggen. Maar vooralsnog is er geloof ik alleen een kleine nuance verschil, die vooral te maken heeft met gevoelswaarde: een blote man is net wat anders dan een naakte man, de blote is onschuldiger en gezelliger.
Gerard van der Leeuw zegt
Speelt hier niet nog steeds het besef van Genesis 1 mee? De eerste mensen waren naakt voor de zondeval en droegen kleren erna. Voor de zondeval schaamden ze zich niet voor hun naaktheid, daarna wel. Uit het paradijs droegen ze kleren.
Een naaktslak heeft geen huis, een blootsta bestaat niet….
Henk Wolf zegt
Er zijn wel meer van dat soorten woorden, die zowel de schaal als een uiteinde daarvan als betekenis hebben. Denk aan: ‘gezond’, ‘kapot’, ‘dicht’, ‘open’, ‘schoon’ enz.
Ik heb de indruk dat die woorden relatief vaak (maar niet altijd) aan de kant van de schaal zitten die het minst neutraal is: je vraagt eerder hoe ziek of vuil iemand is dan hoe aangekleed/bedekt, gezond of schoon of dat ie is, maar juist aan de andere kant van de schaal zie je deze opvallende polysemie: ‘een beetje bloot/gezond/schoon’ versus ‘bijna bloot/gezond/schoon’.
Marc van Oostendorp zegt
Ja, maar het bijzondere van bloot vooral dat er voor het einde van de schaal een apart woord is, te weten naakt.
Jan Renkema zegt
In het Verwarwoordenboek heb ik inderdaad het paar ‘bloot-naakt’ behandeld. Zie daar voor nog andere nuanceringen: https://www.schrijfwijzer.nl/taalvragen/verwarwoordenboek/verwarwoord/84/bloot-naakt
Wim zegt
Je hebt daarom ook een gezellige bloterik, maar geen gezellige naakterik.