Zelfs schrijvers die tijdens hun leven grote bekendheid genoten, raken na verloop van tijd in de vergetelheid. Hun romans worden minder gedrukt, minder verkocht en minder gelezen. Om een nieuwe generatie lezers kennis te laten maken met hun werk bieden geboorte- en sterftedagen een goede gelegenheid.
Zo herdachten we op 1 september 2021 dat Willem Frederik Hermans (1921-1995) exact 100 jaar geleden het levenslicht zag. Samen met Gerard Reve en Harry Mulisch wordt hij gerekend tot De Grote Drie, de belangrijkste naoorlogse schrijvers van Nederland. Hij was een veelzijdig schrijver. Naast zijn wetenschappelijk werk – Hermans promoveerde in 1955 cum laude in de fysische geografie en was van 1953 tot 1973 wetenschappelijk medewerker aan de Rijksuniversiteit Groningen – publiceerde hij een eindeloze stroom geschriften: romans, novellen, verhalen, gedichten, toneelstukken, scenario’s, essays, kritieken en – vlijmscherpe – polemieken.
Hermans’ taal
Naar de literaire kwaliteiten van Hermans’ werk zal in zijn honderdste geboortejaar ongetwijfeld veel aandacht uitgaan, maar ook zijn taalgebruik mag op belangstelling rekenen. Ton den Boon, hoofdredacteur van Van Dale, schreef bijvoorbeeld het boek Er is maar een werkelijk woord, waarin hij uitvoerig ingaat op de bijdrage van W.F Hermans aan de Nederlandse taal. Hij sprak erover in het radioprogramma De Taalstaat, schreef over Hermans’ taal in Trouw en filmde erover op YouTube.
Met de Dikke van Dale had Hermans niet zoveel op, zegt en schrijft Den Boon. Hij vond het – we hebben het over de jaren vijftig, zestig en zeventig – een te normatief woordenboek, niet informatief genoeg en ergerde zich eraan dat het woordenboek geen grote schrijvers citeerde. Over de moeizame relatie tussen Hermans en Van Dale schreef Ewoud Sanders onlangs een interessante WoordHoek.
Hermans en het WNT
Wat Hermans van het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) vond, is mij niet bekend. Ik vermoed dat dit naslagwerk zijn goedkeuring wél zou kunnen wegdragen: het is beschrijvend, informatief én het citeert grote schrijvers. Tot zijn tevredenheid zal/zou hij hebben vastgesteld dat er bij verscheidene trefwoorden (uitgebreide) citaten uit zijn werk te vinden zijn. In de bronnenlijst worden acht werken van Hermans genoemd uit de periode 1949-1967. Vier titels zijn pas gebruikt bij het vervaardigen van de Aanvullingen op het WNT, maar de andere vier werden al geëxcerpeerd tijdens Hermans’ leven. Nooit meer slapen en De donkere kamer van Damocles (later Damokles) zelfs al vrij snel na verschijnen.
Titel | Datering | Gebruikt sinds | Citaten |
Het sadistische universum | 1949-1964 | 2001 | 5 |
De tranen der acacia’s | 1949 | 2001 | 4 |
Fenomenologie van de pin-up girl | 1950 | 1975 | 1 |
Ik heb altijd gelijk | 1951 | 1962 | 7 |
Paranoia | 1953 | 2001 | 1 |
De donkere kamer van Damocles | 1958 & 1959 | 1961 | 19 |
Nooit meer slapen | 1966 | 1968 | 1 |
Een wonderkind of een total loss | 1967 | 2001 | 5 |
Woorden van W.F. Hermans
Het honderdste geboortejaar van Hermans inspireerde ons tot het maken van een gelegenheidswoordenboekje: Woorden van W.F. Hermans. Hierin staan alle trefwoorden uit het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT), waarbij citaten uit het werk van Hermans zijn opgenomen. Elk trefwoord bevat een link naar de onlineversie van het WNT. Daarna volgt de definitie ervan in de betekenis die Hermans heeft gebruikt én het bijbehorende citaat uit het WNT.
Ongeveer de helft van de lemmata is afkomstig uit De donkere kamer van Damocles (1958), de oorlogsroman waarmee Hermans nationale erkenning kreeg. Als we die woorden aan een nadere beschouwing onderwerpen, dan zien we dat het daarbij vaak gaat om begrippen die samenhangen met de chaos die de Tweede Wereldoorlog teweegbracht en die een zo prominente rol speelt in het werk van Hermans.
Met dit gelegenheidswoordenboekje hoopt het Instituut voor de Nederlandse Taal in dit jubileumjaar het werk van Hermans levend te houden.
Gaia van Bruggen. zegt
Dr W. F. Hermans was geen wetenschappelijk medewerker, maar lector aan de Groninger universiteit. Nu zou dat een B- hoogleraar zijn