Dat het hoger onderwijs in Nederland voor een belangrijk deel in het Engels gegeven wordt, is velen een doorn in het oog, maar het lijkt tegelijkertijd niet meer terug te draaien. Wel zou je in zulk onderwijs meer kunnen profiteren van de vele talen die de studenten in zo’n collegezaal spreken. Dat zeggen twee Maastrichtse onderzoekers in een opmerkelijk artikel in het vakblad System.
De data die de onderzoekers verzamelden zijn niet eens zo heel opmerkelijk. Ze vonden dat studenten in een Engelstalige cursus in Maastricht in overgrote mate minstens tweetalig waren; de enkeling die dat niet was, was moedertaalspreker van het Engels. Velen spraken ook nog een derde, vierde of zelfs vijfde taal, maar terwijl de tweede taal meestal op hoog, academisch, niveau werd gesproken, gold dat niet voor de andere talen. Met andere woorden, de studenten spraken naar hun eigen idee heel goed Engels, maar veel minder goed Duits of Frans – of Nederlands, als ze van elders kwamen. Wat sommigen misschien verrassend vinden, maar ook wel uit ander onderzoek blijkt: de studenten waren helemaal niet ontevreden over de kwaliteit van het Engels van hun docenten, al waren de Nederlandse studenten wat kritischer dan de moedertaalsprekers van het Engels.
Hoe meer talen, hoe meer Engels
Het is goed om zulke op een rijtje te zetten, maar belangrijker dan dit soort bevindingen vind ik de conclusie die de onderzoekers trekken en die zelfs de titel van het artikel is geworden: ‘het onbenutte potentieel van Engelstalig onderwijs’ (the untapped potentials of EMI instructions, vergeet die afkorting). Vrijwel iedereen in zo’n collegezaal spreekt meer dan één taal, zeggen de Maastrichtenaren. Waarom daar niet wat meer gebruik van maken? De Nederlandstaligen blijken al af en toe voor de colleges gebruik te maken van het Nederlands, maar dat kan best meer, zoals ook andere groepen (er zitten in zo’n zaal in Maastricht ook best wat sprekers van het Frans en het Duits en zelfs van bijvoorbeeld het Spaans) ook best baat zouden kunnen hebben van bijvoorbeeld onderlinge interactie in het Spaans.
Hoewel de Maastrichtenaren hier niets over zeggen, doet het denken aan wat deskundigen vaak zeggen over het primair en secundair onderwijs: dat is in het Nederlands, natuurlijk is dat in het Nederlands, maar het werkt waarschijnlijk beter als je de kinderen die van huis uit een andere taal spreken, zo veel mogelijk tegemoet komt. Als je de talen die zij van huis uit spreken niet onkent, maar er gebruik van maakt. Het is volkomen logisch om dat idee uit te breiden naar het hoger onderwijs: er zijn allerlei redenen om in het Engels college te geven, maar er is geen enkele reden om net te doen alsof je in de armoedige situatie bent van een tweedehands Amerikaans college waar niemand een tweede taal spreekt.
Toch wijzen de onderzoekers al even terecht op een probleem, namelijk: hoe meer talen je in zo’n collegezaal hebt, hoe groter de kans dat uiteindelijk iedereen Engels spreekt. Gebruik maken van de moedertaal is eenvoudiger als iedereen Engels spreekt. Hoewel de Maastrichtenaren hem niet citeren is dit weleens samengevat door de socioloog Abram de Swaan als ‘hoe meer talen, hoe meer Engels’.
Het is het probleem waarmee we strijden, in ieder geval zolang we een zo goed mogelijke oplossing willen en begrijpen dat die nooit eentalig kan zijn – niet alleen Engelstalig en niet alleen Nederlandstalig.
Laat een reactie achter