Gisteren bleek ineens dat Gertjan Postma vandaag met pensioen gaat. Gertjan! Een van de slimste, een van de eigenzinnigste, een van de meest jongensachtige en een van de aardigste taalkundigen van Nederland. En iemand op wie waarschijnlijk iedereen die hem kent weleens boos is geworden.
De eerste keer dat ik hem tegenkwam, was na het allereerste taalkundige praatje dat ik ooit gaf, op de Taaldag. Ik had me eindeloos voorbereid, maar was mede daardoor in de twintig minuten die ik had niet verder gekomen dan op pagina 1 van de 10 pagina’s handout die ik had gemaakt. Daardoor wist eigenlijk niemand meer een vraag te stellen, niemand had er een woord van begrepen. Maar na afloop kwam Gertjan naar me toe en zei: wat jij doet is natuurlijk onzin! En begon me haarfijn uit te leggen waarom.
Hij had het allemaal doorgelezen en allemaal begrepen. En dat ik een totale beginner was deed er niet toe, want je moet altijd met iedereen serieus in discussie gaan.
Berend Botje
Dat was dertig jaar geleden. Sinds die tijd was Gertjan heel vaak dicht in de buurt, onder andere in Leiden en aan het Meertens Instituut. Hij bleef altijd dezelfde. In de eerste plaats ontzagwekkend scherpzinnig – iemand die ideeën razendsnel doorzag – en bovendien heel creatief. Zeer breed belezen en altijd bereid dingen bij te leren. En overal over te discussiëren.
Gertjan heeft voortdurend ideeën waarvan je je afvraagt waar hij die vandaan haalt. Zo stelde hij ooit voor dat werkwoordsparadigma’s in plaats van in een rechthoek (linkerrijtje: enkelvoud 1e, 2e en 3e persoon, rechterrijtje: meervoud, 1e, 2e en 3e persoon) beter kunnen worden weergegeven in een cirkel, zodat de 3e persoon meervoud naast de 1e persoon enkelvoud ligt. Ik hoorde hem ooit in een lezing aantonen dat groeten als hallo dienen om de verstoorde orde te repareren. Zelfs over letterkundige onderwerpen bedacht hij soms wat: zo stelde hij ooit dat Berend Botje in het gelijknamige lied (‘ging uit varen’) een oude weerklank was van Sint Brandaan (Brendani Abbatis > Berend Botje).
Of je hem nu gelooft of niet, Gertjan zet je altijd aan het denken.
Lief
Van huis uit is Postma natuurkundige (al deed hij een bijvak Friese taalkunde), maar na een loopbaan als zodanig schreef hij zich in als student Taalwetenschap aan de VU en in Leiden, waar hij taalkunde studeerde bij grote docenten als Geert Booij en Hans Bennis. Net als iedereen zullen zij zich af en toe hebben moeten inhouden. Want ik ken niemand die zo intens eerlijk is als Gertjan. Tegen iedereen zegt hij altijd precies wat hij vindt van diens werk of diens gedrag. Dat is soms even slikken, maar het is ook heel prettig, want tegelijkertijd is duidelijk dat het feit dat jij iets verkeerd ziet, niet betekent dat je verder niet meteen weer vrolijk verder kunt praten over iets anders.
Eigenlijk hoort eerlijkheid de grootste deugd te zijn van iedere wetenschapper. We doen dit werk niet voor de gezelligheid, maar om achter de waarheid te komen. En tot de waarheid kom je niet zonder felle discussies of met flauwe beleefdheden. Helaas wordt dat steeds minder gezien – mensen proberen van de wetenschap een gewoon beroep te maken met allerlei professionele normen, waardoor mensen als Gertjan nauwelijks nog een plaats hebben. (Hij vertelde me dat hij ooit gesolliciteerd heeft op een hoogleraarschap Friese taalkunde. Toen hem gevraagd werd of hij als zodanig bereid was om ook op te komen voor het Fries, zei hij dat een zinkend schip óók interessant was om te bestuderen. Waarna hij uit de procedure werd gegooid.)
Een dubbele agenda heeft Gertjan niet, je hoort hem nooit achter iemands rug dingen zeggen die hij niet ook in het gezicht van die persoon zou zeggen. Wat dat betreft is er niemand op wie ik zo blindelings zou vertrouwen als op Gertjan. In de persoonlijke omgang is hij dan ook niet anders dan lief.
Onbegrijpelijk
Bij die eerlijkheid hoort ook dat Gertjan soms dingen zegt die niemand durft te zeggen. Zo is Gertjan de enige taalkundige die ik ken die durft toe te geven dat hij een naar gevoel krijgt bij taalverandering – ik heb hem er ooit over geïnterviewd. “Als ik taalverandering hoor, voel ik me alsof ik een klap op mijn hoofd krijg!” zei hij toen. Er moeten meer taalkundigen zijn die dat sentiment hadden, maar er is een beroepscode dat je dat niet mag toegeven: wij bestuderen die verandering, dan mogen we er, ook privé, geen gevoelens bij hebben. Maar Gertjan trekt zich er niets van aan, want zelfs hier geldt: eerlijkheid boven alles.
Onbegrijpelijk dat hij met pensioen gaat.
Bijdragen van Gertjan Postma aan Neerlandistiek:
Anneke+Neijt zegt
Ha Gertjan, fijn dat Marc je met deze prachtige tekst in het zonnetje zet. Misschien gemengde gevoelens nu je met pensioen gaat? Je blijft natuurlijk gewoon taalkundig actief. Laat maar eens wat horen op Neerlandistiek.
Jan+Stroop zegt
In deze versie van dit mooie artikel mis ik de zin (die ik via mijn mailbox wel te lezen kreeg):
“In een ander artikel beweerde hij dat het woord dan eigenlijk dat en betekent.”
Waar kan ik dat artikel vinden?
Marc van Oostendorp zegt
Dat artikel staat hier.
Geert Booij zegt
Fijn artikel met treffende schets van Gert-Jan Postma. Een goede pensioentijd toegewenst, Gert-Jan!
Björn Köhnlein zegt
Heel mooi stuk! En het allerbeste voor jou, Gertjan!
reinier salverda zegt
Gelukwens gaag voor Gertjan.
Na je pensioen wordt alles leuker, want vrijer. Geniet daarvan en laat ons meegenieten, als het kan ook over Friese taalkunde.
Dat je uit de sollicitatie voor hoogleraar Friese taalkunde bent gezet om je uitspraak dat een zinkend schip ook interessant kan zijn om te bestuderen, is een leuke anecdote, die het natuurlijk goed doet.
Maar waar?
Dat moet ik toch tegenspreken.
Je hebt zeker wel gezegd dat je een zinkend schip interessant vindt, maar van uit de sollicitatieprocedure zetten was geen sprake.
Je bent volgens de regels in een open gesprek geïnterviewd en beoordeeld, en vervolgens op goede gronden niet als nummer 1 uit de bus gekomen en niet voorgedragen.
Dat is alles. Geheel zoals het hoort.
Dus bij dezen dit graag even rechtgezet.
Met vriendelijke groet,
Reinier Salverda