Ontmoeting in Sicilië met Radna Fabias en Kira Wuck
Verhandeling van Laura Restuccia ter gelegenheid van de ontmoeting met de Nederlandse dichteressen Radna Fabias en Kira Wuck, in Palermo op 30 oktober 2021 in het kader van het Festival delle Letterature Migranti.
Ik heb het beeld van de wind gekozen om de dichtbundels van Radna Fabias en Kira Wuck in te leiden. Het is onttrokken aan een reeds bij de klassieke auteurs geliefd beeld. In hun werken staat de wind vaak metonymisch symbool voor het voorbijgaan van de tijd en gevolgen daarvan. Deze samenhang tussen de wind het verstrijken van de tijd vinden we ook in de filosofische traditie van het Idealisme waarbinnen hij het handelen van de Geest representeert, die in de context van de achttiende eeuw, naar gelang de omstandigheden staat voor de wind van de vooruitgang die persoonlijke levens op z’n kop zet; de wind van het niet-verwachte, het onverwachte en het onvoorspelbare, die raast door individuele en collectieve historische gebeurtenissen.
Het is juist dit concept van tijd, waarin het niet verwachte zich concretiseert als iets dat diep onthutsend is in de ongewisse situatie van de twintigste-eeuwse mens, die ik dacht waar te nemen bij het lezen van de dichtbundel Habitus van Radna Fabias en De zee heeft honger van Kira Wuck, beide gepubliceerd in een Italiaanse vertaling van Patrizia Filia door uitgever Ensemble, in respectievelijk 2020 en 2021.
Met de bundel Habitus, voor de eerste keer in het Nederlands maakte Radna Fabias haar poëziedebuut in 2018. In datzelfde jaar werd het bekroond met de C. Buddingh’-prijs en een jaar later met De Grote Poëzieprijs. In Habitus is haar stem contemplatief en tegelijkertijd subversief; ze onderzoekt kritisch en stoutmoedig vragen over afkomst, identiteit en lichaam. Door alle mogelijke poëtische ruimte ten volle te benutten, lijkt de auteur voor zover nodig de klassieke poëtische traditie te verwerpen en toont ze zich vastbesloten een nieuwe weg in te willen slaan door de vaak intieme bronnen van het schrijven grondig te onderzoeken, dat uitgaat van het collectieve de behoefte te bevredigen rekenschap te geven van het eigen leven.
In haar verzen volgen herbelevingen, repercussies, overblijfsels en herinneringen elkaar in een intens ritme op, die fundamentele werkelijkheden reconstrueren die alle pijn doen herleven waaruit emoties bestaan – de indrukken van een ervaring waarvan ieder afzonderlijk moment een fonkelend kristal is van het totale verleden dat het doorkruist, en waarin gaan, blijven en komen onderling met elkaar samenwerken en zich niet laten scheiden.
Een van de terugkerende thema’s is de band met het lichaam als een veilig instrument waarmee je je kunt uitdrukken en elke storm van geweld weerstaan, zoals dit zich manifesteert in het gedicht gieser wildeman. Een ander thema is de figuur van de migrant die zweeft tussen verschillende ruimtes. Dit laatste wordt bijzonder relevant in relatie tot de nieuwe uitdagingen die geïntroduceerd worden door de “fluïde” dimensies van het moderne hedendaagse leven, die het, voor wie de ruimte beleeft en doorkruist, steeds moeilijker maken om de interpretatieve lijnen te duiden. Ook van belang is de “Derde Ruimte”, die theoretische en symbolische plek, waarin het antagonisme tussen overheersers en overheersten zich opheft binnen het concept van de “culturele hybriditeit” dat verschil insluit en uitgaat van een constructieve ontmoeting tussen culturen zonder opgelegde hiërarchieën. Deze culturele hybriditeit betekent niet opgaan in een onduidelijke smeltkroes, maar komt voort uit een heterotopie en is daardoor eerder een verrijking. De oplossingen voor huisvesting waarover verteld wordt in het gedicht aantoonbaar geleverde inspanning, zijn van die “non-plaatsen” – zoals gedefinieerd door Marc Augé -, waarin het onmogelijk lijkt om intieme relaties met het verleden aan te gaan, maar waar, in afwezigheid van een contigue en geruststellende geschiedenis, de diverse dimensies van het “ik” zich vermengen door rizomatische relaties te ontwikkelen.
Het gebruik van uitweidingen en terugblikken, onthult een voorkeur om de tijd te manipuleren en de wereld te ordenen op een bewuste manier. Fabias’ schrijven nodigt de lezer krachtig uit tot deelname op een emotionele, imaginaire en interpretatieve manier dankzij momenten van onduidelijkheid en opschorting die roepen om invulling. Holle ruimtes die de tijd heeft opgevuld met herinneringen, een optelsom van beelden, levendig en plotseling opkomend, nog voor de tijd er ruimte voor heeft gemaakt. Onder de barrières die Fabias aanpakt en die zij uiteindelijk onderuithaalt, is die welke ab origine bestaat, tussen dat wat beleefd is en dat wat wordt geschreven: tussen ervaring en representatie in woorden.
Haar verzen willen betekenis geven aan gevoelens en driften door emotieve dynamieken te schetsen in al hun complexiteit en op die manier van haar schrijven een vorm van voelen te maken. Op sommige momenten, in het fascinerende contrapunt waar de woorden tevoorschijn komen en verhaallijnen zich geleidelijk vervlechten tot een wandtapijt van onverwacht stralende kleuren die de lezer in staat stellen binnen te komen en zich te verdiepen in de fabula, lijkt Fabias de hulp van haar eigen pen in te roepen om de smart te beschrijven die daardoor minder wrang lijkt te worden doordat de dichter hem aangaat en aanhangig maakt.
Net zo gepassioneerd is de poëtische blik van Kira Wucks De zee heeft honger, verzamelt in een unicum, de gedichten van Finse Meisjes, de bundel die in 2012 haar literaire debuut vormde, waarvoor zij de C.W. van der Hoogtprijs kreeg, en genomineerd is voor twee andere prijzen, en Dezee heeft honger in 2018.
Wucks dichtkunst roept een levendig gevoel op van zowel euforie als grote leegte. Door hele werelden te evoceren in een paar zinnen, bieden de scherpe gedichten van Kira Wuck nieuwe perspectieven op het dagelijkse leven en stellen haar exceptionele beelden effectief een gevoel van vervreemding aan de kaak.
Alsof het zou gaan om de lens van fototoestel, reproduceren de woorden, die zich aaneenschakelen als lichte penseelstreken van kleur, met een impressionistische directheid, het gevoel van onverwachte beelden met kenmerken waardoor je uit balans raakt. Door fragmenten van het dagelijks leven te onderzoeken reconstrueert Kira Wuck haar persoonlijke levensverhaal, dat zich lijkt te vormen uit gefragmenteerde episodes, waarin alles levendig overkomt op de lezer en deze als door een centripetale kracht in de gebeurtenissen trekt alsof hij de hoofdpersoon is. Zij doet dit door zich voorzichtig langs echo’s van herinneringen te bewegen en hun vervaagde sporen te volgen.
Achter haar woorden openen zich in het hart van de lezer, de meest gevarieerde en contrasterende aspecten van haar ziel: de spoken uit het verleden lijken te herleven in een schat aan verrassende openbaringen, gegenereerd uit het heden en de aaneengesloten circulariteit van het concept van tijd dat zich ontwikkelt in een opeenvolging van gebeurtenissen geplaatst langs een enkele parabel blijkt zeer effectief.
Door intieme en tegelijkertijd collectieve beelden lijkt het ononderbroken verstrijken van de tijd zich eeuwig te muteren op zoek naar constante perfectie. Het gaat hier over synesthetische suggesties; over verrassende beelden die in de paradox hun eigen onvoorspelbare en misschien zelfs beslissende bron vinden – beelden die zelf een remedie lijken te zijn tegen haar bezorgdheid om te reageren op die onrust van het dagelijkse leven waartegen zich de kracht van het woord verzet.
In haar gedichten, waarin de werkelijkheid wordt teruggebracht tot een constante stroom van zintuigelijke waarnemingen die haar bevrijdt van limiterende grenzen, confronteert zij ons met terugkerende vertrouwde scènes die een continue intimiteitshonger tonen zoals dit gebeurt in het gedicht uitzicht, maar ook met haar gevoel van leegte, van eenzaamheid en van melancholie welke: “ruikt naar kalfslever in een vuurvaste ovenschaal”. Het woord, dat een soort autoanalyse van het bewustzijn toestaat, neemt op dat moment een bemiddelende functie aan tussen perceptie en werkelijkheid, tussen het Zelf en de wereld, die bij de lezer, zelfs vóór interpretatie en hem tijdelijk afleidend van het onderwerp, een ascetische en emotionele component stimuleert, die herleidt naar de oorspronkelijke betekenis van de Griekse term aisthetes, die vóórzintuigelijk, wellicht moreel is.
Net als in de gastronomie vermengen zich in de gedichten van Radna Fabias en Kira Wuck veel ingrediënten die, een onverbrekelijk unicum vormend en de lezers verleidend met de levendigheid van beelden, in hen voortdurende en contrasterende emoties oproepen en opwekken.
Laura Restuccia is onderzoeker Geesteswetenschappen aan de Faculteit Letteren en Filosofie van de Universiteit van Palermo (Facoltà di Lettere e Filosofia dell’Università degli Studi di Palermo). Haar specialisatie is de Francofone literatuur, de relaties tussen de Italiaanse en de Franse literatuur en de Italiaanse Migrantenliteratuur. In 2002 is aan haar voor diensten verleend aan de Franse cultuur, de titel ‘Chevalier dans L’Ordre des Palmes Académiques’ toegekend.
Vertaling: Louise Helsloot – De Italiaanse Culturele Salon © 2021
De verhandeling in het Italiaans, Transnazionalità poetiche: il vento del Nord, werd gepubliceerd op de literaire website Patria Letteratura
John Marrakech zegt
“(…) dat uitgaat van het collectieve de behoefte te bevredigen rekenschap te geven van het eigen leven.”
“Op sommige momenten (…) lijkt Fabias de hulp van haar eigen pen in te roepen om de smart te beschrijven die daardoor minder wrang lijkt te worden doordat de dichter hem aangaat en aanhangig maakt.”
“(…) de spoken uit het verleden lijken te herleven in een schat aan verrassende openbaringen, gegenereerd uit het heden en de aaneengesloten circulariteit van het concept van tijd dat zich ontwikkelt in een opeenvolging van gebeurtenissen geplaatst langs een enkele parabel blijkt zeer effectief.”
Neerlandistiek.nl is een fantastische site, daar niet van. maar soms lijkt er van enige eindredactie geen sprake te zijn. Neem dit artikel: ronkende orakeltaal waar geen touw aan vast te knopen valt, en bovendien slecht vertaald (grammaticafouten, afwijkende interpunctie, onnatuurlijk Nederlands), al valt er voor een vertaler ook weinig eer aan te behalen.